SAL7384, Akte: V°169.2-R°170.1 (300 van 1043)
Akte V°169.2-R°170.1
Act
Datum: 1490-10-13
Transcriptie
2019-02-01 door fernand BERTRANDVand(er) questien gecome(n) bijden raide vand(er) stadt/
tussche(n) ja(n)ne vand(en) hove en(de) willem(me) vand(er) steenbrugge(n)/
als geswoirne(n) vand(en) ty(m)m(er)lied(en) ambachte t(er) eenre/
en(de) henr(icke) gherijs t(er) ande(r) zijde(n) Den welken de
//
voirs(creven) geswoirne gecalengeert hadden ov(er)mits dien/ dat hij dambacht vand(en) ty(m)m(er)lieden hadde pijnen/ te doene sond(er) int selve ambacht te come(n) Seggen(de)/ de selve henrick t(er) selv(er) tijt dat hij int scrijnmak(er)s/ ambacht was Dair van nochtan de (con)trarie bevond(en)/ wert hoepen(de) alsoe de voirs(creven) geswoirne(n) dat hij int/ ambacht sculdich wa(r)e te come(n) naed(en) bescheid(en) den/ ambachte verleent dair tegen de voirs(creven) henr(ick) hoepte/ neen te voirde(re) want hij dambacht vande(n) scrij(n)mak(er)s/ beg(er)t hadde en(de) de geswoirne te vo(r)en gesproke(n) soe hij/ seyde om dair inne te come(n) eer hij gecalengeert wert/ mits den welke(n) hij sustineerde alwairt dat hij int/ voirs(creven) ambacht come(n) moeste vanden ty(m)merliede(n) dat hij/ met halve(n) gelde gestaen soude want de costume va(n)d(en)/ selve(n) twee ambachte(n) alsulke wae(r) hopen(de) alsoe t(er) (contra)rien/ dat hij int voirs(creven) ambacht niet comen en soude met/ vollen pe(n)ninghen dair tegen de voirs(creven) geswoirne/ replice(re)nde seyden dat hem niet te baten comen/ en mochte dat hij metten geswoirne(n) vand(en) scrij(n)mak(er)s/ ambachte gesproken hadde ten wa(r)e dat hij te vo(r)en/ dair inne geweest hadde en(de) tselve ontfange(n) hadde/ welck niet gebuert en was bliven(de) alsoe bij hue(re)n/ voirnemen(en) Es uutgesproken en(de) get(er)mineert bijden/ voirs(creven) raide nae dbekenne(n) des voirs(creven) henricx/ dat hij sculdich soude sijn int voirs(creven) ambacht te/ comen met geheelen gelde ende rechte ende dair van/ der gezwoirnen moet crijgen In consilio octobr(is) xiii
//
voirs(creven) geswoirne gecalengeert hadden ov(er)mits dien/ dat hij dambacht vand(en) ty(m)m(er)lieden hadde pijnen/ te doene sond(er) int selve ambacht te come(n) Seggen(de)/ de selve henrick t(er) selv(er) tijt dat hij int scrijnmak(er)s/ ambacht was Dair van nochtan de (con)trarie bevond(en)/ wert hoepen(de) alsoe de voirs(creven) geswoirne(n) dat hij int/ ambacht sculdich wa(r)e te come(n) naed(en) bescheid(en) den/ ambachte verleent dair tegen de voirs(creven) henr(ick) hoepte/ neen te voirde(re) want hij dambacht vande(n) scrij(n)mak(er)s/ beg(er)t hadde en(de) de geswoirne te vo(r)en gesproke(n) soe hij/ seyde om dair inne te come(n) eer hij gecalengeert wert/ mits den welke(n) hij sustineerde alwairt dat hij int/ voirs(creven) ambacht come(n) moeste vanden ty(m)merliede(n) dat hij/ met halve(n) gelde gestaen soude want de costume va(n)d(en)/ selve(n) twee ambachte(n) alsulke wae(r) hopen(de) alsoe t(er) (contra)rien/ dat hij int voirs(creven) ambacht niet comen en soude met/ vollen pe(n)ninghen dair tegen de voirs(creven) geswoirne/ replice(re)nde seyden dat hem niet te baten comen/ en mochte dat hij metten geswoirne(n) vand(en) scrij(n)mak(er)s/ ambachte gesproken hadde ten wa(r)e dat hij te vo(r)en/ dair inne geweest hadde en(de) tselve ontfange(n) hadde/ welck niet gebuert en was bliven(de) alsoe bij hue(re)n/ voirnemen(en) Es uutgesproken en(de) get(er)mineert bijden/ voirs(creven) raide nae dbekenne(n) des voirs(creven) henricx/ dat hij sculdich soude sijn int voirs(creven) ambacht te/ comen met geheelen gelde ende rechte ende dair van/ der gezwoirnen moet crijgen In consilio octobr(is) xiii
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2014-09-03 door Dieter Peeters