SAL7381, Akte: R°132.6-V°132.2 (298 van 883)
Akte R°132.6-V°132.2
Act
Datum: 1487-10-22
Transcriptie
2023-01-04 door Greet FobletsEene deylinge geschiet en(de) gemaict tussche(n) reyne(re)n vande(n)/
putte en(de) lijsbetten ouders sijnd(er) huysvr(ouwen) docht(er) wijlen/
jans ouders voir een vijfste gedeelte en(de) als actie/
hebben(de) van ja(n)ne ouders brued(er) d(er) voirs(creven) lijsbette(n) bij
//
testame(n)te desselfs jans en(de) wijlen sijnd(er) huysvr(ouwen) voir dand(er)/ vijfste gedeelte en(de) oic van g(er)truden ouders sust(er) d(er) voirs(creven)/ lijsbette(n) en(de) jans wed(uwe) willems wijlen vanden berghe/ geheete(n) brugman bij kynnissen bijden selve(n) gehuysschen gedaen/ voir scepen(en) van loven(e) octobris ii a(n)no lxxii voir tderde/ vijfste gedeelte t(er) eende(r) henricke ouders brued(er) d(er) voirs(creven)/ jans lijsbette(n) en(de) g(er)trude(n) voir tvierde vijfste gedeelte t(er)/ ande(re) en(de) katlijne(n) ouders wed(uwe) jans wijlen de bartmake(re)/ en(de) katlijne(n) bartmakers hue(re)r docht(er) p(ri)us ema(ncipa)[ta] voir tvijfste/ v[te] gedeelte t(er) derd(er) sijden vande(n) goeden hen gebleve(n) en(de)/ v(er)schene(n) bijd(er) doot en(de) aflivich(eit) des voirs(creven) jans wijlen oud(er)s/ en(de) katlijne(n) sijnd(er) huysvr(ouwen) hue(re)r oud(er)s te deylen(e)
//
testame(n)te desselfs jans en(de) wijlen sijnd(er) huysvr(ouwen) voir dand(er)/ vijfste gedeelte en(de) oic van g(er)truden ouders sust(er) d(er) voirs(creven)/ lijsbette(n) en(de) jans wed(uwe) willems wijlen vanden berghe/ geheete(n) brugman bij kynnissen bijden selve(n) gehuysschen gedaen/ voir scepen(en) van loven(e) octobris ii a(n)no lxxii voir tderde/ vijfste gedeelte t(er) eende(r) henricke ouders brued(er) d(er) voirs(creven)/ jans lijsbette(n) en(de) g(er)trude(n) voir tvierde vijfste gedeelte t(er)/ ande(re) en(de) katlijne(n) ouders wed(uwe) jans wijlen de bartmake(re)/ en(de) katlijne(n) bartmakers hue(re)r docht(er) p(ri)us ema(ncipa)[ta] voir tvijfste/ v[te] gedeelte t(er) derd(er) sijden vande(n) goeden hen gebleve(n) en(de)/ v(er)schene(n) bijd(er) doot en(de) aflivich(eit) des voirs(creven) jans wijlen oud(er)s/ en(de) katlijne(n) sijnd(er) huysvr(ouwen) hue(re)r oud(er)s te deylen(e)
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2016-12-20 door Xavier Delacourt