SAL7375, Akte: R°107.1-R°108.1 (240 van 1099)
Akte R°107.1-R°108.1
Act
Datum: 1481-10-06
Transcriptie
2020-01-22 door Dieter TaillieuNae dien dat op in dijssendaghe lestleden tusschen gielijse de/
roide als gesubstitueert met p(ro)cu(r)acien gepasseert voir wet van/
antwerpen bij brueder henr(icke) duyvelant prioer vand(en) chartroisen/
van antwerpen voir hem selven en(de) inden name vand(en) gemeyne(n)/
co(n)vente desselfs co(n)vents en(de) voirt als gemechticht vanden oppersten/
goidshuyse geheeten tgroot cartuys in savoyen gelegen die hem/
met open(en) brieve(n) van des(er) stadt uut crachte van eene(n) vidi(mus) voir/
scepen(en) van loeven(e) vand(er) daet xiiii[c] xxxviii febr(uarii) xx uut scepen(en)/
brieve(n) van loeven(e) vand(er) daet xiiii[c] xxix aug(usti) viii van hondert/
gulden croonen der mu(n)ten van dornicke erflijck jairlix tons(er) vrouwen/
dage assu(m)pcionis te betalen(e) die de voirs(creven) cartuys(en) van savoyen/
hadden en(de) houden(de) waren op diverse goede en(de) onderpande wilen/
henr(ix) van oedenbrugge geheeten van coelhem sone hee(re)n henr(ix) van/
oedenbrugge geheeten van coelhem ridders te buedingen torsmale/
d(air)omtrint en(de) elswair gelegen en(de) dach van rechte doen beteeken(en)/
onder den ande(re)n ja(n)ne den h(er)toge die e(n)nige vanden selven panden/
hielt oft hij hem hadde willen oppone(re)n tegen de voirs(creven) leveri(n)ge/
ter eender zijden en(de) den selven ja(n)ne den h(er)toge ter ande(re) questie/
en(de) gedinge gebuerde in dien dat de selve gielijs als gesubstitueert/
gelijc voe(r) versocht in zijne leveri(n)ge gehouden te wordden(e) ende de/
selve jan de h(er)toge hem dair tegen oppone(re)nde en(de) wederleggen(de) de/
macht en(de) procu(r)acie oft substitutie des voirs(creven) gielijs de roide/
seggen(de) dat hem die nae recht niet genoech en was om d(air)mede/
te dingen oft te age(re)n gemerct dat dair bij bleec dat de voirs(creven)/
brueder henr(ic) die hem hadde gesubstitueert selve gheen macht/
oft co(n)stitucie oft p(ro)cu(r)acie en hadde vand(en) voirs(creven) cartuys(en) va(n) ant/werpen savoyen dan die was gepasseert voir notar(is) en(de) getuygen/
en(de) wantmen tot heer toe alhier procu(r)acien voir notar(is) en(de) getugen/
gepasseert niet en hadde geadmitteert soe sustineerde hij en/
hadde brueder henr(ic) gheen ander p(ro)cu(r)acie den rechte alhier genoech/
zijnde dat oick dan zijn substituent dairmede hij den voirs(creven) gielijse/
hadde voirt gesubstitueert voir wet tantwerpen niet genoech/
en wa(r)e om alhier d(air)mede te age(re)n hem des getroesten(de) totten rechte/
dair tegen de voirs(creven) gielijs replice(re)nde dede seggen dat de/
voirs(creven) chartuys(en) va(n) savoyen wa(r)en besloten(en) p(er)sonen die niet uut en/
mochten noch om de geheel rinte d(air)aen te verliesen selve in p(er)sone/
niet en souden co(n)nen co(n)stitue(re)n wair bij he(n) geoirlooft was voir notar(is)
//
