Op heden es comen bijden raide vander stadt jan blanckart ter/ eender die aldair ontboden hadde everarde de pape ter ande(r) zijde(n)/ dair de voirs(creven) jan blanckart versocht expedicie en(de) trecht vand(en) / questien en(de) gescriften liggen(de) onder de wet inder maten hij tot
//
meer stonden gedaen hadde en(de) bezund(er) vanden xl gripen/ eens gecomen van eene(n) huyse geheeten de persse staen(de) opde/ veemerct dair inne hij hoopte gericht te zijne met meer/ woirden bij hem int lange gealligeert Dairtege(n) everart/ seyde hoe dat zij met seke(re)n t(er)mi(n)acien voirleden gesedt wa(r)en/ voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) aldair hij bereet was trecht te verwachten(e)/ niettemyn p(rese)nteerde alnoch niet wederstaen(de) die trecht te/ nemen(e) vand(en) ov(er)gegeven(en) scriftue(re)n bijder stadt sonder die nochta(n)s/ te v(er)anderen(e) op dat blanckarde geliefde gheven(de) hem kuese/ beghe(re)nde oic om godswille der saken ontslagen te zijne ter/ eender oft ter ande(re) met meer woirden in wederzijden bij hen/ gealligeert En(de) soe es den selven p(ar)tien uutgesproken nae dat/ zij hen vertogen hadden dat de voirs(creven) jan achtervolgen(de) der/ p(rese)ntacien va(n) everarde sculdich soude zijn aen te nemen(e) deen van/ beyden en(de) hem d(air)van beraden totten naesten daghe va(n) rechte/ alwaer hij zijn recht begheerde te vorderen(e) dairop jan sonder/ langer beraet te willen nemen heeft versocht en(de) gecoren/ trecht en(de) expedicie vanden geschillen voirs(creven) bijden raide vand(er)/ stadt vanden ov(er)gegeven(en) gescriften dair toe de stadt ten selve(n)/ tijde gedeputeerde gegeven heeft om hen advijs d(air)van te/ rapporte(re)n vanden overgegeven(en) gescriften om alsdan gedae(n)/ te werdden(e) soe beho(r)en sal in cons(ili)[o] febr(uarii) xxvii