Item al eest dat de voirscr(even) p(er)sone deen dande(re) de/ voirs(creven) so(m)me bekint hebben en(de) ter manissen soe en es/ dat nochtans tot gheender ande(r) meyni(n)gen geschiet dan/ inden gevalle oft jan voir lijsbetten aflivich worde/ dat zijn dan metten voirscr(even) bekij(n)ne op zij(n) goede have/ en(de) erve d(aer) wesen(de) ter tijt zijnder aflivich(eit) de voirscr(even)/ so(m)me van hondert rinssche gulden(en) ende oft zij voir/ hem aflivich worde dat hij dan metten selve(n) br(ieven)/ sal moegen verhalen op hue(r) goede have en(de) erve/ de so(m)me van vijftich rinssche gulden(en) en(de) niet and(er)s/ noch voirde(r) cor(am) eis(dem)