It(em) de voirs(creven) wouter heeft geconsenteert wairt tsake dat hij sond(er)/ wettige gebuerte van hem achter te laten aflivich wordde dat dan/ zijnen voirs(creven) twee oems volghen souden de twee thien rinsche guld(en)/ lijfpen(sien) die gecocht en(de) gecreg(en) sijn metten hondert rinsche guld(en)/ eens die vand(er) soenen quamen al wairt dat die alsdan opde(n) eene(n)/ vand(en) twee oems meer stonde(n) dan opde(n) ande(re)n oft de p(ri)ncipael pe(n)ninge/ vande(n) selve(n) x rinsche guld(en) lijfpen(sien) op dat die dan afgeleecht wordde(n)/ Behalven wairt tsake dat de voirs(creven) wouter tot huweliken state come(n)/ zijnde wettich oer hadde een oft meer dat dan de selve wout(er) metter/ selver lijfpen(sien) oft vand(en) pe(n)ning(en) vand(er) afquiting(en) van dier gecome(n)/ sijnen vryen wille soude moig(en) doen des voirscr(even) steet niet weder/ staen(de) ende dat de selve wouter de pachten van dien altijt heffen/ sal ende oft die afgequijt wordde datmen de pe(n)ninge altijt te des(er)/ naturen en(de) (con)dicien weder aenleggen sal Ende hier toe hebben de/ vors(creven) wouter ter eender sijden en(de) sijn oems ter ande(re) geordineert/ gestelt en(de) gesedt en(de) mits des(er) ordine(re)n stellen en(de) setten joese de becke(re)/ besorg(er) toesiender ende verwaerder geven(de) hem volcomen macht/ dat te doen gescien en(de) te vervolghen gelijc zij selve soude(n) moig(en)/ doen eisd(em)