Item henrick wellens jan yden jan de smet ende de/ vierde huer medebrued(er) als scatters hebbe(n) geloeft/ katlijne(n) van diest werdi(n)ne jasp(er)s lambrechts/ twee en(de) twintich rinssche gulden(en) te betalen(e) bi(n)ne(n)/ xiiii nachte(n) naistcomen(de) Op condicien wair sij de/ voirs(creven) so(m)me bynne(n) middelen tijden niet en betaeld(en)/ dat de selve katlijne sal moegen gaen panden/ ende execucie van dien nemen sond(er) meer rechts/ d(air)om te versueken cor(am) abs(oloens) burg(imagistr)[o] januarii xviii