SAL7365, Akte: R°211.1-V°218.1 (391 van 553)
Akte R°211.1-V°218.1
Act
, 16 paginas met oa rekeningen
, 16 paginas met oa rekeningen
Datum: 1472-03-
Transcriptie
2022-10-24 door Karel EmbrechtsAlsoe wouter wilen datin in zijne(n) testamente gelate(n)/
heeft willeken zijne(n) natuerliken sone dusent rijnsch guld(en)/
eens om die tot des selfs willekens proffite aen lijf oft/
erfrente(n) geleecht te werden dair af hij laste janne/
datin zijnen sone ende gheerde van crehain zijne(n) neve/
dat zij dat ter execucie(n) souden stellen ende de voirs(creven)/
willeken zee(r) jong van jaren was Soe hebben de/
selve jan ende gheert om de eere ende dbesorch vanden/
selven jongen en(de) van lijsbette(n) zijnre moeder die oec/
van bijleningen soberlijc versien was aensiende oec/
dat henric van haresch metten selve(n) woute(re)n lange/
jaren gedient hadde ende vander gelegenth(eit) vande(n)/
goeden ende saken des selfs wouters best te spreke(n)/
wiste die he(m) beclaechde dat hij van zijne(n) dienste/
ten utersten niet wel geloont en is geweest Dair/
toe geholpen dat tusscen den selven henricke ende/
lijsbetten een huwelijc getracteert is na den welken/
de selve jan en(de) gheert den voirs(creven) henricke tot den/
dagelijcschen besorge ende verwaren des voirs(creven) willekens/
ende zijnre renten als p(ro)cur(eur) ende rentmeester gestelt/
hebben ende den selven willeken over bewijst inde/
stad vanden voirs(creven) dusent gulden(en) div(er)se lijfrente(n) ge/
dragende tsamen tsjaers hondert rijnsch gulden(en) tstuc/
te xx stuv(er)s dair af de partien der selver rinten/
insdeels bij verloepe vanden tijde zijn gequete(n) ende/
wederom aengeleecht ende staen ten tijde vanden uut/
gane deser rekeningen Te weten den yersten dach van/
junio xiiii[c] lxxi op de p(er)sone oft goede also die in desen/
gescrifte worden verclaert ende gespecificeert van/
welken saken alsoe te doen de voirs(creven) henric den last/
heeft aengenomen doende alsoe van wegen des voirs(creven)/
jans ende gheerts rekeninge van zijnen bewynde/
alsoe hier na volcht
//
Hier na zijn bescreve(n) de lijfrente(n) staende voer die/ bewijssenisse vanden dusent rijnsche gulden(en) tstuc/ te xx stuv(er)s gerekent alsoe die gouden ten tijde/ vanden testamente wouters wilen datin en(de) de/ p(er)sone die de selve rente(n) sculdich zijn na inhout/ der brieve dair af zijnde/ Inden yersten raes vanden borchoven jan zijn vader/ henric vanden borchoven jan zijn brueder twee guld(en)/ rijders vallende xiiii daghe in decembri/ Item lodewijc uuten lyemingen her augustijn vanden/ borchoven jan vanden borchoven en(de) andries thomas/ vier rijders vallende ix daghe in septembri/ Item claes davijn hubrecht mattelot gerart van/ crehain vallen(de) vii dage in april iii(½) r(ijnsch) g(ulden) elc te xx stu(vers)/ Item henric le maire van diest octob(ri) iiii[ta] ii rijders/ Item jan vanden borchoven jan en(de) henric va(n) ijsschot vallen(de)/ xviii dage in julio iii(½) rijd(er)s/ Item gerart libert henric de seve en(de) dieric de seve van/ den iiii rijders vallende augusti xxv iii rijd(er)s en(de) den/ vierden is vercregen en(de) na in des(er) reken(inge) verclaert/ Item jan vanden hove aert ende anthonis va(n) quaderebbe/ henric vande(n) borchoven en(de) peter baten vallen(de) opte(n)/ naest lesten dach van aprille ii rijders/ Item geroen loenijs jan roelants loenijs van bierbeke/ gorijs vrancx ende lodewijc mercx vallende xxii/ dage in decembri iii rijders
//
Item loenijs van bierbeke ende hildegheert van holsbeke/ vallen(de) xii dage in julio ii scilde will(el)m(u)s/ Item henric ende jan vanden borchoven ende gheert vande(n)/ hove vallende xxi dage in julio iii rijders/ Item jan vanden hove jan gh(er)mans her jan van ranshem/ en(de) henr(ic) gh(er)mans vallen(de) xxix dage in octob(ri) iii rijders/ It(em) henr(ic) en(de) jan vande(n) borchove(n) jan vand(er) hofstad en(de) b(er)telmeeus/ de hont vallen(de) v dage in septe(m)bri vi rijders/ Item cornelis van berghe raes vande(n) borchove(n) her/ augustijn vande(n) borchove(n) ende jan roelants vallen(de)/ sesse dage in m(er)te iiii rijd(er)s/ Item jan van rode her augustijn vande(n) borchove(n) joes/ van delbroec jan ghermans aert van overbeke/ en(de) jacop van nuysberghe vallen(de) aug(usti) s(ecund)[a] iii rijders/ Item her augustijn vanden borchove(n) jan de witte jan/ vanden hove ende wouter van overbeke vallen(de) op/ den lesten dach van aprille ii rijd(er)s/ It(em) colart davijn vallen(de) xvii dage in meye i rijder/ Item adam van kerckem jan zijn sone en(de) her raes van guy/ dichove(n) vallen(de) aug(usti) xxviii xx rijd(er)s/ Item lodewijc uuten lyemingen claes de kersmake(re)/ en(de) willem va(n) b(er)the(m) vallen(de) xv maii ii rijders
//
