SAL7368, Akte: R°253.3-V°253.1 (543 van 735)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°253.3-V°253.1  
Act
Datum: 1475-03-21

Transcriptie

2021-09-02 door helga peeters
Nae dien dat de prochiaen en(de) kercmeest(er)s van sinte qui(n)tens/
te loven(e) voe(r) den rade vander stad gedaecht hebbe(n) gehadt/
jouffr(ouwe) katlijne(n) lonijs wettige dochter jans wile(n) lonijs om te/
hebben(e) huer recht vander sepultue(re)n des voirs(creven) wile(n) jans huers/
vaders d(air)af zij erfg(ename) wa(r)e ende de selve jouffr(ouwe) katlijne ten/
daighe d(air)toe dienen(de) geseecht heeft dat zij d(air)af soude zijn/
ongehoude(n) en(de) hadden zij d(air)af yet te eyssche(n) dat mochte(n)
//
zij doen he(re)n robbeerde lonijs p(ri)este(r) hue(re)n oem die alsoe zij/
seyde geloeft soude hebbe(n) te betale(n) alle de schulde(n) die de/
voirs(creven) wile(n) jan huer vader schuldich was ende dair nae de/
selve h(er) robbeert en(de) jouffr(ouwe) katlijne tsame(n) voe(r) den rade/
vander stat comp(ar)e(re)nde tege(n) den voirs(creven) p(ro)chiae(n) en(de) kercmeest(er)s/
heeft de selve jouffr(ouwe) katlijne getendeert tot dien dat de/
voirs(creven) h(er) robbeert mids der voirs(creven) geluefte(n) die zij p(rese)nteerde te/
thoene(n) gehoude(n) zijn soude huer tontlaste(n) vande(n) eyssche des/
voirs(creven) p(ro)chiaens en(de) kercmeest(er)s dair teghe(n) de voirs(creven) h(er) robbert/
in zijne(n) v(er)antweerde(n) dede segge(n) dat hij bekinde dat mits de(n)/
ov(er)geven(e) van zeke(re)n erfgoede(n) hem gedae(n) bijder voirs(creven) katlijne(n) en(de)/
lijsbette(n) huer(er) sust(er) metgad(er)s huer(er) beyder moeder en(de) hue(re)n mo(m)boir/
hij geloeft hadde te cuele(n) alle(n) schulde(n) d(air)voe(r) hij als borghe/
van wile(n) den voirs(creven) janne zijne(n) brueder gesproke(n) hadde en(de)/
die de selve jan hem oick schuldich was alsoe v(er)re zeke(re)/
acten tussche(n) he(n) voe(r) den rade ons gened(ichs) he(re)n gepasseert dat/
inhielden en(de) begrepe(n) Hopen(de) dat hij niet voerde(r) in eenige/
schult va(n) zijne(n) brued(er) en soude wese(n) gehoude(n) Ende de (con)tracte(n)/
tussche(n) hem en(de) zijnd(er) voirs(creven) nichte(n) ware(n) geschiet voe(r) wet beyde/
te loven(e) en(de) te berthem zoe hoept hij dat hij vand(er) schult/
voirs(creven) soude zijn en(de) blive(n) ongehoude(n) en(de) dat hem de(n) thoen/
bijder voirs(creven) jouffr(ouwe) katlijne(n) v(er)mete(n) gheen onstade doe(n) en soude/
d(air)op zeke(re) informacie nae p(ar)tie(n) v(er)mete bijde(n) rade vand(er) stadt/
genome(n) es geweest Ende zoe es ten uuyt(er)sten opde voirscr(even)/
questie rijpelijck gelet en(de) bijde(n) rade vand(er) stat get(er)mineert/
dat de voirs(creven) p(ro)chiaen en(de) kercmeest(er)s [en(de) desgelijx de voirs(creven) jouffr(ouwe) kat(lij)[ne(n)] met hue(re)n eyssche aende(n)/
voirs(creven) he(re)n robbeerde v(er)doelt zijn ende hebbe(n) zij [de voirs(creven) p(ro)ch(iaen) en(de) kercmeesters] e(n)nich gebreck/
van schulde(n) oft eyssche va(n) hue(re)n rechte dat zij dat doen moege(n)/
op ande(re) alsoe hue(re)n raet gedrage(n) sal act(um) et det(er)minat(um)/
m(ar)cii xxi
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2016-10-18 door Jos Jonckheer