Nae dien dat op heden comen es bijd(en) raide/ vand(er) stadt arnt vand(er) eect t(er) eenre v(er)sueken(de)/ bijde(n) selve(n) raide als hij te meer stonde(n) gedae(n)/ hadde getaxeerd te hebben(e) alsulke(n) costen/ als hij tande(re)n tijden op die van hale(n) over/ gegeve(n) hadde en(de) d(air)af zij div(er)se dage hadde(n)/ gehadt al voirlede(n) bynne(n) den welken zij sculdich/ hadden geweest hue(r) di(mi)nucie te doene en(de) dat/ in desen des was heden acht dage bijde(n) selve(n)/ raide get(er)mineert werdt dat de selve van hale(n)/ als op nu de di(mi)nucie soude(n) doen en(de) overgeve(n)/ oft dair af v(er)steke(n) te zijne eens voir al hem des/ gedragende totte(n) hee(re)n hopen(de) in alsoe verre/ zij tselve noch niet en daden dat zij navolgen(de)/ der zelv(er) t(er)mi(n)acien als voe(r) v(er)steke(n) soude(n) wese(n)/ en(de) bijder wet getaxeert wordde(n) om die op/ he(m) te v(er)halen Dairtegen compare(re)nde peet(er)/ van halen met eene(n) bode d(er) stadt van hale(n)/ t(er) ande(r) zijden heeft deselve begeert ende/ versocht alnoch eene(n) dach van acht dage(n)/ Hopen(de) dat he(m) dien gewordde(n) soude mits/ zeke(re)n reden(en) want hij alnoch inde(n) name/ van dien van halen niet bereet en wae(r) mits
//
absen(cie) joha(n)nis vasont die alsoe hij seyde zeke(re)/ gescriften van he(m) ond(er)hadde de voirs(creven) wed(er)p(ar)tie de/ de contrarie sustine(re)nde als bove(n) na de lange/ dagen dairaf gegeve(n) en(de) oick dairaf uuytgesprok(en)/ Es geappointeert dat de voirs(creven) van halen als/ op heden ov(er)geve(n) sullen op dat hen belieft hue(r)/ di(mi)nucie en(de) oft des niet en gebuert dat zij in/ dien versteken sullen [wese(n)] vand(en) selve hue(r) di(mi)nucie(n)/ ende sullen deselve costen bij der wet ov(er)sien w(or)de(n)/ om die bij hen getaxeert te wordden alsoe na/ recht behoi(re)n sal Actum in consilio opidi martii/ xix