Item hubrecht de ruyssche jan de ruyssche bertel de/ ruyssche en(de) geroen loenijs vallen(de) januar(ii) xv ii rijd(er)s/ Item jorijs vanden rode op onderpande vallen(de) xx/ daghe in augusto x rijnsch guld(en)/ Ontfang des voirs(creven) henricx vanden yerste(n) dage/ van junio xiiii[c] lvii inclus tot den yerste(n) dage/ van junio xiiii[c] lviii exclus draecht int/ geheele c r(ijnsch) gulden(en) te xx st(uvers)/ Uutgeven hier jegen in tselve jair bij ordinan(cie) der/ voirs(creven) mombore(n) voir dinhalen vanden rente(n) tverware(n)/ besorch montcoste behoeften van cleedingen en(de) and(er)s/ des voirs(creven) willems te same(n) xl rijd(er)s tstuc te xxv stuv(er)s/ maken vijftich r(ijnsch) gul(den) te xx stuv(er)s/ Also dit jaer meer ontfaen dan uutgeg(even) l r(ijnsch) guld(en)/ Item ontfaen vande(n) yerste(n) dage van junio a(n)no lviii inclus/ tot de(n) yerste(n) dage van junio lix exlcus insgelijcx die/ so(m)me van hondert rijnsche gulden(en)/ Hier jege(n) uutgeg(even) binne(n) de(n) voirs(creven) t(er)mijne(n) van i jare/ voir dinhale(n) d(er) rinte(n) tverware(n) dbesorch montcoste be/ hoefte van cledinge(n) ende anders des voirs(creven) willems/ bij ordinan(cie) als voe(r) vijftich rijnsch gulden(en)/ Also dit jaer oec meer ontf(aen) dan uutgeg(even) vijftich r(ijnsch) guld(en)
//
Ontfaen vanden yersten daghe van junio anno lix/ tot de(n) yerste(n) dage van junio lx insgel(ijcx) c r(ijnsch) guld(en)/ Hier jege(n) uutgegeve(n) binne(n) de(n) voirs(creven) t(er)mijne bij ordinan(cie)/ der momboren die aensien hebben dat den last/ soe groot niet en was vanden houden des voirs(creven) willems/ als inde(n) voirgaen(de) twee jare(n) voir dinhalen vanden/ rinte(n) geheelen besorghe van coste ende anderen be/ hoeften des voirs(creven) willems tsame(n) xxxv rijd(er)s tstuc/ te xxv stuv(er)s make(n) xliii r(ijnsch) guld(en) xv stuvers/ Alsoe dit jaer meer ontfaen dan uutgeg(even) lvi r(ijnsch) g(ulden) v st(uvers)/ Ontfang vanden yerste(n) dage van junio anno lx/ tot den yerste(n) dage van junio annolxx xii/
lxi insgelijcx c rijnsche guld(en)/
Hier jegen uutgegeve(n) mits den reden(en) voirs(creven) en(de)/
aen willems behoefte van dien jare mette(n) inhale(n)/
vanden rinte(n) alsoe int naeste voirlede(n) jaer geclaert/
steet xliii r(ijnsch) guld(en) xv stuv(er)s/
Alsoe meer ontfaen dan uutgegeve(n) dit jaer insgelijcx/
de so(m)me van lvi r(ijnsch) guld(en) v st(uvers)
//
Ontfaen vanden yersten dage van junio a(nn)[o] lxi totte(n)/ yersten dage van junio a(n)no lxii vande(n) rente(n) des voirs(creven) willems/ de so(m)me van hondert rijnsch(en) guld(en)/ Hier jegen uutgegeve(n) gelijc inde(n) jae(re) naest voirleden/ tsamen xliii rijnsch guld(en) xv stuv(er)s/ Alsoe dit jaer meer ontf(aen) dan uutgeg(even) lvi r(ijnsch) gul(den) v st(uvers)/ Ontfang vanden yersten dage van junio anno lxii/ tot den yersten daghe van junio anno lxiii/ vanden rente(n) des voirs(creven) willems hond(er)t r(ijnsch) gulden(en)/ Hier jegen uutgegeve(n) voir dbediene(n) vande(n) inhalen/ en(de) alle besorghe ende behoeften des voirs(creven) willems gelijc/ inden voirgaen(de) jare xliii r(ijnsch) guld(en) xv stuv(er)s/ Item noch uutgegeve(n) aen tvercrijch van iii r(ijnsch) gulden(en)/ lijfpensien op janne van latijne(n) xix dage in dece(m)bri anno/ xiiii[c] lxii val(ent) xxx r(ijnsch) gulden(en)/ Also dit jaer meer ontfaen dan uutgegeve(n) de so(m)me/ van xxvi r(ijnsch) gulden(en) v stuv(er)s/ Ontfaen vande(n) rente(n) des voirs(creven) willems vande(n) yerste(n) dage/ va(n) junio a(n)no lxiii totte(n) yerste(n) dage junii lxiiii c iii r(ijnsch) guld(en)
//
Hier jege(n) uutgegeve(n) voir dbediene(n) vanden inhale(n) en(de)/ behoefte(n) des voirs(creven) willems binne(n) dese(n) jae(r) xliii r(ijnsch) g(ulden) xv st(uvers)/ Also meer ontfaen dit jaer dan uutgeg(even) lx r(ijnsch) g(ulden) v st(uvers)/ Ontfang vande(n) yerste(n) dage va(n) junio a(nn)[o] lxiiii totte(n) yerste(n) dage/ van junio lxv hondert drie r(ijnsch) gulden(en)/ Hier jege(n) uutgegeve(n) dit jaer aen willems coste en(de) behoefte/ metten bediene(n) als voe(r) xliii r(ijnsch) gul(den) xv stuv(er)s/ Item noch uutgegeve(n) aenden coop van ii rijd(er)s in goude lijftochte(n)/ op aerde pazeal xxvii dage in feb(ruari) anno lxxiiii xx rijd(er)s/
valent xxvii r(ijnsch) gulden(en)/
Item noch uutgegeve(n) aenden coop van iiii r(ijnsch) gul(den) lijftochte(n)/
aen ja(n)ne van lattines octob(ri) xxvi anno lxiiii xl r(ijnsch) guld(en)/
Also dit jaer meer uutgegeve(n) dan ontfaen vii r(ijnsch) g(ulden) xv st(uvers)/
Ontfang vande(n) yerste(n) dage va(n) junio lxv totte(n) yersten/
dage va(n) junio a(nn)[o] lxvi hondert drie r(ijnsch) gulden(en)/
Ite(m) noch ontfaen van janne van lattines en(de) aerde pazeal/
iiii r(ijnsch) guld(en) ii rijd(er)s zijn tsame(n) beyde de p(ar)tien vi/
r(ijnsch) gulden(en) xiiii stuv(er)s Also is tgeheel ontfang va(n)/
desen jare c ix r(ijnsch) gulden(en) xiiii stuv(er)s/
Uutgeve(n) hier jegen binnen desen jare aen willems coste
//
behoefte en(de) bediene(n) van inhalen xliii r(ijnsch) guld(en) xv st(uvers)/ Item aen gerarde van baussele bij beheete jans en(de) gheerts/ momboren voirs(creven) om dienst bij hem in willems sake/ gedaen x rijd(er)s tstuc te xxvi stuv(er)s val(ent) xiii r(ijnsch) gulden(en)/ Aldus dit jaer meer ontfaen dan uutgeg(even) lii r(ijnsch) g(ulden) xix st(uvers)/ Ontfang vanden yersten dage van junio anno lxvi totte(n)/ yerste(n) dage va(n) junio anno lxvii c ix r(ijnsch) gul(den) xiiii stuv(er)s/ Om dat de voirs(creven) mo(m)bore(n) den voirs(creven) henr(icke) na de doot/ vander moeder des voirs(creven) willems voir de coste(n) en(de) laste(n)/ van houden des selfs willems niet meer en hebben wille(n)/ gheve(n) dan xxiiii crone(n) tstuc te xxiiii stuv(er)s alsoe die hier/ gerekent voir uutgeve(n) te(n) ocsuyn va(n) dien die maken/ te samen xxviii r(ijnsch) g(ulden) xvi stuv(er)s/ Item voir dinhalen vanden rinte(n) vi r(ijnsch) guld(en) i q(ua)rt/ Item voir de behoefte des voirs(creven) willems va(n) stoelghelde/ cleede(re) en(de) anders binne(n) desen jare alsoe dat de(n) mo(m)bore(n)/ bij partien geclaert is geweest de so(m)me va(n) xii r(ijnsch) g(ulden) v st(uvers)/ Alsoe dit jaer meer ontfaen dan uutgegeven/ Ontfaen van wille(m) datijns goede vande(n) yerste(n) dage junii/ a(nn)[o] lxvii tot de(n) yerste(n) dage junii lxviii de somme/ van hondert [negen] r(ijnsch) gulden(en) xiiii stuv(er)s/
