SAL7384, Akte: V°204.4-R°205.1 (383 van 1043)
Akte V°204.4-R°205.1
Act
Datum: 1490-11-16
Transcriptie
2019-03-28 door fernand BERTRANDItem hebben geloeft de voirs(creven) jasp(er) en(de) zijn twee borghe(n)/
den voirs(creven) willem(me) dat zij katlijne(n) vand(er) couthe(re)n desselfs/
jasp(er) dochter die hij behouden heeft van katlijne(n) wijle(n)
//
ouderogge al(ia)s vand(er) couthe(re)n zijne(n) wive docht(er) des voirs(creven)/ henricx nu ond(er) hue(r) mondige dage zijnde soe wa(n)neer/ zij bejaert en(de) tot hue(re)n mondige(n) dagen comen sal sijn/ in dien hebben sulle(n) en(de) soe verre v(er)vaen dat zij den/ voirs(creven) willem(me) met hue(re)n voirs(creven) vad(er) bij vergaderingen/ van tocht ende erve loffelike vestich(eyt) en(de) zekerheyt/ doen zullen vand(en) voirs(creven) twee mudde(n) corens erff(elijck)/ alsoe dat hem genoech zij dairaf de vader altijt/ huer en(de) hue(r) goede sal gelove(n) scadeloes te houden en(de)/ tontheffen want de pe(n)ningen van desen bekeert/ sijn ende zullen wordden in zijne(n) orbe(re) en(de) profijte/ om inne te spanne(n) en(de) sijn goede te wynnen en(de) als/ dese vestich(eyt) den selve(n) willem(me) aldus sal sijn gebuert/ soe sullen de selve twee borgen vand(en) voirs(creven) obligat(ie)/ der twee mudden corens erff(elijck) los ende quijt zijn eisd(em)
//
ouderogge al(ia)s vand(er) couthe(re)n zijne(n) wive docht(er) des voirs(creven)/ henricx nu ond(er) hue(r) mondige dage zijnde soe wa(n)neer/ zij bejaert en(de) tot hue(re)n mondige(n) dagen comen sal sijn/ in dien hebben sulle(n) en(de) soe verre v(er)vaen dat zij den/ voirs(creven) willem(me) met hue(re)n voirs(creven) vad(er) bij vergaderingen/ van tocht ende erve loffelike vestich(eyt) en(de) zekerheyt/ doen zullen vand(en) voirs(creven) twee mudde(n) corens erff(elijck)/ alsoe dat hem genoech zij dairaf de vader altijt/ huer en(de) hue(r) goede sal gelove(n) scadeloes te houden en(de)/ tontheffen want de pe(n)ningen van desen bekeert/ sijn ende zullen wordden in zijne(n) orbe(re) en(de) profijte/ om inne te spanne(n) en(de) sijn goede te wynnen en(de) als/ dese vestich(eyt) den selve(n) willem(me) aldus sal sijn gebuert/ soe sullen de selve twee borgen vand(en) voirs(creven) obligat(ie)/ der twee mudden corens erff(elijck) los ende quijt zijn eisd(em)
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2014-09-03 door Dieter Peeters