SAL7372, Akte: V°245.2-R°246.1 (531 van 844)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°245.2-R°246.1  
Act
Datum: 1479-02-13

Transcriptie

2020-09-02 door xavier delacourt
Op heden zijn come(n) bijden rade vander stadt de prochiaen/
der kerken van sinte mych(iel) te loven(e) henr(ic) steyman als/
p(ro)cur(eur) der kercmeest(er)s vander selv(er) kerken en(de) her henr(ic) van/
wave(re) als voe(r) hem selve(n) t(er) eendere ende jan campus ter/
ande(r) zijden Aldair de voirs(creven) prochien procur(eur) en(de) her henr(ic)/
v(er)sochten dat hen de voirs(creven) campus contente(re)n soude te/
weten(e) den prochiaen va(n) eene(n) r(ynsch) g(ulden) voir zijn recht henr(icke)/
steyman van twee r(ynsch) g(ulden) voe(r) tkerken recht en(de) den voirs(creven)/
he(re)n henr(icke) van eene(n) r(ynsch) g(ulden) voir een dertichste dat hij gedae(n)
//
hadde voir eene vrouwe geheete(n) va(n) ludick dewelke inde/
voirscr(even) prochie cortswegs aflivich worden was Ende onder/
dande(re) seyde de voirs(creven) h(er) henr(ic) en(de) nam op zijne priesterscap/
dat hij bij tvoirscr(even) vrouken hadde geweest totte(n) uuyt(er)ste(n) en(de)/
dat hij huer geg(even) hadde hue(r) heylige sacrame(n)ten alsoet behoirde/
Ende dat zij hem seyde hoe zij gegeve(n) hadde den voirs(creven) ca(m)p[(us)]/
hue(re)n weert een borse d(air)inne stake(n) seven coirvorst(er)s g(ulden) en(de) eene(n)/
utrichsche(n) g(ulden) om d(air)mede te betalen(e) hue(r) kerke(n)rechte(n) zoe v(er)re/
zij aflivich w(er)de en(de) dat zij bat de(n) selve(n) h(er) henr(icke) dat hij voir/
hue(r) ziele bidden woude en(de) een d(er)tichste lese(n) d(air)voe(r) zij he(m) maecte/
eene(n) r(ynsch) g(ulden) d(air)af voe(r) ger(ekent) wort Seyde oick de selve h(er) he(n)r(ic)/
dat dair oeck bleve(n) ware(n) e(n)nig(er)hande clede(re)n toebehoiren(de) der/
selver v(rou)wen hoopte(n) en(de) meynde(n) de voirs(creven) p(er)sone dat de voirs(creven)/
jan campus gehoude(n) soude zijn hue(re)n uuyt(er)sten wille te volbri(n)gen(e)/
en(de) hen te betalen(e) van tgene des voirs(creven) es Dair tege(n) jan/
campus hem v(er)antweerden(de) seyt dat wae(r) was dat hij de borse/
mette(n) gelde ontfange(n) hadde en(de) dat hij d(air) vele af betaelt hadde/
gelijck hij dat hoepte te bewijsen(e) met eend(er) cedulle(n) die hij inde(n)/
rechte ov(er)gaf en(de) nae dat die cedulle gevisenteert was soe/
beva(n)t men dat hij so(m)mige dinge(n) gegeve(n) hadde t(er) plaetse(n) dair dat/
niet en behoirde zonder de voirs(creven) p(er)sone(n) te (con)tente(re)n Met welker/
voirs(creven) cedullen hij meynde te gestane Want hij niet meer vander/
voirs(creven) v(rou)wen onder en hadde d(air)om dat hij voirder in huer gehoud(en)/
soude wese(n) ten wa(r)e dat zij dat consten bewijse(n) want zij/
eene arme v(rou)we was die dagelijx om huer broot ghinck/
welke voirscr(even) p(ar)tien in wed(er)zijden gehoirt W(er)t den selve(n) uuytgesp(ro)ke(n)/
en(de) gesegt voir recht dat jan campus den voirg(enoemde) p(er)sonen hue(r)/
rechten en(de) legaten betale(n) sal gelijck die bove(n) gespecifieert/
staen en(de) hadde hij yema(n)de yet gegeve(n) het ware(n) pe(n)ni(n)ge/
oft clede(re) uuyt hem selve(n) dat hij die vervolchde alsoe hem/
dat gelieve(n) soude In consilio opidi febr(uarii) xiii
Nagekeken doorGreet Stevens
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2016-09-20 door Xavier Delacourt