//
Uutgeve(n) in dit jaer voir willems cost xxviii r(ijnsch) gulden(en)/ ende xvi stuvers/ Item voir dontfang ende inhalen vanden rinte(n) binne(n)/ desen jare vi r(ijnsch) gulden(en) i quart/ Item voir des selfs willems cleedingen ende andere(n)/ behoeften va(n) desen jare de so(m)me van x r(ijnsch) guld(en) xii(½) st(uvers)/ Also dit jaer meer ontfaen dan uutgegeve(n)/ Ontfang vanden yersten dage van junio anno lxviii/ totte(n) yerste(n) dage va(n) junio lxix c ix r(ijnsch) gul(den) xiiii st(uvers)/ Uutgeve(n) op dit jaer van inhale(n) der rente(n) sesse/ rijnsche gulden(en) een quart/ Item voir willems coste xxviii r(ijnsch) gulden(en) xvi stuv(er)s/ Item voir des selfs willems cleedingen en(de) ande(re)n zijne(n)/ behoeften van desen jare x r(ijnsch) guld(en) xi st(uvers) iii q(ua)rt/ Item voir tvercrigen van ii rijd(er)s te xxvi stuv(er)s lijfrente(n)/ op gorde teyten en(de) janne domman twintich rijd(er)s/ maken xxvi rijnsche gulden(en)/ Desgelijcx voir den coop van eene(n) r(ijnsch) gulden(en) op janne/ costain ende hubin mattelot x r(ijnsch) gulden(en)
//
Aldus dit jaer meer ontfaen dan uutgegeve(n)/ Dontfang van willems goeden vande(n) yersten dage van/ junio anno lxix tot den yersten daghe van junio/ anno xiiii[c] lxx de so(m)me van c xiii r(ijnsch) gul(den) vii stuv(er)s/ Uutgeve(n) vanden inhalen der renten van desen jare/ vi r(ijnsch) gulden(en) i quart/ Item voir des voirs(creven) willems cledingen en(de) andere(n)/ behoeften va(n) dese(n) jare de so(m)me va(n) xiiii r(ijnsch) g(ulden) iiii st(uvers) i gr(ipe) brab(ants)/ Item voir zijn costen xxviii r(ijnsch) gulden(en) xvi stuv(er)s/ Also dit jair meer ontfaen dan uutgegeve(n)/ Dontfang van des voirs(creven) willems goeden vanden/ yersten dage van junio anno lxx tot den yerste(n) dage/ va(n) junio anno lxxi gedraecht c xiii r(ijnsch) gul(den) vii st(uvers)/ Uutgeve(n) binne(n) desen jare aen dontfang vanden rente(n)/ sesse r(ijnsch) gulden(en) i quart/ Item voir willems costen xxviii r(ijnsch) gulden(en) xvi stuv(er)s/ It(em) voir des voirs(creven) willems cledinge(n) ende andere(n) behoefte(n)/ de so(m)me van xvi r(ijnsch) guld(en) vi(½) st(uvers)
//
Item noch uutgegeve(n) op dit jaer aen den coop van ii rijd(er)s/ lijftochte(n) op janne de vinealmont twintich rijd(er)s/ die maken xxvi rinsche gulden(en)/ Item noch uutgegeve(n) aen den coop van v r(ijnsch) gulden(en)/ aen janne rigault met zijne(n) medeplege(re)n de so(m)me/ van vijftich r(ijnsch) gulden(en)/ Item noch uutgegeve(n) dit jaer aenden coop van twee/ rijd(er)s lijfrente(n) vanden xxii rijd(er)s lijfrente(n) die adam/ van kerckem ende zijn medeplege(re)n sculdich zijn xx/ rijd(er)s te xxvi stuv(er)s stuc valent xxvii r(ijnsch) guld(en)/ Item noch uutgegeve(n) aen den coop van v r(ijnsch) gulden(en)/ erflijc op gielijs goede vanden torre te ha(n)nut die/ somme van xcii r(ijnsch) gulden(en)/ Alsoe dit jaer meer uutgegeven dan ontfaen/ Item de voirs(creven) mo(m)bore(n) hebben om te come(n) sond(er) rigeur/ ende met gunsten tot afquitingen van zekere(n) rinte(n)/ die de meye(r) van loeven(en) sculdich was te vele jare(n)/ verloepen Desgelijcx die jan roelants als borghe/ geroens loenijs betalen moeste Desgelijcx om zeke(r)/ schade van brande ende anders die jan van lattines/ sculdich was Insgelijcx die colart davijn sculdich was/ bij woutere(n) wilen datin gecrege(n) dair af de vestich(eit)/ vande(n) so(m)migen niet genoech en ware(n) om duyterste/ gebrec van hem te come(n) gecrige(n) quite gescouwen
//
Te weten den voirs(creven) meye(r) xxiii rijd(ers) janne roelants/ sesse rijd(er)s janne van lattines xiiii rijnsch gulden(en)/ colarde davijn v r(ijnsch) guld(en) Ende want henric hier/ af vol ontfang heeft gemaect soe rekent hij dit/ hier in uutgeven d(air) af de so(m)me gedraecht lvi r(ijnsch) guld(en)/ ende xiiii stuv(er)s/ Su(m)ma so(m)maru(m) van alle den ontfange binne(n) den/ jare(n) des(er) rekeni(n)gen die uutghinc den yersten/ dach junii xiiii[c] lxxi exclus loopt xiiii[c] lxxi r(ijnsch)/ gulden(en) te xx stuvers ende thien stuv(er)s/ Ende de geheel so(m)me vanden uutgeve(n) loopt x[c] lxvii/ rijnsche gulden(en) xi stuv(er)s/ Dair op geleecht iii[c] lxxv r(ijnsch) gulden(en) vi stuvers van/ reste uutstaende dat tsamen alsoe namaels blijct afge/ slagen rest dat henric sculdich blijft meer ontfaen/ dan uutgegeve(n) xxviii r(ijnsch) guld(en) xiii stuv(er)s/ Ander uutgeve(n) en(de) bij den voirs(creven) henricke gedaen/ binne(n) den voirs(creven) ix jare(n) op tvoirs(creven) rest/ Inden yersten om dat henric vol ontfang heeft ge/ maect ende de lijfrenten des voirs(creven) willems insdeels/ binne(n) de(n) voirs(creven) t(er)mijne te diversen stonden afgeleecht/ zijn geweest ende de pe(n)ninge dair af eer hij daen/ leggen bevant stille hebben gestaen deen min dand(er)/ meer tijts soe gedraecht dair af de so(m)me die hij hier/ rekent uutgegeven xiiii r(ijnsch) guld(en) xi stuv(er)s/ So(mm)[a] p(er) se xiiii r(ijnsch) gulden(en) xi stuv(er)s