en(de) getuygen te constitue(re)n en(de) exhibeerde oic een auctentijck vidi(mus)/ onder thantteyken van eene(n) notar(is) gemaect uute(n) instrume(n)te/ vand(er) p(ri)ncipaelder p(ro)cu(r)acien voirs(creven) dairmede de substitucie/ van antwerpen die oic verclaerde vand(er) selver p(ri)ncipaelder/ p(ro)cu(r)acien voirs(creven) geverificeert wart van welker questien te dien/ daghe vo(n)nislijc wart gewijst dat de voirs(creven) substitucie niet/ genoech en was compareerde des donderdaighs te weten(e)/ op in donderdaige lestleden weder inde banck voir meye(r) en(de)/ scepen(en) van loeven(e) de voirs(creven) gielijs de roide aldair hij in absen(cien)/ des voirs(creven) jans de h(er)toge en(de) ter p(rese)ncien van zijne(n) p(ro)cur(eur) met hem/ selven matheeuse colcx zijne(n) voirspreke en(de) ja(n)ne van beke briede(r)/ inden creeft p(rese)nteerden en(de) geloofden openbairlijc d(air)voe(r) inne te stane/ dat de voirs(creven) jan de h(er)toge in dese sake soude met eene(n) gedinge/ gestaen oft dat zij de voirs(creven) p(ri)ncipale p(ro)cu(r)acie voir notar(is) ende/ getuygen gepasseert oft de substitucie metter insercien vand(en)/ instrume(n)te der selver p(ri)ncipaelder p(ro)cu(r)acien voir notar(is) ende/ getuygen gepasseert oft den voirs(creven) principalen co(n)stitueerde(r) bringen/ souden voir de wet alhier teene(n) gelegen(en) daghe versueken(de) d(air)op/ te moegen voirtva(r)en en(de) dat hem in dien gevalle de voirs(creven) zijn/ onderpande alsnu aengewesen wordden en(de) vo(n)nislijc toegevuecht/ wesen hem des getroesten(de) totten rechte dair tegen joes va(n) oerbeke/ als p(ro)cur(eur) des voirs(creven) jans de h(er)toge dede seggen dat al tghene des/ nu de voirs(creven) gielijs de roide weder in absen(cien) des voirs(creven) jans de h(er)toge/ voirtgestelt hadde niet en wa(r)e te admitte(re)n noch datmen dat/ niet sculdich en wa(r)e te hoiren noch d(air)op te letten gemerct dat/ hij gheen p(ro)cur(eur) en wa(r)e oft ande(r) constitucie oft substitucie en/ dede blijken en(de) dat gielijs voe(r) gewijst was sijn substitucie niet/ genoech te zijne en(de) alsoe wa(r)e tvervolch dat hij d(air)mede hadde/ gedaen van nyeute en(de) onweerden en(de) en conste metter voirs(creven) saken/ ja al hadde hij nu procu(r)acie oft substitucie van weerden niet/ geprocede(re)n mair mocht van nyeus beghinnen en(de) zijne(n) meester/ van heer doen dach doen en(de) alsoe want zijn meester hem d(air)op/ alsoe en(de) oick getroesten(de) op zijn vo(n)nisse voirs(creven) hadde vertogen/ soe sustineerde hij van zijns co(n)stituents wegen dat hij eenen/ redeliken dach hebben soude om den selven ja(n)ne den h(er)toge/ te ontbieden en(de) hem op dit voirtstel d(air)af hij niet en hadde geweten/ te moegen verantweerden zoe zijne(n) raidt soude gedragen hem/ des gedragen(de) totten rechte dair tegen de wederp(ar)tie sustine(re)nde
//
de contrarie en(de) seyde dat hij niet sculdich en wa(r)e eenen/ ande(re)n dach te hebben want al mochte zijn gewesen ten iersten/ male de voirs(creven) substitucie niet genoech te zijne dairmede/ en was die instan(cie) niet verloren noch die sake niet v(er)smolten/ geeynt noch te nyeute want hij hoopte mits der voirs(creven) p(rese)ntacie(n)/ en(de) borchtocht van te bringen de principael co(n)stituente oft/ den p(ri)ncipalen geco(n)stitueerden oft de substitucie metter/ insertien der p(ri)ncipaelder co(n)stitucien tot redeliken daghe/ alhier in rechte genoech te hebben gedaen om in rechte ont/ fangen te wordden opde voir p(ro)cedu(r)e seggen(de) al en wa(r)e de/ p(ri)ncipael p(ro)cu(r)acie oft oick de substitucie dairuut ten iersten/ male den rechte genoech zijnde niet gebleken nochtan eve(n)v(er)re/ hij dair voe(r) inne stonde en(de) borchtocht stelde die te bringen tot/ redeliken daghe soe hij nu gedaen heeft men wa(r)e hem sculd(ich)/ te admitte(re)n in rechte he(m) des gedragen(de) totten rechte op dwelc/ de wederp(ar)tie de contrarie sustine(re)nde bliven(de) dair