SAL7372, Akte: R°215.3-V°215.1 (484 van 844)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°215.3-V°215.1  
Act
Datum: 1479-01-28

Transcriptie

2019-10-31 door xavier delacourt
Vander questien die inde banck voir meye(r) en(de) scepen(en) va(n) loeven(e)/
geweest heeft tusschen jouffr(ouwe) lijsbetten weduwe jacops wile(n)/
va(n) duysborch t(er) eender zijden ende henr(icke) de hollande(re) t(er) ande(re)/
om drie cap(uynen) en(de) drie oude gr(ooten) outs en(de) erfs chijs die de voirs(creven)/
jouffr(ouwe) yesch te hebbe(n) van eene(n) huyse en(de) hove met allen/
zijne(n) toebehoirte(n) des voirs(creven) henr(ix) geleg(en) inde ridderstrate/
tussche(n) de goede denijs van ha(m)me en(de) der wed(uwe) jans wilen/
samps t(er) eender zijden henr(ix) rogma(n) t(er) ande(re) tshe(re)nstrate
//
ter derder ende de calchove(n)strate t(er) vierder zijden Ende boodt/
te bewijsen dat hue(r) vorders voe(r) en(de) zij nae d(air)af in behoirlik(er)/
possessien hadden geweest over xxx jair ende dage ende/
dien chijs hadden gehave(n) opden voirs(creven) pant ende oft huer/
dien thoen te cranck wa(r)e zoe p(rese)nteerde zij d(air)toe huer/
behoudt in behoirlijcker manie(re)n conclude(re)nde alsoe dat/
huer sculdich wa(r)e hue(re)n chijs te volge(n) Dair tege(n) de voirs(creven)/
henr(ic) hem v(er)antweerden(de) bekinde genoech dat den voirscr(even)/
chijs bij huer en(de) hue(re)n voirsete(n) alsoe mocht zijn gehave(n)/
mair dat dien va(n) rechte wa(r)e gehave(n) dat en bekinde hij niet/
Ende alsoe uuyt(er)lijck gaf hij over wair de jouffr(ouwe) d(air)af huere/
behoudt dede als recht dat hij dan d(air)mede te vreden zijn/
woude Ende alsoe nae dat zij totte(n) selve(n) hue(re)n behoude gewijst/
es geweest heeft zij op heden inde banck gecleert bij/
eede dat des voirs(reven) jacops huers mans voirsete(n) voe(r) en(de)/
de selve jacop nae ov(er) x xx xxx jair en(de) dage(n) ende/
d(air)enbove(n) den voirscr(even) chijs op de voirscr(even) pande Welken/
chijs ende pande tussche(n) zijn vier regengenote(n) aldair gelese(n)/
worden gehadt ende gehave(n) hadden als hue(re)n prope(re)n erfchijs/
en(de) erfrecht en(de) dat zij dien als tocht(er)sse en(de) huer tochtrecht dairop/
alsnoch hadde soe moest huer god hulpe(n) en(de) zijn heyligen/
Dwelck gedaen ald(air) ter stont quame(n) matheeus de coste(re) en(de)/
jan was clerende en(de) tuygen(de) bij hue(re)n eede(n) lijflijck te(n) heylige(n)/
weert gedaen dat dien eedt bijder voirs(creven) jouffr(ouwe) gedaen was/
goet gerecht en(de) o(m)meynedich Naden welke(n) de selve jouffr(ouwe)/
sustineerde huers behoudts wel volcome(n) te zijne dat huer den/
voirscr(even) chijs sculdich soude zijn te volge(n) d(air)tege(n) de wed(er)p(ar)tie/
sustineerde de (con)trarie zonder noch d(air)toe reden(en) te allige(re)n/
alsoe dat scepen(en) inder saken gemaent wijsden met vo(n)nisse/
dat de selve jouffr(ouwe) huers thoens wel was volcome(n) en(de)/
dat huer hue(re)n erf chijs volgen soude januar(ii) xxviii
Nagekeken doorGreet Stevens , Jos Jonckheer
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2016-09-20 door Xavier Delacourt