SAL7384, Akte: R°503.4-V°503.1 (901 van 1043)
Akte R°503.4-V°503.1
Act
Datum: 1491-05-18
Transcriptie
2020-11-14 door fernand BERTRANDVand(er) questien op heden gecomen bijd(en) raide vand(er) stadt/
tusschen de geswoirne vand(en) eerde(n) potmakers ambachte/
te weten(e) henr(icke) van nyvele en(de) and(ere) t(er) eenre ende d(er)/
w(er)dynne(n) jans de bruyne aengaen(de) zeke(re)n eerde(n) potte(n)
//
de welke deselve jan de bruyne hierbynne(n) woenen(de)/ was comen(de) van namen d(air)af die vand(en) ambachte/ sustineerde mits zeke(re)n geluefte(n) bijd(en) voirs(creven) ja(n)ne/ gedaen en(de) hue(re)n rechte(n) vand(en) rolle(n) soe zij seyden/ dat hij dat niet en soude moege(n) doen dwelck/ nochtan alsoe uute(n) selve(n) rolle(n) vand(en) selve(n) a(m)bachte/ bezund(er)t niet bevond(en) en werdt Sustine(re)nde/ alsoe deselve jan t(er) (contra)rien te voirde(r) want men/ die bynne(n) des(er) stadt niet en maicte ende hij de/ selve hier bynne(n) soude moege(n) maken bij alsoe hij/ deselve eerde hadde Seggen(de) oick dat die vand(en)/ selve(n) ambachte en(de) ande(re) h(ier)bynne(n) v(er)cochte(n) steyne(n) potte(n)/ cruesen(e) en(de) dier gelijcke die nochta(n) alhier niet gemaict/ en wa(r)en Es geseeght en(de) verclairt bijd(en) zelve(n) raide/ aengesien datmen de voirs(creven) eerde alhier niet en/ vandt en(de) zee(r) orbaerlijck bevonde(n) worden voir dorberen/ en(de) slijte(n) vand(en) ingeseten(en) dat de voirs(creven) jan de/ bruyne de voirs(creven) potte(n) sal moege(n) v(er)coepen ende/ v(er)thie(re)n alhier ongelast i(m)mer tott(er) tijt toe dat and(er)/ bescheyt t(er) (contra)rien bevonde(n) soude moege(n) sijn en(de)/ alsoe in dien bijd(en) selve(n) vand(en) ambachte hem v(er)bode(n)/ soude moege(n) word(en) om alsdan te gescieden(e) soe/ nae recht bevonden soude moege(n) wordde(n) behoiren(de)/ In cons(ili)[o] opidi maii xviii
//
de welke deselve jan de bruyne hierbynne(n) woenen(de)/ was comen(de) van namen d(air)af die vand(en) ambachte/ sustineerde mits zeke(re)n geluefte(n) bijd(en) voirs(creven) ja(n)ne/ gedaen en(de) hue(re)n rechte(n) vand(en) rolle(n) soe zij seyden/ dat hij dat niet en soude moege(n) doen dwelck/ nochtan alsoe uute(n) selve(n) rolle(n) vand(en) selve(n) a(m)bachte/ bezund(er)t niet bevond(en) en werdt Sustine(re)nde/ alsoe deselve jan t(er) (contra)rien te voirde(r) want men/ die bynne(n) des(er) stadt niet en maicte ende hij de/ selve hier bynne(n) soude moege(n) maken bij alsoe hij/ deselve eerde hadde Seggen(de) oick dat die vand(en)/ selve(n) ambachte en(de) ande(re) h(ier)bynne(n) v(er)cochte(n) steyne(n) potte(n)/ cruesen(e) en(de) dier gelijcke die nochta(n) alhier niet gemaict/ en wa(r)en Es geseeght en(de) verclairt bijd(en) zelve(n) raide/ aengesien datmen de voirs(creven) eerde alhier niet en/ vandt en(de) zee(r) orbaerlijck bevonde(n) worden voir dorberen/ en(de) slijte(n) vand(en) ingeseten(en) dat de voirs(creven) jan de/ bruyne de voirs(creven) potte(n) sal moege(n) v(er)coepen ende/ v(er)thie(re)n alhier ongelast i(m)mer tott(er) tijt toe dat and(er)/ bescheyt t(er) (contra)rien bevonde(n) soude moege(n) sijn en(de)/ alsoe in dien bijd(en) selve(n) vand(en) ambachte hem v(er)bode(n)/ soude moege(n) word(en) om alsdan te gescieden(e) soe/ nae recht bevonden soude moege(n) wordde(n) behoiren(de)/ In cons(ili)[o] opidi maii xviii
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2014-09-04 door Dieter Peeters