SAL7382, Akte: V°203.2-R°204.1 (356 van 482)
Akte V°203.2-R°204.1
Act
Transcriptie
2020-01-06 door Dirk De WeverIt(em) robert diericx henrick love(n)wech symoen va(n) ha(m)male/
andries vanden berghe ende claes jans als kercmeesters/
der kercke(n) van s(in)te katlijne(n) cappelle opden keyberch inden/
name vand(er) selver kercken in p(rese)ntia hebben verhuert en(de)/
beki(n)nen verhuert te hebbene he(re)n lamberde bodart prieste(r)/
een huys ende hoff met allen zijne(n) toebehoirten alsoet gelege(n)/
es opden langen keyberch wijlen toebehoiren(de) meeste(re)n henricke/
m(er)chant tusschen de goede gorts de pape op deen zijde ende/
den gemeyne(n) dorganck op dand(er) zijde Te houden te hebben/
ende te gebruycken van nu voirtaen alsoe lange de selve/
h(er) lambrecht leve(n) zal elcx jairs om de lasten hier nae/
bescreven te weten(e) dat de selve h(er) lambrecht gehoude(n) zal/
zijn te doene ende te celebre(re)n oft te doen celebre(re)n alle weke(n)/
inder voirs(creven) kercken van sinte katlijnen drie messen nae/
inhouden vanden testamente des voirs(creven) meester henr(icx) m(er)chant/
d(air)mede hij tselve huys der voirs(creven) kercken gelaten en(de) gemaect/
heeft It(em) noch sal de selve h(er) lambrecht sculdich zijn te/
doene maken binnen een jair naistcomen(de) soe verre men/
calck ende steenen gecrige(n) can int voirs(creven) huys een/
heymelijc voute int viercant wijt viii oft thien voeten ten/
meesten gerieve ende ter mynster scaden vande(n) huyse/
Met condicien oft de voirs(creven) h(er) lambrecht dit niet en dade/
binne(n) eene(n) jae(re) dat in dien gevalle de kercmeest(er)s der voirs(creven)/
kercken aen sijn beruerlijcke goede inden voirs(creven) huyse wesen(de)
sullen moegen verhalen ende v(er)reycken de so(m)me van neghen/
rinsgulden(en) eens te lx pl(a)c(ken) tstuck It(em) es vorwerde dat/
de voirs(creven) h(er) lambrecht tvoirs(creven) huys houden zal in redelike(n)/
state van wanden ende van dake It(em) es oic ond(er)sproken/
dat de voirs(creven) h(er) lambrecht tvoirs(creven) huys nyemande anders/
en sal moegen ov(er)geven oft voirts verhueren het en zij/
/
bij weten ende consente vanden kercmeesters vand(er) capellen/
voirs(creven) It(em) es oic condicie dat de erfgenamen des voirs(creven) he(re)n/
lambrechts tvoirs(creven) huys sullen besitten ende behouden nae zijn/
doot den tijt van sesse maenden ende niet lange(r) om hue(re)/
haeffelike goede tot hue(re)n gerieve uut te doene Mair des/
sullen de selve erfgenamen sculdich zijn op hue(r) lasten den/
dienst vanden messen voirs(creven) doen doen den tijt due(re)nde van/
vi maenden voirs(creven) ende oft gebreck geviele inden voirs(creven)/
he(re)n lambrechte van de voirs(creven) messen te doene oft te doen doen(e)/
oft oic in e(n)nigen ande(re)n voirg(eruerde) poenten dat alsdan dese/
hueri(n)ge ende co(n)vencie van onweerden zijn sal ende alle/
dese poenten ende vorweerden dictus d(omi)n(u)s lambertus renu(n)cians (et)c(etera)/
cor(am) kersmake(re) vynck martii secunda
Nagekeken door: Inge Moris , Agata Dierick
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2012-09-05 door Inge Moris