Allen den ghenen (et)c(etera) dat jan mortsain voir he(m) selve(n) en(de) als mo(m)boir/ hennekens sijns soens ond(er) sijn dage wesen(de) heeft geconstit(ueert) gesedt/ volcome(n) macht en(de) auc(tori)teyt gegeve(n) meeste(re)n marcke de latu ja(n)ne/ van udekem voirspreke henricke mortsain en(de) henr(icke) gielijse le/ douzeray wonen(de) te bouler aut alle sijn saken q(ue)stien en(de) geschille(n)/ die hij voir hem en(de) als mo(m)boir van sijne(n) sone voirs(creven) alsnu/ uutstaen(de) heeft oft naemails hebben sal moegen het zij voir/ den brabantschen raide oft elders tegen wien dat zij alle sijn/ jairgulden sculden opcomi(n)gen (et)c(etera) in mel(iori) forma promitt(ens) rat(um) salvo/ iusto calculo cor(am) hove burg(imagistr)[o] tybe thenis scab(inis) aug(usti) penulti(m)a