It(em) barbele van bolle(n)berghe werdi(n)ne anth(oenijsen) va(n) bolle(n)b(er)ge/ al(ia)s dedde(n) als coopwijf heeft gelooft te betalen(e) g(er)truyde(n)/ van dyeve(n) widuwe joes wijlen lachma(n)s de so(m)me va(n)/ neghen ende eene(n) halve(n) rinsgulden(en) te lx pl(a)c(ken) den/ geheelen deen helicht d(air)af tussche(n) dit en(de) uuytganck/ vande(n) kersdage(n) naistcomen(de) ende dander helicht te/ groot vastelavont d(air)nae volgen(de) quoli(bet) ass(ecutu)m met/ cond(itie) liet zij de(n) yersten t(er)mijn ov(er)gaen zond(er) betale(n)/ dat alsdan al gevallen zijn sal en(de) dat de
//
selve g(er)truyt in dien gevalle zal moege(n) gaen pande(n)/ ten huyse der voirs(creven) barbelen zonder voird(er) recht te/ derven verspreken cor(am) buetsele burg(imagistr)[o] octobr(is) xxvi