SAL7372, Akte: R°315.1-V°315.1 (674 van 844)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°315.1-V°315.1  
Act
Datum: 1479-04-15

Transcriptie

2020-03-24 door xavier delacourt
Item jan tyelens geheeten peters zone peters tyelens en(de) laureys de kersmake(re)/
zone wijlen adaems hebben opgedragen met wettig(er) verthidenissen een huys/
metten scaelgiken aenhancsele en(de) coyen voe(r) stalle en(de) den toebehoirte(n) nae den/
onderscheide vo nae bescrev(en) gelegen neven den putte int straetken oft plainke(n)/
dairmen uut(er) proefstrate(n) gaet ten kerspetstraetke(n) en(de) voort t(er) cortstrate(n) weert/
welc huys laureys wilen van wynghe aldair achter zijn p(ri)ncipael woenhuys/
inde voirs(creven) cortstrate geleg(en) te besitten plach tussce(n) de goede jans goed(er)toys/
ter eend(er) sijden en(de) tvoirscr(even) kerspetstraetke(n) ter ande(re) Met sulken ond(er)scheide/
en(de) vorweerde(n) dat die selve erve beneden ter eerden totten nedersten soldere/
toe scheiden sal opden balc oft gebinde liggen(de) inde nedercame(re) van dien huyse/
en(de) dat den wand nu aldair staen(de) omtri(n)t op twee voete(n) nae den selve(n) balcke/
dair mede die nedercame(re) vand(en) vloe(r) oft stalle vo(r)e verscheide(n) heeft geweest/
verstelt sal wordde(n) ter selver nedercame(re)n weert inne te wete(n) ter cortstrate(n)/
weert tot opde(n) selve(n) balc dair mede dat voirscr(even) erve aldair vand(en) ande(re)n/
erve totte(n) voirs(creven) p(ri)ncipale [voerhuyse] erve bliven(de) verscheide(n) sal blive(n) alsoe dat den/
selven wand dese twee erven aldair beneden scheidende gestelt sal wordde(n)/
dat dien met sijnder volder ty(m)meringe(n) en(de) pleckaige(n) gaen en(de) staen sal reyse/
gelic den cante vand(en) selven balcke ter proefstraete(n) weert Ende desen want/
sal aldus aldair ten coste en(de) laste der voirs(creven) jans tyelens en(de) laureys de kersmake(re)/
herstelt en(de) erflic gehouden wordden en(de) beslote(n) soe wel inde ganc aldair buyten/
der selver nedercame(re)n dair gheenen want oft onderslach gestaen en heeft als/
inder selver ned(er)came(re)n en(de) nae de geleye vand(en) selve(n) herstelden wande It(em) dat den/
want dair boven afsluyten(de) den yerste(n) oft onderste(n) solde(r) blive(n) sal in sijne(n) wesene/
dair dien nu staet en(de) de dore dair inne nu hangen(de) sal oic te(n) laste van hen/
beide(n) afgedaen en(de) die plaetse toegemaict en(de) verplect wordde(n) en(de) insgelix dien/
want int geheele tot hue(re)n laste tot eeuwig(en) daige(n) ond(er)houde(n) wordde(n) Ende alle/
die grate die tot nu toe dair gedient hebben om totten yerste(n) en(de) tweeste(n) solde(r)/
te comen sullen de voirs(creven) jan en(de) laureys tot hue(re)n laste afdoen en(de) dan [sullen die] volghen/
willem(me) ricx coepe(r) van desen voirs(creven) goede(n) om die tot sijne(n) gerieve op en(de) binne(n)/
tsijne en(de) tsijnder zijden weert naeden voirs(creven) onderscheide te moge(n) comen setten/
Item [dat] den tweesten derden en(de) vierden solde(r) vanden selven huyse bliven sullen int geheele/
zond(er) mynde(re)n oft myncke(n) als toebehorte van desen huyse en(de) in desen coepe in alle der/
groetten en(de) gelegenth(eden) van voe(r) tot acht(er) dat de geheele cappe vand(en) huyse bewijst
//
en(de) voort met allen den ande(re)n des voirs(creven) huys toebehorte(n) dan die vo(r)e geexci/
pieert en(de) uutgenome(n) sijn Behalven oec dat de voirs(creven) willem rix coepe(r)/
van desen goeden opden tweesten solde(r) voirs(creven) niet nemen en sal moghen/
themelliecht dat de voirs(creven) twee v(er)coep(er)s dair hebben en(de) behouden ter zijden/
weert des voirs(creven) jans goed(er)toys mair dat hen dat uute(n) selve(n) tweeste(n) solde(r)/
erflic blive(n) sal inder maten zij dat nu dair hebben Ende hen dair af/
nae ordinan(cien) des rechts ontgoedt en(de) metallen onterft zijnde Soe es/
dair inne gegoidt en(de) geerft opde onderscheiden en(de) distinctien voirs(creven) de/
voirs(creven) willem ricx briede(r) inden olifant p(er) mo(nicionem) (et) licen(ciam) (et)c(etera) Met vorweerde(n)/
voort dat de v(er)coep(er)s voirs(creven) die goede die zij aldair uute(n) erve dat totte(n) voirs(creven) v(er)cochte(n)/
huyse behoort heeft gespleten behouden en(de) den p(ri)ncipale(n) erve inde cortstrate geleg(en)/
toegevuecht hebben soe v(er)re hen die bestrecken te wete(n) van benede(n) t(er) eerde(n) totte(n) tweeste(n)/
solde(r) toe en(de) vanden onderslag(en) voirs(creven) dair mede die gelic vo(r)e benede(n) ond(er)slage(n) sullen/
wordde(n) en(de) opde(n) yerste(n) solde(r) nu ond(er)slage(n) zijn van hue(re)r zijden Ende de voirs(creven) willem/
voort de selve goede opweert en(de) tallen zijde(n) dair hem trecht van dien toebehort/
acht(er)volgen(de) den vors(creven) ond(er)sceide van zijnd(er) sijde(n) houde(n) selen in goed(er) lofliker rep(ar)acien/
tot eeuwig(en) daige(n) alsoe dat gheen van hen bij gebreke des and(er)s aen tsijne/
beschadicht en wordde Mair al eest soe dat themelliecht voirs(creven) hem voirder/
en(de) wat hogher bestrect dan totten [ii[te(n)]] solde(r) voirs(creven) zoe en sullen zij nochtan nyet/
voirde(r) dan totte(n) selve(n) tweesten solde(r) int rep(ar)eren en(de) onderhoude(n) van dien/
gehoude(n) zijn dan alleene int ghene des den selve(n) hue(re)n liechte aldair aengaet/
Et sat(isfacere) d(i)c(t)e p(er)sone et war(andizare) sub uno denario a(n)nui cens(us) curren(tis) tamq(uam) p(ro)ut/
roelofs willemair ap(ri)lis xv
Nagekeken doorGreet Stevens , Mi-Je Van Gils
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2016-09-21 door Xavier Delacourt