SAL7373, Akte: R°351.4-V°351.1 (773 van 786)
Akte R°351.4-V°351.1
Act
Datum: 1480-06-13
Transcriptie
2021-11-24 door Greet FobletsItem thomaes van e(re)nboudegheem zone wile(n) pet(er)s heeft geloeft/
he(re)n robbrechte vanden berghe prieste(r) als procur(eur) g(er)meyne(n) vand(en)/
berghe zijnder natuerlijcker suster dat hij tusschen dit en(de) den/
yerste(n) dach van september naestcomen(de) sette(n) sal opde(n) wissel/
der stat van loven(e) veertich pet(er)s te xviii stuv(er)s tstuck ende/
nege(n) nege(n)menekens voe(r) elk(en) stuv(er) voe(r) dafquite(n) va(n) alsulke(n)
//
vier gouden pet(er)s als de voirscr(even) [thomaes] der voirs(creven) g(er)meyne(n) tot hue(re)n/ live bekinde voe(r) scepen(en) van antwerpen int jair xiiii[c] liiii/ xxv dage in april nae paessche(n) welk(en) brief den voirs(creven) thomase/ overgegeve(n) sal worden soe geringe die pe(n)ning(en) opde vuege(n)/ naebescr(even) weder ae(n)geleegt sulle(n) zijn Met welk(en) pe(n)ni(n)g(en) gecocht/ sulle(n) worden vier gelijke pet(er)s de twee te(n) live der voirs(creven) g(er)meyne(n)/ en(de) claus des voirscr(even) thomaes zone aut en(de) dander ii ten/ live d(er) selver g(er)meynen en(de) lijsken(e) natuerlijcker docht(er) desselfs/ thomaes aut oft tot e(n)nige(n) ande(re)n live(n) inde stadt d(er) selv(er) lijsken(e)/ die thomaes d(air)toe noeme(n) sal d(air)inne de voirs(creven) g(er)meyne hue(r)/ heffen hebbe(n) sal alsoe lange als zij leeft Ende in gebreke/ vand(er) voirs(creven) settinge(n) heeft de voirscr(even) thomaes geloeft g(er)meyne(n) de/ voirs(creven) vier pet(er)s te bewijse(n) voe(r) scep(enen) va(n) antw(er)pen noch totten/ panden d(air) die opstae(n) op twee hollan(sche) g(ulden) erflijck die hij heeft/ op zeke(re) goede gelege(n) te hersselt en(de) noch op een stuck eeussels/ houden(de) omtrint een half boender geleg(en) aldair Dwelck hij/ alsdan warande(re)n sal op she(re)n chijs vand(en) gronde en(de) totte(n) dage/ vand(er) bewijsseniss(en) soe v(er)re hij die doet oft dat de pe(n)ni(n)g(en)/ bij hem als vo(r)e gestelt ae(n)gelegt sulle(n) zijn sal thomaes den/ pacht betale(n) nae gelande vand(en) tijde heeft voirt geloeft/ den voirs(creven) h(er) robbreechte inden name als vo(r)e te betale(n) tussche(n)/
dit en(de) sint jacops dage naestcomen(de) de vie(r) pet(er)s voe(r) desen/
dach gevalle(n) quol(ibet) ass(ecutu)[m] Ende oft de voirscr(even) rinte alsoe/
gecocht afgelegt worde datme(n) de pe(n)ni(n)ge d(air)aff comen(de) wed(er)om/
ter gelijker natue(re)n ae(n)legge(n) sal d(air)inne de voirs(creven) g(er)meyne/
altijt hue(r) heffen hebben sal cor(am) berthe(m) moele(n) junii xiii
//
vier gouden pet(er)s als de voirscr(even) [thomaes] der voirs(creven) g(er)meyne(n) tot hue(re)n/ live bekinde voe(r) scepen(en) van antwerpen int jair xiiii[c] liiii/ xxv dage in april nae paessche(n) welk(en) brief den voirs(creven) thomase/ overgegeve(n) sal worden soe geringe die pe(n)ning(en) opde vuege(n)/ naebescr(even) weder ae(n)geleegt sulle(n) zijn Met welk(en) pe(n)ni(n)g(en) gecocht/ sulle(n) worden vier gelijke pet(er)s de twee te(n) live der voirs(creven) g(er)meyne(n)/ en(de) claus des voirscr(even) thomaes zone aut en(de) dander ii ten/ live d(er) selver g(er)meynen en(de) lijsken(e) natuerlijcker docht(er) desselfs/ thomaes aut oft tot e(n)nige(n) ande(re)n live(n) inde stadt d(er) selv(er) lijsken(e)/ die thomaes d(air)toe noeme(n) sal d(air)inne de voirs(creven) g(er)meyne hue(r)/ heffen hebbe(n) sal alsoe lange als zij leeft Ende in gebreke/ vand(er) voirs(creven) settinge(n) heeft de voirscr(even) thomaes geloeft g(er)meyne(n) de/ voirs(creven) vier pet(er)s te bewijse(n) voe(r) scep(enen) va(n) antw(er)pen noch totten/ panden d(air) die opstae(n) op twee hollan(sche) g(ulden) erflijck die hij heeft/ op zeke(re) goede gelege(n) te hersselt en(de) noch op een stuck eeussels/ houden(de) omtrint een half boender geleg(en) aldair Dwelck hij/ alsdan warande(re)n sal op she(re)n chijs vand(en) gronde en(de) totte(n) dage/ vand(er) bewijsseniss(en) soe v(er)re hij die doet oft dat de pe(n)ni(n)g(en)/ bij hem als vo(r)e gestelt ae(n)gelegt sulle(n) zijn sal thomaes den/ pacht betale(n) nae gelande vand(en) tijde heeft voirt geloeft/ den voirs(creven) h(er) robbr
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2016-12-14 door Jos Jonckheer