//
Ander uutgeve(n)dat henric noch bewijst uutstaen(de)/ insdeels bij hem gerarde van crehain een/ vanden momboren betaelt ende insdeels bij/ den selve(n) gheerde aen willems creditueren/ gehave(n) d(air) af henric nochta(n) vol ontfang gemaict heeft/ Inden yersten heeft henric den voirs(creven) gheerde betaelt uut/ zijnen handen vijftich rijd(er)s tstuc te xxvi stuv(er)s val(ent)/ in rijnsche gulden(en) te xx stuv(er)s lxv r(ijnsch) gulden(en)/ Item gheert heeft gehaven van janne moreal acht rijd(er)s/ ende eene(n) r(ijnsch) gulden(en) valtent xi r(ijnsch) gulden(en) viii st(uvers)/ Item van sotteal drie rijd(er)s val(ent) iii r(ijnsch) guld(en) xviii st(uvers)/ It(em) va(n) zijnre moeyen ii rijd(er)s val(ent) ii r(ijnsch) gul(den) xii st(uvers)/ It(em) va(n) henr(icke) van diest ii rijd(er)s val(ent) ii r(ijnsch) gul(den) xii st(uvers)/ It(em) va(n) gossoul va(n) crehain i rijd(er) val(ens) i r(ijnsch) g(ulden) vi stuv(er)s/ It(em) van gerar de gerre ii rijnsche guld(en)/ It(em) heeft henric betaelt van gheerts wegen van/ crehain aen janne zedelere vijf peters te xix st(uvers)/ valent iiii r(ijnsch) g(ulden) xv st(uvers)/ Item heeft gheert noch gehave(n) van willems goede/ ter plaetsen dair hij weet xxx rijd(er)s viii stuv(er)s die/ maken tsamen xxxix r(ijnsch) g(ulden) viii st(uvers)/ It(em) heeft de voirs(creven) henr(ic) de(n) voirs(creven) gh(er)de noch betaelt t(er) plaetse(n)/ en(de) aen p(er)sone dair de selve gheert hem dat belaste en(de) die/ hij wel weet xx rijd(er)s ten prijse als voe(r)/ Noch ander uutgeven bij henricke gedaen/ va(n) willems wegen binne(n) den voirs(creven) ix jare(n)/ Ierst van schoelgelde dyerste twee jae(r) elcx jaers/ acht stuv(er)s valent xvi stuv(er)s/ en(de) dand(er) iii jae(r) elx jaers xiiii stuv(er)s maken xlii/ stuv(er)s Sijn tsamen ii r(ijnsch) guld(en) xviii st(uvers)
//
It(em) aen donate ende ander boeke xiii stuv(er)s/ It(em) voir tconsent dat willem cruyne hebben mochte/ aen den cancellier van luydic ii r(ijnsch) g(ulden) vi st(uvers)/ It(em) den wijbusscop vand(er) cruyne(n) ix stuv(er)s/ It(em) vanden brieve(n) van dispensacie(n) van beneficien/ te moegen hebben iiii(½) r(ijnsch) guld(en)/ So(m)ma x r(ijnsch) gulden xvi stuv(er)s/ Item ende want henric vol ontfang heeft gemaect soe/ comen hem te baten tot voldoen van zijnen reste/ voirs(creven) aen de p(er)sone na verclaert alrehande p(ar)tien en(de)/ fauten van penningen die noch onbetaelt uutstaen/ ende in zijnen handen niet comen en zijn ende die de/ selve henric sculdich sal wesen mynlijc oft bij rechte te/ gecrigen ende zijn uterste diligencie dair inne doen/ sonder vertreck om die fauten metten reste dat hij/ na begrijp des(er) rekeni(n)gen meer tachter en(de) in gebreke/ is bekeert te werden in goede oft rente(n) erflijc oft te/ live ten p(ro)ffite des voirs(creven) willems/ Inden yersten aen gheerde van crehain een vande(n) mo(m)bore(n)/ voirs(creven) alsoe dat blijct bij p(ar)tie(n) in een capittel van deser/ rekeni(n)gen voe(r) geruert de so(m)me va(n) c xxxii r(ijnsch) gulden(en)/ xix stuv(er)s ten p(ri)se als voe(r) en(de) noch de selve xx rijd(er)s/ namaels in dit selve blat ov(er) dand(er) zijde gescreve(n) en(de)/ innegebracht die yerstwerf v(er)ghete(n) waren/ Ande(r) resten en(de) faute(n) uutstaen gevallen/ binne(n) den jare(n) van des(er) rekeni(n)gen/ Ierst aen her augustijne(n) vande(n) borchove(n) uut saken va(n)/ twee rijd(er)s tsjaers va(n) xii jare(n) v(er)loepe(n) zijn xxiiii rijd(er)s/ It(em) aen den selve(n) uut sake(n) van noch drie rijd(er)s tsjaers/ van verloepe onbetaelt xxix(½) rijd(er)s
//
Item aen lodewike uute(n) lyemi(n)gen uut saken va(n) lijfrente(n)/ aen hem uutstaende van v(er)loepe xxviii rijd(er)s ii crone(n)/ It(em) aen hubrechte de ruyssce van v(er)loepe iiii rijd(er)s/ It(em) aen cornelise van berghen van achterstelle viii rijd(er)s/ It(em) aen colarde davijn van verloepe xxi r(ijnsch) guld(en)/ It(em) aenden selven van verloepe xxxvi rijd(er)s/ It(em) aen henr(icke) vande(n) borchove(n) acht(er)stel xxii rijd(er)s xix(½) st(uvers)/ It(em) aen rase vande(n) borchove(n) va(n) verloepe viii rijd(er)s/ It(em) aen janne vande(n) borchove(n) achterstel iii rijd(er)s xix(½) st(uvers)/ Item aen loenijse van bierbeke v schilde will(el)mus/ en(de) xiii stuv(er)s van verloepe/ It(em) aen gorde teyten verloop ii rijd(er)s/ It(em) aen henr(icke) le maire achterstel ii rijd(er)s/ It(em) aen clase de kersmake(re) ix rijd(er)s xiii st(uvers)/ It(em) aen janne van lattines van verloepe vii r(ijnsch) guld(en)/ It(em) de selve noch eene(n) rijd(er)/ It(em) aen aerde gossens pazeal sone va(n) v(er)loepe x rijd(er)s/ Su(m)ma su(m)mar(um) van des uutsteet te betalen/ van acht(er)stelle gevallen voir duytgaen des(er)/ rekeni(n)gen voir v(er)claert met des gheert van/ crehain ond(er) heeft tsame(n) iii[c] lxxv r(ijnsch) g(ulden) vi stuv(er)s
//
