SAL7376, Akte: V°253.1 (485 van 754)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°253.1  
Act
Datum: 1483-02-20

Transcriptie

2022-04-29 door  Marie-Bernadette Desmedt
Nae dien dat op heden bijden raide vander stadt zijn geweest/
gielijs van p(er)gate als p(ro)cur(eur) va(n) e(n)nigen der pensionar(issen) der kercken/
van luydick en(de) van zijns selfs weghen ter eender en(de) jan van/
laethem meye(r) va(n) halen ter ande(r) zijden Aldair de voirs(creven) gielijs/
versochte betalinge van hem te hebben(e) want hij pechtene(r) was/
vand(en) thienden der kercken voirs(creven) omtrint halen vanden goeden/
en(de) rinten dair van comen(de) die hij naevolgen(de) den brieve(n) der/
selver pensionar(issen) hadde doen raste(re)n aen den selven meye(r) om/
de betalinge te hebben(e) vanden achterstelligen rinten tot desen daghe/
gevallen beghe(re)nde en(de) versueken(de) te hebben(e) naevolgen(de) den/
brieve(n) der selver pensionar(issen) vanden selve(n) meye(r) gulden coorvorste(r)/
pe(n)ni(n)gen en(de) oic dat hij hem v(er)loven soude alhier voir scepen(en)/
de betali(n)ge der selver rinten te doen(e) ten tijde va(n) zijnder pechti(n)gen/
soe dat behoirt nae advena(n)t va(n) zijne(n) bewinde Dair tegen de/
voirs(creven) meye(r) sustineerde de co(n)trarie dat hij hoopte te gestaen(e)/
met xxiiii stuv(er)s voir den gulden(en) alsoe de kercke voirs(creven) en(de) ande(re)/
altijt tot heertoe die betaelt hadden en(de) als vanden ande(re)n seyde/
hij dat hij gielijse niet geloeft en hadde e(n)nige gelofte dairaf/
te doen(e) tot behoef va(n) hem en(de) ande(r) pe(n)sionar(issen) mair wouden dair/
van spreken met zijne(n) meeste(re)n en(de) dae(re)ntynden doen des behoiren/
soude soe es get(er)mineert en(de) uutgesproken den p(ar)tien voirs(creven)/
nae dat de stadt dairop gelet hadde dat gielijs trecken sal/
inden name als boven van elken gulden(e) xxiiii stuv(er)s op co(n)dicie/
die in zijn quitan(cie) begrepen sullen wordden oft hij te nauwe/
getogen hadde en(de) bevo(n)den wa(r)e vo(r)e recht dat hij meer sculdich/
wa(r)e te trecken(e) dat hem dat volgen sal En(de) als vanden ande(re)n/
pointen es den voirs(creven) meye(r) gelast zijn meesters oft hue(r) gede/
puteerde alhier bijder wet by(n)nen cortten tijden te doen comen/
om dair inne alsdan gedaen te wordden hen gehoirt zijnde/
soe beho(r)en sal En(de) dat desen tijt staen(de) tvoirs(creven) rastement/
bij gielijse gedaen sal bliven staen(de) in zijne(n) wesen(e) sonder d(air)van/
ontslagen te zijne Oft den voirs(creven) zijne(n) meesters e(n)nige betali(n)ge/
te doen(e) totten tijde vanden beslichte voirs(creven) in co(n)silio opidi febr(uarii) xxi
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2016-11-16 door Xavier Delacourt