It(em) de voirs(creven) vier borghen [hebbe(n)] gelooft indivis(im) malcande(re)n ter hant te/ staene en(de) te hulpe(n) drage(n) gelijkerhant alle v tgene des zij mits der oft/ e(n)nich van hen voird(er) dan dande(r) mits der vors(creven) borchtocht te gelden/ sullen moge(n) hebben en(de) oic van alle(n) coste(n) en(de) laste(n) die deen van hen/ eenich van hen voird(er) dan dande(r) d(air) om gelede(n) hadde heeft voort/ de vors(creven) pechtene(r) geloeft sijne(n) vors(creven) borge(n) dat hij hen te bate(n) bringe(n)/ sal [noch] drie borge(n) die hij genome heeft en(de) die hen voir scep(enen)/ van halen binne(n) xv dage(n) naestcomen(de) oic v(er)oblige(re)n sulle(n) voir/ al des vors(creven) steet en(de) te om te gelik(en) last te staene eisd(em)