Item op dacht(er)volgen ende voldoen van des voe(r) geruert/ steet dair inne henric haresch als rintmeester gehoud(en)/ sal wesen na forme des(er) rekeni(n)gen hebbe(n) de voirscr(even)/ mo(m)bore(n) de(n) selve(n) henricke dese rekeni(n)ge gepasseert/ ende dat hij voirtaen dontfang ende duytgeve(n) dien/ sal alsoe he(m) dat bij de(n) selven mombore(n) geordin(eer)t/ sal werden ende tot huere(n) wederseggen/ Desgelijcx heeft de voirs(creven) willem datin met consente/ ende weten van gorde busscop oom vand(er) moeder van/ willem datin henric busscop der voirs(creven) moeder neve/ ende jan m(er)celijs der voirs(creven) moeder brueder zijnen/ maghen ende vrienden vander moed(er) zijden de voirs(creven)/ rekeninge alsoe die spreict gepasseert en(de) aengenome(n)/ in alsoe v(er)re hem dinhout van dien voldaen worde/ ontlastende dair op de voirs(creven) mombore(n) en(de) henricke/ tot den dage vanden uutgane der selver rekeni(n)gen/ It(em) ista om(n)ia su(n)t passata cor(am) me henr(ico) vasont/ notario publico necno(n) joh(ann)e blancart et martino de/ oppendorp t(am)q(uam) scabinis et testib(us) fidedignis febr(uarii) ult(ima)/ a(n)no xiiii[c] lxxi sub pena ex(communi)c(ati)o(n)is et su(n)t hec/ acta in domo d(i)c(t)a fontaine iux(ta) atriu(m) s(anc)ti petri/ lovan(iensis) in una camera retro ibid(em) ho(ra) (com)plet(um) ind(ictione)/ quarta pon(tifica)[t(us)] sixti quarti anno p(ri)mo in p(rese)ncia arnoldi/ kyp et gerardi de baussele t(am)q(uam) testiu(m) fidedignor(um)/ ad p(re)missa testifican(da) vocat(orum) et sp(eci)alit(er) rogat(orum)
//
Hier na zijn bescreve(n) de lijfrente(n) staende voer die/ bewijssenisse vanden dusent rijnsche gulden(en) tstuc/ te xx stuv(er)s gerekent alsoe die gouden ten tijde/ vanden testamente wouters wilen datin en(de) de/ p(er)sone die de selve rente(n) sculdich zijn na inhout/ der brieve dair af zijnde/ Inden yersten raes vanden borchoven jan zijn vader/ henric vanden borchoven jan zijn brueder twee guld(en)/ rijders vallende xiiii daghe in decembri/ Item lodewijc uuten lyemingen her augustijn vanden/ borchoven jan vanden borchoven en(de) andries thomas/ vier rijders vallende ix daghe in septembri/ Item claes davijn hubrecht mattelot gerart van/ crehain vallen(de) vii dage in april iii(½) r(ijnsch) g(ulden) elc te xx stu(vers)/ Item henric le maire van diest octob(ri) iiii[ta] ii rijders/ Item jan vanden borchoven jan en(de) henric va(n) ijsschot vallen(de)/ xviii dage in julio iii(½) rijd(er)s/ Item gerart libert henric de seve en(de) dieric de seve van/ den iiii rijders vallende augusti xxv iii rijd(er)s en(de) den/ vierden is vercregen en(de) na in des(er) reken(inge) verclaert/ Item jan vanden hove aert ende anthonis va(n) quaderebbe/ henric vande(n) borchoven en(de) peter baten vallen(de) opte(n)/ naest lesten dach van aprille ii rijders/ Item geroen loenijs jan roelants loenijs van bierbeke/ gorijs vrancx ende lodewijc mercx vallende xxii/ dage in decembri iii rijders
//
Item loenijs van bierbeke ende hildegheert van holsbeke/ vallen(de) xii dage in julio ii scilde will(el)m(u)s/ Item henric ende jan vanden borchoven ende gheert vande(n)/ hove vallende xxi dage in julio iii rijders/ Item jan vanden hove jan gh(er)mans her jan van ranshem/ en(de) henr(ic) gh(er)mans vallen(de) xxix dage in octob(ri) iii rijders/ It(em) henr(ic) en(de) jan vande(n) borchove(n) jan vand(er) hofstad en(de) b(er)telmeeus/ de hont vallen(de) v dage in septe(m)bri vi rijders/ Item cornelis van berghe raes vande(n) borchove(n) her/ augustijn vande(n) borchove(n) ende jan roelants vallen(de)/ sesse dage in m(er)te iiii rijd(er)s/ Item jan van rode her augustijn vande(n) borchove(n) joes/ van delbroec jan ghermans aert van overbeke/ en(de) jacop van nuysberghe vallen(de) aug(usti) s(ecund)[a] iii rijders/ Item her augustijn vanden borchove(n) jan de witte jan/ vanden hove ende wouter van overbeke vallen(de) op/ den lesten dach van aprille ii rijd(er)s/ It(em) colart davijn vallen(de) xvii dage in meye i rijder/ Item adam van kerckem jan zijn sone en(de) her raes van guy/ dichove(n) vallen(de) aug(usti) xxviii xx rijd(er)s/ Item lodewijc uuten lyemingen claes de kersmake(re)/ en(de) willem va(n) b(er)the(m) vallen(de) xv maii ii rijders
//
Item hubrecht de ruyssche jan de ruyssche bertel de/ ruyssche en(de) geroen loenijs vallen(de) januar(ii) xv ii rijd(er)s/ Item jorijs vanden rode op onderpande vallen(de) xx/ daghe in augusto x rijnsch guld(en)/ Ontfang des voirs(creven) henricx vanden yerste(n) dage/ van junio xiiii[c] lvii inclus tot den yerste(n) dage/ van junio xiiii[c] lviii exclus draecht int/ geheele c r(ijnsch) gulden(en) te xx st(uvers)/ Uutgeven hier jegen in tselve jair bij ordinan(cie) der/ voirs(creven) mombore(n) voir dinhalen vanden rente(n) tverware(n)/ besorch montcoste behoeften van cleedingen en(de) and(er)s/ des voirs(creven) willems te same(n) xl rijd(er)s tstuc te xxv stuv(er)s/ maken vijftich r(ijnsch) gul(den) te xx stuv(er)s/ Also dit jaer meer ontfaen dan uutgeg(even) l r(ijnsch) guld(en)/ Item ontfaen vande(n) yerste(n) dage van junio a(n)no lviii inclus/ tot de(n) yerste(n) dage van junio lix exlcus insgelijcx die/ so(m)me van hondert rijnsche gulden(en)/ Hier jege(n) uutgeg(even) binne(n) de(n) voirs(creven) t(er)mijne(n) van i jare/ voir dinhale(n) d(er) rinte(n) tverware(n) dbesorch montcoste be/ hoefte van cledinge(n) ende anders des voirs(creven) willems/ bij ordinan(cie) als voe(r) vijftich rijnsch gulden(en)/ Also dit jaer oec meer ontf(aen) dan uutgeg(even) vijftich r(ijnsch) guld(en)
