SAL7384, Akte: R°238.5-V°238.1 (437 van 1043)
Akte R°238.5-V°238.1
Act
Datum: 1490-12-02
Transcriptie
2019-06-25 door fernand BERTRANDItem m(ar)griete ende marie matheeus dochte(re)n matheeus/
wile(n) matheeus geheete(n) van hespen in p(rese)ntia hebben/
gekindt ende gelijdt dat hen geheelijck ende al/
gequeten ende afgeleeght zijn bij marien van hoeye/
weduwe jans wilen vand(er) brugge(n) geheete(n) mette(n) gelde
//
alsulken vier rinsschegulden(en) erffelijck als lijsbeth wile(n)/ hollans huysvrouwe als zij leefde bertelmeeus van ghilse(n)/ met consente desselfs [b(er)telmeeus] huers mans met testamente gemaict/ ende gelate(n) heeft [te weten(e)] den vijff kinde(re)n des voirs(creven) matheeus/ wijle(n) matheeus de drie rinsgulden(en) [erff(elijck) d(air)aff] ende den kinde(re)n/ willems matheeus den vierde(n) rinsschegulden(en) [erff(elijck)] d(air)aff/ welken vierde(n) rinsgulden(en) arnt wijlen de roide/ swag(er) der voirs(creven) gesuste(re)n in sijne(n) leven(e) gecocht hadde/ ende d(air)af dactie van dien opde selve gesuste(re)n [d(air)nae] gecome(n)/ en(de) gesuccedeert es te hebben ende te heffen jairlijcx/ aen ende op de hellicht vande(n) huyse [en(de) hofstadt mette(n)] hove wi(n)nen(de)/ lande(n) ende alle(n) den toebehoirte(n) gelegen [te loven(en)] inde hoelstrate tussche(n) beyde [de poort(en)]/ ende opde hellicht van eene(n) boend(er) lants gelege(n) opde/ loe [aend(en) cortte(n) wech] gelijck tselve testament dat naird(er) verclairt en(de)/ uutwijst Geloven(de) de voirs(creven) gesuste(re)n de voirs(creven) wed(uwe)/ de voirs(creven) goede noch hue(re)n erfg(enamen) vande(n) selve(n) vier/ rinsschegulden(en) erfflijck [noch oick van gheene(n) acht(er)stelli(n)g(en) pachte(n) va(n)die(n)] nu(m)mermeer aen te spreken (et)c(etera)/ S(ed) war(andizare) prout cor(am) lyefkenrode hoeve(n) decembr(is) ii[a]
//
alsulken vier rinsschegulden(en) erffelijck als lijsbeth wile(n)/ hollans huysvrouwe als zij leefde bertelmeeus van ghilse(n)/ met consente desselfs [b(er)telmeeus] huers mans met testamente gemaict/ ende gelate(n) heeft [te weten(e)] den vijff kinde(re)n des voirs(creven) matheeus/ wijle(n) matheeus de drie rinsgulden(en) [erff(elijck) d(air)aff] ende den kinde(re)n/ willems matheeus den vierde(n) rinsschegulden(en) [erff(elijck)] d(air)aff/ welken vierde(n) rinsgulden(en) arnt wijlen de roide/ swag(er) der voirs(creven) gesuste(re)n in sijne(n) leven(e) gecocht hadde/ ende d(air)af dactie van dien opde selve gesuste(re)n [d(air)nae] gecome(n)/ en(de) gesuccedeert es te hebben ende te heffen jairlijcx/ aen ende op de hellicht vande(n) huyse [en(de) hofstadt mette(n)] hove wi(n)nen(de)/ lande(n) ende alle(n) den toebehoirte(n) gelegen [te loven(en)] inde hoelstrate tussche(n) beyde [de poort(en)]/ ende opde hellicht van eene(n) boend(er) lants gelege(n) opde/ loe [aend(en) cortte(n) wech] gelijck tselve testament dat naird(er) verclairt en(de)/ uutwijst Geloven(de) de voirs(creven) gesuste(re)n de voirs(creven) wed(uwe)/ de voirs(creven) goede noch hue(re)n erfg(enamen) vande(n) selve(n) vier/ rinsschegulden(en) erfflijck [noch oick van gheene(n) acht(er)stelli(n)g(en) pachte(n) va(n)die(n)] nu(m)mermeer aen te spreken (et)c(etera)/ S(ed) war(andizare) prout cor(am) lyefkenrode hoeve(n) decembr(is) ii[a]
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2014-09-03 door Dieter Peeters