Acht(er)volgen(de) den tractate nove(m)br(is) penulti(m)a lestlede(n) geschiet/ tussche(n) janne van bertem en(de) jouffr(ouwen) (christ)i(n)ne(n) svilt(er)s zijnen/ wive t(er) eende(r) en(de) yweyne ramp(ar)t sone d(er) selv(er) jouffr(ouwen)/(christ)i(n)nen vanden yerste(n) bedde t(er) ander sijden hebben de/ vrinde die tselve tractaet raemden Te weten(e) her/ machiel absoloens ridde(r) augustijn vilters arnoldus/ kyp ende ghijsbrecht vilters op den dach va(n) hede(n) v(er)cleert
//
dat ten tijde vanden voirscr(even) tractate tverstant was en(de)/ noch es mids zeke(re)n reden(en) dair toe dienen(de) dat yweyn de/ sone ongehouden sal sijn van montcoste te betalen(e) dair/ aff int ynde vanden selve(n) tractate geruert en(de) mentie ge/ maict is It(em) zijn de voirscr(even) p(ar)tien voirts ov(er)come(n) als vand(er)/ borchtocht die yweyn wijlen ramp(ar)t vader des voirs(creven)/ yweyns gedaen heeft met meer ande(re)n p(er)sone(n) voir wijlen/ rase van lynthe(re) t(er) so(m)men van vii rijders erflijck d(air)aff/ de voirs(creven) wijlen yweyn de vijff rijders d(air)aff cuelde/ met vestich(eit) va(n) vijff rijders erflijck op sijn huys opden/ keyberch dwelc hij d(air) voe(r) v(er)oblig(eer)de en(de) dande(r) twee/ cuelde met gereeden penni(n)gen Welken last vand(er) borch/ tocht de voirs(creven) yweyn sijn sone vervolgen sal tot sijne(n)/ coste en(de) laste En(de) soe v(er)re hij bij rechte oft tractate/ dair aff e(n)nighe penni(n)ghe gecrijcht het sij van princi/ palen oft verloope dat hij dair aff sijnd(er) voirs(creven) moed(er)/ alsdan t(er) stont op legge(n) en(de) betalen sal de so(m)me va(n)/ xxviii rijders tstuck te xxviii st(uvers) En(de) des hij meer/ gecrijcht sal hem blive(n) int cuelen vande(n) voirs(creven) vijf/ rijders op sijn huys staen(de) en(de) in recompensen vanden/ costen cor(am) pynnock hove julii v