//
Ontfaen vanden yersten daghe van junio anno lix/ tot de(n) yerste(n) dage van junio lx insgel(ijcx) c r(ijnsch) guld(en)/ Hier jege(n) uutgegeve(n) binne(n) de(n) voirs(creven) t(er)mijne bij ordinan(cie)/ der momboren die aensien hebben dat den last/ soe groot niet en was vanden houden des voirs(creven) willems/ als inde(n) voirgaen(de) twee jare(n) voir dinhalen vanden/ rinte(n) geheelen besorghe van coste ende anderen be/ hoeften des voirs(creven) willems tsame(n) xxxv rijd(er)s tstuc/ te xxv stuv(er)s make(n) xliii r(ijnsch) guld(en) xv stuvers/ Alsoe dit jaer meer ontfaen dan uutgeg(even) lvi r(ijnsch) g(ulden) v st(uvers)/ Ontfang vanden yerste(n) dage van junio anno lx/ tot den yerste(n) dage van junio anno
//
Ontfaen vanden yersten dage van junio a(nn)[o] lxi totte(n)/ yersten dage van junio a(n)no lxii vande(n) rente(n) des voirs(creven) willems/ de so(m)me van hondert rijnsch(en) guld(en)/ Hier jegen uutgegeve(n) gelijc inde(n) jae(re) naest voirleden/ tsamen xliii rijnsch guld(en) xv stuv(er)s/ Alsoe dit jaer meer ontf(aen) dan uutgeg(even) lvi r(ijnsch) gul(den) v st(uvers)/ Ontfang vanden yersten dage van junio anno lxii/ tot den yersten daghe van junio anno lxiii/ vanden rente(n) des voirs(creven) willems hond(er)t r(ijnsch) gulden(en)/ Hier jegen uutgegeve(n) voir dbediene(n) vande(n) inhalen/ en(de) alle besorghe ende behoeften des voirs(creven) willems gelijc/ inden voirgaen(de) jare xliii r(ijnsch) guld(en) xv stuv(er)s/ Item noch uutgegeve(n) aen tvercrijch van iii r(ijnsch) gulden(en)/ lijfpensien op janne van latijne(n) xix dage in dece(m)bri anno/ xiiii[c] lxii val(ent) xxx r(ijnsch) gulden(en)/ Also dit jaer meer ontfaen dan uutgegeve(n) de so(m)me/ van xxvi r(ijnsch) gulden(en) v stuv(er)s/ Ontfaen vande(n) rente(n) des voirs(creven) willems vande(n) yerste(n) dage/ va(n) junio a(n)no lxiii totte(n) yerste(n) dage junii lxiiii c iii r(ijnsch) guld(en)
//
Hier jege(n) uutgegeve(n) voir dbediene(n) vanden inhale(n) en(de)/ behoefte(n) des voirs(creven) willems binne(n) dese(n) jae(r) xliii r(ijnsch) g(ulden) xv st(uvers)/ Also meer ontfaen dit jaer dan uutgeg(even) lx r(ijnsch) g(ulden) v st(uvers)/ Ontfang vande(n) yerste(n) dage va(n) junio a(nn)[o] lxiiii totte(n) yerste(n) dage/ van junio lxv hondert drie r(ijnsch) gulden(en)/ Hier jege(n) uutgegeve(n) dit jaer aen willems coste en(de) behoefte/ metten bediene(n) als voe(r) xliii r(ijnsch) gul(den) xv stuv(er)s/ Item noch uutgegeve(n) aenden coop van ii rijd(er)s in goude lijftochte(n)/ op aerde pazeal xxvii dage in feb(ruari) anno lx
//
behoefte en(de) bediene(n) van inhalen xliii r(ijnsch) guld(en) xv st(uvers)/ Item aen gerarde van baussele bij beheete jans en(de) gheerts/ momboren voirs(creven) om dienst bij hem in willems sake/ gedaen x rijd(er)s tstuc te xxvi stuv(er)s val(ent) xiii r(ijnsch) gulden(en)/ Aldus dit jaer meer ontfaen dan uutgeg(even) lii r(ijnsch) g(ulden) xix st(uvers)/ Ontfang vanden yersten dage van junio anno lxvi totte(n)/ yerste(n) dage va(n) junio anno lxvii c ix r(ijnsch) gul(den) xiiii stuv(er)s/ Om dat de voirs(creven) mo(m)bore(n) den voirs(creven) henr(icke) na de doot/ vander moeder des voirs(creven) willems voir de coste(n) en(de) laste(n)/ van houden des selfs willems niet meer en hebben wille(n)/ gheve(n) dan xxiiii crone(n) tstuc te xxiiii stuv(er)s alsoe die hier/ gerekent voir uutgeve(n) te(n) ocsuyn va(n) dien die maken/ te samen xxviii r(ijnsch) g(ulden) xvi stuv(er)s/ Item voir dinhalen vanden rinte(n) vi r(ijnsch) guld(en) i q(ua)rt/ Item voir de behoefte des voirs(creven) willems va(n) stoelghelde/ cleede(re) en(de) anders binne(n) desen jare alsoe dat de(n) mo(m)bore(n)/ bij partien geclaert is geweest de so(m)me va(n) xii r(ijnsch) g(ulden) v st(uvers)/ Alsoe dit jaer meer ontfaen dan uutgegeven/ Ontfaen van wille(m) datijns goede vande(n) yerste(n) dage junii/ a(nn)[o] lxvii tot de(n) yerste(n) dage junii lxviii de somme/ van hondert [negen] r(ijnsch) gulden(en) xiiii stuv(er)s/
//
Uutgeve(n) in dit jaer voir willems cost xxviii r(ijnsch) gulden(en)/ ende xvi stuvers/ Item voir dontfang ende inhalen vanden rinte(n) binne(n)/ desen jare vi r(ijnsch) gulden(en) i quart/ Item voir des selfs willems cleedingen ende andere(n)/ behoeften va(n) desen jare de so(m)me van x r(ijnsch) guld(en) xii(½) st(uvers)/ Also dit jaer meer ontfaen dan uutgegeve(n)/ Ontfang vanden yersten dage van junio anno lxviii/ totte(n) yerste(n) dage va(n) junio lxix c ix r(ijnsch) gul(den) xiiii st(uvers)/ Uutgeve(n) op dit jaer van inhale(n) der rente(n) sesse/ rijnsche gulden(en) een quart/ Item voir willems coste xxviii r(ijnsch) gulden(en) xvi stuv(er)s/ Item voir des selfs willems cleedingen en(de) ande(re)n zijne(n)/ behoeften van desen jare x r(ijnsch) guld(en) xi st(uvers) iii q(ua)rt/ Item voir tvercrigen van ii rijd(er)s te xxvi stuv(er)s lijfrente(n)/ op gorde teyten en(de) janne domman twintich rijd(er)s/ maken xxvi rijnsche gulden(en)/ Desgelijcx voir den coop van eene(n) r(ijnsch) gulden(en) op janne/ costain ende hubin mattelot x r(ijnsch) gulden(en)
