It(em) mits desen heeft de voirs(creven) willem tsoels gekint ende/ gelijdt dat hem de voirs(creven) willem va(n) meerbeke allessins genoech/ gedaen heeft van alsulker geloften als he(m) de voirs(creven) willem/ van meerbeke dede augusti xvi lestleden en(de) dat hij hem/ van zijne(n) derdendeele vand(en) ii(½) pet(er)s erflijc en(de) van alle v(er)loepe/ der selver volcomelijc genoech gedaen heeft scelden(de) hem/ d(air)af quijte geloven(de) hem d(air)aff ne(m)mermeer te spreken(e) bij/ hem selven noch bij nyeman(de) anders mair van des(er) quitan(cie) tegen/ eene(n) yegeliken recht warant te zijne en(de) te bliven behalven/ willem(me) tsoels zijnder actien opde ande(r) inden brieve vanden/ ii(½) pet(er)s erflijc begrepen cor(am) eisd(em)