It(em) jan liedens zone wijlen goirts ende katlijne gheysers/ zijn huysvr(ouwe) dochter wijlen jans de gheyse(re) die hij hadde/ van lijsbetthe(n) wijlen smeets zijne(n) wive in p(rese)ncia hebben/ gekint ende gelijdt ope(n)bairlijck dat zij wettelijck vercocht/ hebbe(n) gerardo de thymo al(ia)s vanden male alle alsulcke(n)/ recht actie successie ende deel als he(m) e(n)nichssins toecome(n)/ en(de) verstorve(n) zijn bij ende nae de doot arnts wijlen de smet/ platij(n)makers oem der voirs(creven) katlijne(n) gheysers woenachtich/ als hij leefde ind(er) stadt van dornicke voer een seke(re) so(m)me/ van pe(n)ni(n)g(en) d(air)aff de voirs(creven) jan liedens en(de) katlijne gheysers zij(n)/ huysvr(ouwe) hen bekynne(n) wel en(de) volcomelijck vernuecht ende/ betaelt te zijne geloven(de) den selve(n) gerard(en) alle behulp ende/ bijstant te doen(e) zonder hue(re)n cost zoe verre des behoere(n) ende/ behoeve(n) sall moege(n) dat hij totter selv(er) successien ombelet van/ yemande comen ende gerake(n) [sal] et t(antu)m prout met condicie(n)/ oft bevonden wordde dat de voirs(creven) gehuyssche(n) inde successie voirs(creven)/ niet gericht en wae(re)n dat zij alsdan den voirs(creven) gerarde(n) zijn/ pe(n)ni(n)ge(n) die hij d(air)o(m)me uuytgegeve(n) sal hebbe(n) restitue(re)n/ sullen en(de) he(m) dair aff inne staen ende oick oft bevonden/ wordde huer gedeelte min dan een derdendeel vand(er) geheeld(er)/ successie(n) gedragen(de) dat zij alsoe tgene dat min dan een derde(n)deel/ der selv(er) geheeld(er) successie(n) gedroege den selve(n) gerarde(n)s nae/ avenant oprichte(n) zullen cor(am) kersmake(re) vos junii ix
//