It(em) h(er) jan boels al(ia)s kempene(re) als procur(eur) henr(ix) zijns vaders/ en(de) jan van ost als procur(eur) d(er) sartroise(n) van antwerpe(n) met hue(re)n/ adhe(re)nten hebben geconsenteert henr(icke) van cuyck wes hij met/ instrume(n)ten doceert vand(en) l r(ijnsch) g(ulden) erflijck dair questie aff es/ den selve(n) henr(icke) in huwelijke geg(even) te zijne dat hem dat/ in rechte diene(n) sal gelijck oft hij die met leve(n)der waerh(eit)/ en(de) wettige(n) getuyge(n) geclaert hadde Ende p(ar)tien hebbe(n) same(n)tlijc/ hue(re)n dach van thoene(n) op hede(n) dienen(de) uuytgestelt tot van/ en donderdage naestcomen(de) in xiiii nachte(n) te mistijde mids/ dat henr(ic) alle zijn getuyge(n) bijder hant niet en hadde en(de) zijn/ wederp(ar)tie in v(er)weerders stat bereet was met alle(n) hue(re)n/ getuyge(n) soe zij seyde Voirts heeft henr(ic) ov(er)gegeve(n) eve(n)v(er)re/ ten selve(n) uuytgestelden dage alle zijn getuyge(n) niet en (com)p(ar)erd(en)/ dat de selve zijn wed(er)p(ar)tie dan met hue(re)n thoene selve
//
procede(re)n sal moege(n) behalve(n) dat henricke dat in zij(n) recht/ van zijne(n) voirthoene gheen p(re)judijs en drage mair dat zijne(n)/ nathoene in dien rechte en(de) selve(n) wesen(e) hem diene in rechte/ gelijck oft die(n) vo(r)e wa(r)e geschiet Act(um) in scampno cor(am) scab(inis)/ februar(ii) xx