bij datmen/ niet sculdich en was te letten op des voirs(creven) gielijs voirnemen/ en(de) al wa(r)e dair op te letten dat hij den voirs(creven) dach soude hebben/ zijne(n) meester voirt te bringen hem des getroesten(de) totten rechte/ op dwelc de scepen(en) van loeven(e) gemaent begheerden sonder/ vo(n)nisse aen p(ar)tien duytstel van desen totten naesten genechte/ te weten(e) tot op heden dair de voirs(creven) gielijs ter eender en(de) de/ voirs(creven) h(er)toge selve in p(er)sone ter ande(re) co(m)pareerden en(de) weder/ opgedaen versocht en(de) ververscht wert alle tghene des bij hen/ h(ier) voe(r) in wederzijden int lange opgedaen es geweest dair/ elc tendeerde tot zijnder co(n)clusien voirs(creven) te weten(e) de voirs(creven)/ gielijs dat hij mits der voirs(creven) p(rese)ntacien en(de) borchtocht soude/ moegen procede(re)n en(de) jan de h(er)toge dat hij d(air)af soude zijn v(er)steken/ met den voirs(creven) vo(n)nisse en(de) dat hij met nyeuwer p(ro)cedue(re)n alwae(r)/ hij behoirlijc gemechticht des neen soude moeten voirtva(r)en/ soe v(er)re dat scepen(en) inder saken gemaent gewijst hebben met/ vo(n)nisse gelieft den voirs(creven) ja(n)ne den h(er)toge tantweerden/ int p(ri)ncipael opde p(rese)ntacie die de wederp(ar)tie heeft gedaen/ dat hij dat doen mach act(um) in sca(m)pno om(n)ib(us) scabinis/ p(rese)ntib(us) de(m)pt(is) roelants thenis octobr(is) vi
//
en(de) getuygen te constitue(re)n en(de) exhibeerde oic een auctentijck vidi(mus)/ onder thantteyken van eene(n) notar(is) gemaect uute(n) instrume(n)te/ vand(er) p(ri)ncipaelder p(ro)cu(r)acien voirs(creven) dairmede de substitucie/ van antwerpen die oic verclaerde vand(er) selver p(ri)ncipaelder/ p(ro)cu(r)acien voirs(creven) geverificeert wart van welker questien te dien/ daghe vo(n)nislijc wart gewijst dat de voirs(creven) substitucie niet/ genoech en was compareerde des donderdaighs te weten(e)/ op in donderdaige lestleden weder inde banck voir meye(r) en(de)/ scepen(en) van loeven(e) de voirs(creven) gielijs de roide aldair hij in absen(cien)/ des voirs(creven) jans de h(er)toge en(de) ter p(rese)ncien van zijne(n) p(ro)cur(eur) met hem/ selven matheeuse colcx zijne(n) voirspreke en(de) ja(n)ne van beke briede(r)/ inden creeft p(rese)nteerden en(de) geloofden openbairlijc d(air)voe(r) inne te stane/ dat de voirs(creven) jan de h(er)toge in dese sake soude met eene(n) gedinge/ gestaen oft dat zij de voirs(creven) p(ri)ncipale p(ro)cu(r)acie voir notar(is) ende/ getuygen gepasseert oft de substitucie metter insercien vand(en)/ instrume(n)te der selver p(ri)ncipaelder p(ro)cu(r)acien voir notar(is) ende/ getuygen gepasseert oft den voirs(creven) principalen co(n)stitueerde(r) bringen/ souden voir de wet alhier teene(n) gelegen(en) daghe versueken(de) d(air)op/ te moegen voirtva(r)en en(de) dat hem in dien gevalle de voirs(creven) zijn/ onderpande alsnu aengewesen wordden en(de) vo(n)nislijc toegevuecht/ wesen hem des getroesten(de) totten rechte dair tegen joes va(n) oerbeke/ als p(ro)cur(eur) des voirs(creven) jans de h(er)toge dede seggen dat al tghene des/ nu de voirs(creven) gielijs de roide weder in absen(cien) des voirs(creven) jans de h(er)toge/ voirtgestelt hadde niet en wa(r)e te admitte(re)n noch datmen dat/ niet sculdich en wa(r)e te hoiren noch d(air)op te letten gemerct dat/ hij gheen p(ro)cur(eur) en wa(r)e oft ande(r) constitucie oft substitucie en/ dede blijken en(de) dat gielijs