SAL7380, Akte: V°16.4-R°17.1 (44 van 904)
Akte V°16.4-R°17.1
Act
Datum: 1486-07-14
Taal: Nederlands
Transcriptie
2020-07-31 door Jef WillemsensNae dien dat op hede(n) bijde(n) rade vand(er) stat zijn gecompareert/
dierick le begge rintmeest(er) ons gened(ichs) he(re)n ts(er)toge(n) in deser stadt/
mette(n) gezwoirne(n) vande(n) molders ambachte inder selver stat ter/
eender ende lodewijck de rattenvenghe(re) molde(r) t(er) ande(r) zijden/
ald(aer) de voirscr(even) rintmeest(er) ende de gezwoiren(en) te kynne(n) gave(n)/
hoe dat de voirscr(even) lodewijck in (contra)rien den rechte(n) ende/
demeyne(n) ons gened(ichs) he(re)n den molen(en) aengaen(de) en(de) oick den rechte(n)/
vanden ambachte vand(en) molders voirs(creven) zeke(r) pointe(n) voir tgestelt/
hadde in dien dat hij zeker greyn cochte en(de) tselve buyten
//
oft bynne(n) loven(e) dede male(n) op halve(n) molste(r) oft alsoe hem/ dat geliefde vercoepen(de) alsoe tselve meel in g(r)[o]ten afnemen(en)/ desselfs ons gened(ichs) he(re)n demeyne(n) ende tegen de oude costu(m)e/ ende afnemen(en) vanden voirs(creven) ambachte Bege(re)nde alsoe den/ selve(n) lod(ewijcke) d(aer)aff met rechte onderwese(n) te hebben(e) alsoe dat/ hij d(aer)aff cesse(re)n soude en(de) va(n) hem opgelegt te hebben(e) t(er) arbitraige(n)/ vande(n) cooplieden ons gened(ichs) hee(re)n in zijnd(er) tolcamere(n) alsulk(er)/ kuer als de voirs(creven) rintm(eeste)r sustin(er)de dat hij v(er)buert hadde/ D(aer)tegen de voirs(creven) lod(ewijck) hem ontschuldigen(de) seyt dat hij niet en/ wiste tselve niet te moege(n) doe(n) noch oick niet en beva(n)t/ dat dambacht vanden mold(er)s e(n)nige spe(ci)ale provisie d(aer)aff/ hadde hopen(de) mids dien d(aer)aff ongepraemt te zijne en(de) tselve/ te moeg(n) doe(n) Der voirs(creven) wed(er)p(ar)tien bliven(de) bij huer(er) voirs(creven) (con)clusien/ ende bezundert opde oude costume en(de) oick opt g(r)[o(e)]t acht(er)deel dat/ onsen gened(igen) hee(re) in zijn molen(en) en(de) ande(re)n molen(en) bynne(n) des(er) stat/ liggen(de) d(aer)aff come(n) soude met meer woirde(n) in wed(er)zijden geallig(er)t/ Es geappointeert dat de voirscr(even) lodewijck schuldich sal zij(n)/ van nu voirtane af te laten ende te cesseren(e) vanden voirscr(even)/ zijne(n) voirnemen(en) Ende als vande(n) kue(r) tov(er)comen(e) mette(n) voirscr(even)/ rintmeest(er) oft rechts te plegen(e) voe(r) de cooplieden vand(er) tolcame(re)n/ in des(er) stadt bege(re)nde nochtans de selve stat gem(er)ct do(n)noeselijck(eit)/ der saken dat de voirscr(even) rintmeest(er) den selve(n) lodewijcke in dien/ guetlijck hante(re)n woude In (con)s(ili)[o] opidi julii xiiii
//
oft bynne(n) loven(e) dede male(n) op halve(n) molste(r) oft alsoe hem/ dat geliefde vercoepen(de) alsoe tselve meel in g(r)[o]ten afnemen(en)/ desselfs ons gened(ichs) he(re)n demeyne(n) ende tegen de oude costu(m)e/ ende afnemen(en) vanden voirs(creven) ambachte Bege(re)nde alsoe den/ selve(n) lod(ewijcke) d(aer)aff met rechte onderwese(n) te hebben(e) alsoe dat/ hij d(aer)aff cesse(re)n soude en(de) va(n) hem opgelegt te hebben(e) t(er) arbitraige(n)/ vande(n) cooplieden ons gened(ichs) hee(re)n in zijnd(er) tolcamere(n) alsulk(er)/ kuer als de voirs(creven) rintm(eeste)r sustin(er)de dat hij v(er)buert hadde/ D(aer)tegen de voirs(creven) lod(ewijck) hem ontschuldigen(de) seyt dat hij niet en/ wiste tselve niet te moege(n) doe(n) noch oick niet en beva(n)t/ dat dambacht vanden mold(er)s e(n)nige spe(ci)ale provisie d(aer)aff/ hadde hopen(de) mids dien d(aer)aff ongepraemt te zijne en(de) tselve/ te moeg(n) doe(n) Der voirs(creven) wed(er)p(ar)tien bliven(de) bij huer(er) voirs(creven) (con)clusien/ ende bezundert opde oude costume en(de) oick opt g(r)[o(e)]t acht(er)deel dat/ onsen gened(igen) hee(re) in zijn molen(en) en(de) ande(re)n molen(en) bynne(n) des(er) stat/ liggen(de) d(aer)aff come(n) soude met meer woirde(n) in wed(er)zijden geallig(er)t/ Es geappointeert dat de voirscr(even) lodewijck schuldich sal zij(n)/ van nu voirtane af te laten ende te cesseren(e) vanden voirscr(even)/ zijne(n) voirnemen(en) Ende als vande(n) kue(r) tov(er)comen(e) mette(n) voirscr(even)/ rintmeest(er) oft rechts te plegen(e) voe(r) de cooplieden vand(er) tolcame(re)n/ in des(er) stadt bege(re)nde nochtans de selve stat gem(er)ct do(n)noeselijck(eit)/ der saken dat de voirscr(even) rintmeest(er) den selve(n) lodewijcke in dien/ guetlijck hante(re)n woude In (con)s(ili)[o] opidi julii xiiii
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2017-02-06 door Claire Dejaeger