It(em) de voirs(creven) jan vander nat heeft gelooft dat hij/ mette(n) pe(n)ni(n)g(en) comen(de) vand(en) voirs(creven) vier pet(er)s ende
//
drie mudde(n) corens erflic lossen ende afquijte(n) sal vand(en)/ voirs(creven) goeden ende ond(er)panden alsulke(n) vier hollan(sche) gul(den)/ ende drie mudd(en) corens erfl(ic) alse jouffr(ouwe)/ oeghe tot huere(n) tocht ende meest(er) pauwels oeghe/ huer brueder als erfman hebben opde voirs(creven) goede/ voird(er) en(de) meer dan tvoirs(creven) wairscap begrijpt ende/ dat hij de selve goede ende onderpande dairaff met/ des(en) voirs(creven) senee(re)n? ende ontlasten sal ende alsoe dat/ desselfs jans hubrechts ond(er)pant zoe vele in dien/ gebetert ende gesterct sal wesen cor(am) eisd(em)