//
Aldus dit jaer meer ontfaen dan uutgegeve(n)/ Dontfang van willems goeden vande(n) yersten dage van/ junio anno lxix tot den yersten daghe van junio/ anno xiiii[c] lxx de so(m)me van c xiii r(ijnsch) gul(den) vii stuv(er)s/ Uutgeve(n) vanden inhalen der renten van desen jare/ vi r(ijnsch) gulden(en) i quart/ Item voir des voirs(creven) willems cledingen en(de) andere(n)/ behoeften va(n) dese(n) jare de so(m)me va(n) xiiii r(ijnsch) g(ulden) iiii st(uvers) i gr(ipe) brab(ants)/ Item voir zijn costen xxviii r(ijnsch) gulden(en) xvi stuv(er)s/ Also dit jair meer ontfaen dan uutgegeve(n)/ Dontfang van des voirs(creven) willems goeden vanden/ yersten dage van junio anno lxx tot den yerste(n) dage/ va(n) junio anno lxxi gedraecht c xiii r(ijnsch) gul(den) vii st(uvers)/ Uutgeve(n) binne(n) desen jare aen dontfang vanden rente(n)/ sesse r(ijnsch) gulden(en) i quart/ Item voir willems costen xxviii r(ijnsch) gulden(en) xvi stuv(er)s/ It(em) voir des voirs(creven) willems cledinge(n) ende andere(n) behoefte(n)/ de so(m)me van xvi r(ijnsch) guld(en) vi(½) st(uvers)
//
Item noch uutgegeve(n) op dit jaer aen den coop van ii rijd(er)s/ lijftochte(n) op janne de vinealmont twintich rijd(er)s/ die maken xxvi rinsche gulden(en)/ Item noch uutgegeve(n) aen den coop van v r(ijnsch) gulden(en)/ aen janne rigault met zijne(n) medeplege(re)n de so(m)me/ van vijftich r(ijnsch) gulden(en)/ Item noch uutgegeve(n) dit jaer aenden coop van twee/ rijd(er)s lijfrente(n) vanden xxii rijd(er)s lijfrente(n) die adam/ van kerckem ende zijn medeplege(re)n sculdich zijn xx/ rijd(er)s te xxvi stuv(er)s stuc valent xxvii r(ijnsch) guld(en)/ Item noch uutgegeve(n) aen den coop van v r(ijnsch) gulden(en)/ erflijc op gielijs goede vanden torre te ha(n)nut die/ somme van xcii r(ijnsch) gulden(en)/ Alsoe dit jaer meer uutgegeven dan ontfaen/ Item de voirs(creven) mo(m)bore(n) hebben om te come(n) sond(er) rigeur/ ende met gunsten tot afquitingen van zekere(n) rinte(n)/ die de meye(r) van loeven(en) sculdich was te vele jare(n)/ verloepen Desgelijcx die jan roelants als borghe/ geroens loenijs betalen moeste Desgelijcx om zeke(r)/ schade van brande ende anders die jan van lattines/ sculdich was Insgelijcx die colart davijn sculdich was/ bij woutere(n) wilen datin gecrege(n) dair af de vestich(eit)/ vande(n) so(m)migen niet genoech en ware(n) om duyterste/ gebrec van hem te come(n) gecrige(n) quite gescouwen
//
Te weten den voirs(creven) meye(r) xxiii rijd(ers) janne roelants/ sesse rijd(er)s janne van lattines xiiii rijnsch gulden(en)/ colarde davijn v r(ijnsch) guld(en) Ende want henric hier/ af vol ontfang heeft gemaect soe rekent hij dit/ hier in uutgeven d(air) af de so(m)me gedraecht lvi r(ijnsch) guld(en)/ ende xiiii stuv(er)s/ Su(m)ma so(m)maru(m) van alle den ontfange binne(n) den/ jare(n) des(er) rekeni(n)gen die uutghinc den yersten/ dach junii xiiii[c] lxxi exclus loopt xiiii[c] lxxi r(ijnsch)/ gulden(en) te xx stuvers ende thien stuv(er)s/ Ende de geheel so(m)me vanden uutgeve(n) loopt x[c] lxvii/ rijnsche gulden(en) xi stuv(er)s/ Dair op geleecht iii[c] lxxv r(ijnsch) gulden(en) vi stuvers van/ reste uutstaende dat tsamen alsoe namaels blijct afge/ slagen rest dat henric sculdich blijft meer ontfaen/ dan uutgegeve(n) xxviii r(ijnsch) guld(en) xiii stuv(er)s/ Ander uutgeve(n) en(de) bij den voirs(creven) henricke gedaen/ binne(n) den voirs(creven) ix jare(n) op tvoirs(creven) rest/ Inden yersten om dat henric vol ontfang heeft ge/ maect ende de lijfrenten des voirs(creven) willems insdeels/ binne(n) de(n) voirs(creven) t(er)mijne te diversen stonden afgeleecht/ zijn geweest ende de pe(n)ninge dair af eer hij daen/ leggen bevant stille hebben gestaen deen min dand(er)/ meer tijts soe gedraecht dair af de so(m)me die hij hier/ rekent uutgegeven xiiii r(ijnsch) guld(en) xi stuv(er)s/ So(mm)[a] p(er) se xiiii r(ijnsch) gulden(en) xi stuv(er)s
//
Ander uutgeve(n)dat henric noch bewijst uutstaen(de)/ insdeels bij hem gerarde van crehain een/ vanden momboren betaelt ende insdeels bij/ den selve(n) gheerde aen willems creditueren/ gehave(n) d(air) af henric nochta(n) vol ontfang gemaict heeft/ Inden yersten heeft henric den voirs(creven) gheerde betaelt uut/ zijnen handen vijftich rijd(er)s tstuc te xxvi stuv(er)s val(ent)/ in rijnsche gulden(en) te xx stuv(er)s lxv r(ijnsch) gulden(en)/ Item gheert heeft gehaven van janne moreal acht rijd(er)s/ ende eene(n) r(ijnsch) gulden(en) valtent xi r(ijnsch) gulden(en) viii st(uvers)/ Item van sotteal drie rijd(er)s val(ent) iii r(ijnsch) guld(en) xviii st(uvers)/ It(em) va(n) zijnre moeyen ii rijd(er)s val(ent) ii r(ijnsch) gul(den) xii st(uvers)/ It(em) va(n) henr(icke) van diest ii rijd(er)s val(ent) ii r(ijnsch) gul(den) xii st(uvers)/ It(em) va(n) gossoul va(n) crehain i rijd(er) val(ens) i r(ijnsch) g(ulden) vi stuv(er)s/ It(em) van gerar de gerre ii rijnsche guld(en)/ It(em) heeft henric betaelt van gheerts wegen van/ crehain aen janne zedelere vijf peters te xix st(uvers)/ valent iiii r(ijnsch) g(ulden) xv st(uvers)/ Item heeft gheert noch gehave(n) van willems goede/ ter plaetsen dair hij weet xxx rijd(er)s viii stuv(er)s die/ maken tsamen xxxix r(ijnsch) g(ulden) viii st(uvers)/ It(em) heeft de voirs(creven) henr(ic) de(n) voirs(creven) gh(er)de noch betaelt t(er) plaetse(n)/ en(de) aen p(er)sone dair de selve gheert hem dat belaste en(de) die/ hij wel weet xx rijd(er)s ten prijse als voe(r)/ Noch ander uutgeven bij henricke gedaen/ va(n) willems wegen binne(n) den voirs(creven) ix jare(n)/ Ierst van schoelgelde dyerste twee jae(r) elcx jaers/ acht stuv(er)s valent xvi stuv(er)s/ en(de) dand(er) iii jae(r) elx jaers xiiii stuv(er)s maken xlii/ stuv(er)s Sijn tsamen ii r(ijnsch) guld(en) xviii st(uvers)
