Allen den ghenen doen condt dat cornelijs vanden/ borchove(n) en(de) jouffr(ouwe) katlijne vanden hove sijn wijff/ weduwe hubrechts wijlen spoutbert al(ia)s vanden/ wouwe geconstitueert en(de) gemechticht hebben jorijse/ saeftingen wonen(de) tot antwerpen om in hue(re)n name/ te mane(n) teysschen op te bue(re)n en(de) tontfange(n) en(de) ofts/ noot zij met rechte te v(er)volgen alsulken achtien/ rinssche gulden(en) als hue(re) gevallen sijn opde stadt van/ ve stadt/van ro(m)merswale en(de) voirtane de jairlijcsche rinte(n)/ die d(air) aff vallen sulle(n) moege(n) d(air) voe(r) te pande(n) te/ dagen te beleyden co(m)meringe(n) rastame(n)ten en(de) theren/ te legge(n) en(de) te doen en(de) de saken en(de) gedinge(n) d(air) uut/ spruyten(de) met rechte te v(er)volgen te bedingen te
//
wynnen te v(er)liesen componen(di) quitan(ciam) dandi et g(e)n(er)alit(er) pro/ mitt(entes) rat(um) salvo iusto calculo cor(am) liefkenrode kersmake(re)/ septe(m)br(is) ultima