SAL7373, Akte: R°216.3-V°216.1 (467 van 786)
Akte R°216.3-V°216.1
Act
Datum: 1480-02-16
Transcriptie
2020-10-01 door Greet FobletsVander questien die voe(r) den rade vand(er) stat geweest es tussche(n)/
katlijne(n) weduwe jans wile(n) sridd(er)s t(er) eender zijde(n) en(de) lijsbetten/
merx t(er) ande(re) d(air) de selve ka(tlij)[ne] die voe(r) gebreck va(n) hue(re)r erfrinte(n)/
va(n) vi rijders ts(jaers) die zij hadde opde goede va(n) thuyne(n) wijle(n)/
henr(icke) merx toebehoiren(de) uuyt crachte va(n) leveringen huer/
ov(er)lanck vande(n) selve(n) hue(re)n onderpande(n) gesciet was in besitte en(de) gebruyke/
d(er) selv(er) hue(re)r ond(er)pande(n) en(de) d(air)aen de voirs(creven) lijsb(eth) pijnde de hande te slane/
v(er)socht dat de selve lijsb(eth) bedwonge(n) worde hue(r) hande d(air)af te doen(e) en(de)/
huer dier niet tonderwinde(n) voir zij v(er)nuecht wa(r)e va(n) hue(re)n acht(er)stelle/
met coste en(de) co(m)me(r) oft voir en(de) eer trecht wa(r)e gelope(n) en(de) de t(er)mi(n)acie/
gegae(n) op tstuck vand(er) rekeni(n)gen bijd(er) selv(er) ka(tlij)[ne(n)] d(er) stat ov(er)geg(even) en(de)/
dat hue(r) alsoe hue(r) rest opgeleecht wa(r)e D(air)tege(n) lijsb(eth) antwerden(de)/
hoepte nae dien zij wel v(er)borcht hadde tselve reste te betale(n) oft(er) e(n)nich/
wa(r)e alsoe dat beslicht soude zij(n) tussche(n) hue(r) en(de) d(er) voirs(creven) v(rou)we(n)/
sridders en(de) trecht d(air)af gelope(n) wa(r)e dat zij t(er) stont die goede mocht/
aenveerden en(de) hantplichte(n) en(de) [dat] ka(tlij)[ne] d(air)af sculdich wa(r)e de hande te/
lichte(n) Es uuytgesproke(n) dat de selve lijsb(eth) huer der voirs(creven) goede/
niet meer en sal onderwinden voe(r) aender tijt dat de t(er)mi(n)acie va(n)d(er)/
stat tussche(n) de voirscr(even) p(ar)tie(n) op tproces ald(air) tussche(n) hen geport
//
op tstuck vander selver ka(tlij)[ne(n)] ov(er)geg(even) rekeni(n)g(en) gelope(n) sal zij(n) En(de)/ want de selve lijsbeth allig(eer)de van boomkens oft poote(n) d(air) te/ wille(n) sette(n) die gecocht ware(n) soe was gecleert dat zij die/ goede bete(re)n mochte en(de) de selve ald(air) soe plante(n) zonder die te/ arge(re)n In cons(ilio) op(idi) februarii xvi
//
op tstuck vander selver ka(tlij)[ne(n)] ov(er)geg(even) rekeni(n)g(en) gelope(n) sal zij(n) En(de)/ want de selve lijsbeth allig(eer)de van boomkens oft poote(n) d(air) te/ wille(n) sette(n) die gecocht ware(n) soe was gecleert dat zij die/ goede bete(re)n mochte en(de) de selve ald(air) soe plante(n) zonder die te/ arge(re)n In cons(ilio) op(idi) februarii xvi
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2016-12-06 door Jos Jonckheer