SAL7365, Akte: R°20.2-V°21.1 (51 van 553)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°20.2-V°21.1  
Act
, de zoenbrief in frans
Datum: 1471-07-30

Transcriptie

2017-09-23 door Karel Embrechts
Voir meye(r) ende scepen(en) van loeven(en) inde banc zijn co(m)me(n) te rechte malc/
tegen ande(re)n gheert m(er)tens gehete(n) huysman als aenlegge(r) in deen/
zijde ende jan geheten le g(ra)nd jehan van leez en(de) jan de puts ver/
weerdere in dandere Aldair de selve gheert de selve twee p(er)sone/
aensprac seggen(de) dat hij es wettich sone pet(er)s wijlen merte(n)s geheete(n) huysman en(de)/
dat die selve peter hadde eene(n) wettig(en) brued(er) geheeten claes merte(n)s die oem was/
des vors(creven) gheerts en(de) dat gevallen es op tijt voirleden dat een geheeten henric/
de ruppeamo(n)t zijn derde mee(r) van live ter doot bracht den voirs(creven) claese mertens/
en(de) dat de voirs(creven) gheert navolgen(de) des voirs(creven) steet es de naeste leven(de) vand(en) zoenen/
des voirs(creven) claes sijns oems Item dat voirtijts bij toedoene van maghen en(de) vrinden/
alse de voirs(creven) gheert onder sijn mu(n)deghe jairen was vand(en) vors(creven) dootslaghe een/
zoene getracteert w(er)t gelijc eene(n) scepen(en) brief van leez die de voirs(creven) gheert/
onderheeft inhoudt en(de) begrijpt en(de) wardden de pe(n)ninge der selver zoene(n) gesedt/
ond(er) de scepen(en) van grantleez vors(creven) te weten ond(er) den voirs(creven) jehan le grant/
jehan en(de) janne de puts en(de) meer ande(re)n hue(re)n medegesellen te dier tijt scepen(en)/
om ald(air) te berusten totter tijt dat de vors(creven) gheert tot sijne(n) mu(n)deg(en) jairen
//
comen soude sijn om inden gevalle oft hij die zoene coese de selve pe(n)ninge/
dan te trecken Item dat de voirs(creven) gheert tsijnen daighe(n) comen zijnde/
die voirs(creven) zoene gecosen heeft en(de) es dair nae comen voir de voirscr(even)/
twee scepen(en) zijn wed(er)p(ar)tie en(de) meer ande(re)n hue(re)n medegeselle(n) eysscende/
de pe(n)ninge inde vors(creven) zoenbrieve begrepen dair de selve scepen(en) int/
recht bekinde(n) de pe(n)ninge d(er) selver zoene(n) ond(er) te hebben oft and(er)s soude/
de selve gheert met rechte op hen hebben geprocedeeert dwelc zij den/
selven gheerde v(er)baden En(de) dair op geloofden de selve scepen(en) den selven/
gheerde vand(en) ghelde vand(en) zoenen onder hen staende en(de) inde(n) vors(creven)/
scepen(en) brief genoe(m)t te v(er)nuegen vand(en) ghelde vand(en) zoene(n) ond(er) hen staen(de)/
op dat hij hen dach gave tot kersmisse oft liechtmisse doen naistcomen(de)/
nu overlede(n) en(de) dat dair de seven scepen(en) van grantleez te dier tijt oft te(n)/
mynste(n) de sesse van hen alle tsamen bij wae(re)n dair dat alsoe toegeseecht was/
en(de) besundert wae(re)n dair tegewoirdich de twee verweerde(re)n vors(creven) Dese pointe(n)/
boot de vors(creven) aenlegge(r) te thoene(n) met sulken besceide dat hem genoech sijn/
soude in rechte hopen(de) oft hij die gethoene(n) conde dat de selve verweerde(re)n/
s gehoude(n) sijn souden hem de vors(creven) pe(n)ninghe der vors(creven) zoene(n) optelegg(en)/
en(de) d(air) af te v(er)nuegen Dair tegen de selve verweerde(re)n hen v(er)antweerden(de)/
deden seggen dat wel gesciet mocht sijn dat de vors(creven) pe(n)ninge der vors(creven)/
zoene(n) onder den scepenstoel van grantleez wae(re)n gecomen mair zij/
voer hue(re)n p(er)soen en hadden d(air) af gheen handelinghe gehadt noch p(ro)fijt/
genomen Des boden zij hue(re)n eed aende(n) heylig(en) te doene mair/
mochte(n) de vors(creven) pe(n)ninghe comen zijn in handen van hue(re)n heerscape/
die zij nochtan den selven hue(re)n heerscape niet en hadden uutgereict/
en(de) p(rese)nteerden ten uut(er)sten hue(r) quote en(de) aendeel vand(en) vors(creven) pe(n)ning(en)/
den selven gheerde optelegg(en) en(de) dat hij dande(r) hue(r) medegesellen oic/
met rechte v(er)volchde om van hen hue(r) aendeel te c(ri)gen hopende dat/
zij d(air) mede gestaen souden alsoe dat hier op de voirs(creven) gheerd gewijst/
was tot sijne(n) thoenisse die vand(en) pointe(n) vors(creven) geheelic zijns/
v(er)meets volquam Ende alsoe wart ten uut(er)sten nae aensprake v(er)ant/
weerden van beiden p(ar)tien en(de) thonisse des vors(creven) gheerts en(de) oic/
allegacie van beide(n) p(ar)tien gewijst voir een vo(n)nisse dat de vors(creven)/
verweerde(re)n gehouden zijn souden den vors(creven) gheerde vand(en) geheelder
//
so(m)men inden brieve(n) voirg(eruert) genoemt te betalen oft hem van dien/
bewijssenisse van betalingen te doene cor(am) meldert berthem oppendorp/
ouderogghe dor(ma)le julii penult(ima)/
H(ier) na volcht de tenue(re) vand(en)/
vors(creven) zoenbrieve
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2016-07-19 door Xavier Delacourt