voe(r) gewijst was sijn substitucie niet/ genoech te zijne en(de) alsoe wa(r)e tvervolch dat hij d(air)mede hadde/ gedaen van nyeute en(de) onweerden en(de) en conste metter voirs(creven) saken/ ja al hadde hij nu procu(r)acie oft substitucie van weerden niet/ geprocede(re)n mair mocht van nyeus beghinnen en(de) zijne(n) meester/ van heer doen dach doen en(de) alsoe want zijn meester hem d(air)op/ alsoe en(de) oick getroesten(de) op zijn vo(n)nisse voirs(creven) hadde vertogen/ soe sustineerde hij van zijns co(n)stituents wegen dat hij eenen/ redeliken dach hebben soude om den selven ja(n)ne den h(er)toge/ te ontbieden en(de) hem op dit voirtstel d(air)af hij niet en hadde geweten/ te moegen verantweerden zoe zijne(n) raidt soude gedragen hem/ des gedragen(de) totten rechte dair tegen de wederp(ar)tie sustine(re)nde
//
de contrarie en(de) seyde dat hij niet sculdich en wa(r)e eenen/ ande(re)n dach te hebben want al mochte zijn gewesen ten iersten/ male de voirs(creven) substitucie niet genoech te zijne dairmede/ en was die instan(cie) niet verloren noch die sake niet v(er)smolten/ geeynt noch te nyeute want hij hoopte mits der voirs(creven) p(rese)ntacie(n)/ en(de) borchtocht van te bringen de principael co(n)stituente oft/ den p(ri)ncipalen geco(n)stitueerden oft de substitucie metter/ insertien der p(ri)ncipaelder co(n)stitucien tot redeliken daghe/ alhier in rechte genoech te hebben gedaen om in rechte ont/ fangen te wordden opde voir p(ro)cedu(r)e seggen(de) al en wa(r)e de/ p(ri)ncipael p(ro)cu(r)acie oft oick de substitucie dairuut ten iersten/ male den rechte genoech zijnde niet gebleken nochtan eve(n)v(er)re/ hij dair voe(r) inne stonde en(de) borchtocht stelde die te bringen tot/ redeliken daghe soe hij nu gedaen heeft men wa(r)e hem sculd(ich)/ te admitte(re)n in rechte he(m) des gedragen(de) totten rechte op dwelc/ de wederp(ar)tie de contrarie sustine(re)nde bliven(de) dair bij datmen/ niet sculdich en was te letten op des voirs(creven) gielijs voirnemen/ en(de) al wa(r)e dair op te letten dat hij den voirs(creven) dach soude hebben/ zijne(n) meester voirt te bringen hem des getroesten(de) totten rechte/ op dwelc de scepen(en) van loeven(e) gemaent begheerden sonder/ vo(n)nisse aen p(ar)tien duytstel van desen totten naesten genechte/ te weten(e) tot op heden dair de voirs(creven) gielijs ter eender en(de) de/ voirs(creven) h(er)toge selve in p(er)sone ter ande(re) co(m)pareerden en(de) weder/ opgedaen versocht en(de) ververscht wert alle tghene des bij hen/ h(ier) voe(r) in wederzijden int lange opgedaen es geweest dair/ elc tendeerde tot zijnder co(n)clusien voirs(creven) te weten(e) de voirs(creven)/ gielijs dat hij mits der voirs(creven) p(rese)ntacien en(de) borchtocht soude/ moegen procede(re)n en(de) jan de h(er)toge dat hij d(air)af soude zijn v(er)steken/ met den voirs(creven) vo(n)nisse en(de) dat hij met nyeuwer p(ro)cedue(re)n alwae(r)/ hij behoirlijc gemechticht des neen soude moeten voirtva(r)en/ soe v(er)re dat scepen(en) inder saken gemaent gewijst hebben met/ vo(n)nisse gelieft den voirs(creven) ja(n)ne den h(er)toge tantweerden/ int p(ri)ncipael opde p(rese)ntacie die de wederp(ar)tie heeft gedaen/ dat hij dat doen mach act(um) in sca(m)pno om(n)ib(us) scabinis/ p(rese)ntib(us) de(m)pt(is) roelants thenis octobr(is) vi
Nagekeken door: Lieve Van Hoestenberghe
Moderator: Lieve Van Hoestenberghe
Laatste update:: 2017-01-25 door Xavier Delacourt