//
It(em) aen donate ende ander boeke xiii stuv(er)s/ It(em) voir tconsent dat willem cruyne hebben mochte/ aen den cancellier van luydic ii r(ijnsch) g(ulden) vi st(uvers)/ It(em) den wijbusscop vand(er) cruyne(n) ix stuv(er)s/ It(em) vanden brieve(n) van dispensacie(n) van beneficien/ te moegen hebben iiii(½) r(ijnsch) guld(en)/ So(m)ma x r(ijnsch) gulden xvi stuv(er)s/ Item ende want henric vol ontfang heeft gemaect soe/ comen hem te baten tot voldoen van zijnen reste/ voirs(creven) aen de p(er)sone na verclaert alrehande p(ar)tien en(de)/ fauten van penningen die noch onbetaelt uutstaen/ ende in zijnen handen niet comen en zijn ende die de/ selve henric sculdich sal wesen mynlijc oft bij rechte te/ gecrigen ende zijn uterste diligencie dair inne doen/ sonder vertreck om die fauten metten reste dat hij/ na begrijp des(er) rekeni(n)gen meer tachter en(de) in gebreke/ is bekeert te werden in goede oft rente(n) erflijc oft te/ live ten p(ro)ffite des voirs(creven) willems/ Inden yersten aen gheerde van crehain een vande(n) mo(m)bore(n)/ voirs(creven) alsoe dat blijct bij p(ar)tie(n) in een capittel van deser/ rekeni(n)gen voe(r) geruert de so(m)me va(n) c xxxii r(ijnsch) gulden(en)/ xix stuv(er)s ten p(ri)se als voe(r) en(de) noch de selve xx rijd(er)s/ namaels in dit selve blat ov(er) dand(er) zijde gescreve(n) en(de)/ innegebracht die yerstwerf v(er)ghete(n) waren/ Ande(r) resten en(de) faute(n) uutstaen gevallen/ binne(n) den jare(n) van des(er) rekeni(n)gen/ Ierst aen her augustijne(n) vande(n) borchove(n) uut saken va(n)/ twee rijd(er)s tsjaers va(n) xii jare(n) v(er)loepe(n) zijn xxiiii rijd(er)s/ It(em) aen den selve(n) uut sake(n) van noch drie rijd(er)s tsjaers/ van verloepe onbetaelt xxix(½) rijd(er)s
//
Item aen lodewike uute(n) lyemi(n)gen uut saken va(n) lijfrente(n)/ aen hem uutstaende van v(er)loepe xxviii rijd(er)s ii crone(n)/ It(em) aen hubrechte de ruyssce van v(er)loepe iiii rijd(er)s/ It(em) aen cornelise van berghen van achterstelle viii rijd(er)s/ It(em) aen colarde davijn van verloepe xxi r(ijnsch) guld(en)/ It(em) aenden selven van verloepe xxxvi rijd(er)s/ It(em) aen henr(icke) vande(n) borchove(n) acht(er)stel xxii rijd(er)s xix(½) st(uvers)/ It(em) aen rase vande(n) borchove(n) va(n) verloepe viii rijd(er)s/ It(em) aen janne vande(n) borchove(n) achterstel iii rijd(er)s xix(½) st(uvers)/ Item aen loenijse van bierbeke v schilde will(el)mus/ en(de) xiii stuv(er)s van verloepe/ It(em) aen gorde teyten verloop ii rijd(er)s/ It(em) aen henr(icke) le maire achterstel ii rijd(er)s/ It(em) aen clase de kersmake(re) ix rijd(er)s xiii st(uvers)/ It(em) aen janne van lattines van verloepe vii r(ijnsch) guld(en)/ It(em) de selve noch eene(n) rijd(er)/ It(em) aen aerde gossens pazeal sone va(n) v(er)loepe x rijd(er)s/ Su(m)ma su(m)mar(um) van des uutsteet te betalen/ van acht(er)stelle gevallen voir duytgaen des(er)/ rekeni(n)gen voir v(er)claert met des gheert van/ crehain ond(er) heeft tsame(n) iii[c] lxxv r(ijnsch) g(ulden) vi stuv(er)s
//
Item op dacht(er)volgen ende voldoen van des voe(r) geruert/ steet dair inne henric haresch als rintmeester gehoud(en)/ sal wesen na forme des(er) rekeni(n)gen hebbe(n) de voirscr(even)/ mo(m)bore(n) de(n) selve(n) henricke dese rekeni(n)ge gepasseert/ ende dat hij voirtaen dontfang ende duytgeve(n) dien/ sal alsoe he(m) dat bij de(n) selven mombore(n) geordin(eer)t/ sal werden ende tot huere(n) wederseggen/ Desgelijcx heeft de voirs(creven) willem datin met consente/ ende weten van gorde busscop oom vand(er) moeder van/ willem datin henric busscop der voirs(creven) moeder neve/ ende jan m(er)celijs der voirs(creven) moeder brueder zijnen/ maghen ende vrienden vander moed(er) zijden de voirs(creven)/ rekeninge alsoe die spreict gepasseert en(de) aengenome(n)/ in alsoe v(er)re hem dinhout van dien voldaen worde/ ontlastende dair op de voirs(creven) mombore(n) en(de) henricke/ tot den dage vanden uutgane der selver rekeni(n)gen/ It(em) ista om(n)ia su(n)t passata cor(am) me henr(ico) vasont/ notario publico necno(n) joh(ann)e blancart et martino de/ oppendorp t(am)q(uam) scabinis et testib(us) fidedignis febr(uarii) ult(ima)/ a(n)no xiiii[c] lxxi sub pena ex(communi)c(ati)o(n)is et su(n)t hec/ acta in domo d(i)c(t)a fontaine iux(ta) atriu(m) s(anc)ti petri/ lovan(iensis) in una camera retro ibid(em) ho(ra) (com)plet(um) ind(ictione)/ quarta pon(tifica)[t(us)] sixti quarti anno p(ri)mo in p(rese)ncia arnoldi/ kyp et gerardi de baussele t(am)q(uam) testiu(m) fidedignor(um)/ ad p(re)missa testifican(da) vocat(orum) et sp(eci)alit(er) rogat(orum)
Nagekeken door: Kristiaan Magnus
Moderator: Mi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-07-26 door Xavier Delacourt