SAL7385, Akte: V°379.2-R°380.1 (713 van 1086)
Akte V°379.2-R°380.1
Act
Datum: 1492-02-20
Transcriptie
2018-09-15 door kristiaan magnusItem deselve mombours in om(n)i modo utsup(ra) ende/
uuyt crachte gelijck voe(r) hebben getransporteert in/
handen van henricu(s) hanckart tot behoef he(n)nen/
rombouts wonen(de) nu bij mijne(n) hee(r) van beerssele/
niet als naistleven(de) naden rechte van loeven(en) mair/
als eene(n) onnoeselen mynsche vand(en) bloede vand(er)/
moed(er) zijd(en) voirs(creven) oick bestaen(de) om dat hij des als/
maech zeer behoeven(de) es tot zijnd(er) sustentacien en(de)/
ond(er)houdingen behoef gelijck de momboirs voirs(creven)/
dat warachtelijck bevond(en) hebben en(de) des te/
bynne(n) sijn bij hue(r) discretien nae uutwijsen va(n)d(en)/
selve(n) testamente te moege(n) doen en(de) sculdich zijn/
te doene Dand(er) hellicht vand(er) selv(er) rinte(n) om die/
jairlijcx bij mijne(n) hee(r) van beerssele voirs(creven) oft/
yeman(de) die hij d(aer)toe voirt co(m)mitte(re)n sal tot behoef/
vand(en) selve(n) henne(n) sijn leefdage lanck opgehave(n)/
en(de) gebuert te wordden en(de) in zijne(n) nootorbe(r)/
en(de) prouffijte jairlijcx deselve sijn leefdage lanck/
due(re)nde maken(de) deselve mombours mechtich/
den selve(n) mijne(n) hee(r) van beerssele en(de) sijne(n) voirt/
geco(m)mitteerd(en) in desen en(de) elken bezund(er)t dbewijnt die/
dbesorch en(de) tregiment vanden selve(n) henne(n)
//
hebben sal nu oft in toecomen(de) tijd(en) deselve rinte/ soe lange de selve henne(n) leve(n) sal tot sijne(n) prouffijte/ te mane(n) teysschen opte bue(re)n en(de) tontfangen dair voo(r)/ te panden te dagen (et)c(etera) quitan(cie) te geve(n) in melio(r)i/ for(ma) promitt(ens) rat(um) [renu(n)c(ians)] Behalve(n) dat deselve hellicht/ d(er) drie rinssche guld(en) erffelijck voirs(creven) nae de doot/ vand(en) selve(n) henne(n) erffelijck blive(n) sal der kercken van/ beerssele tot behoef vand(en) lichte vand(en) heylige(n) sacra/ mente ald(aer) cor(am) eisd(em)
//
hebben sal nu oft in toecomen(de) tijd(en) deselve rinte/ soe lange de selve henne(n) leve(n) sal tot sijne(n) prouffijte/ te mane(n) teysschen opte bue(re)n en(de) tontfangen dair voo(r)/ te panden te dagen (et)c(etera) quitan(cie) te geve(n) in melio(r)i/ for(ma) promitt(ens) rat(um) [renu(n)c(ians)] Behalve(n) dat deselve hellicht/ d(er) drie rinssche guld(en) erffelijck voirs(creven) nae de doot/ vand(en) selve(n) henne(n) erffelijck blive(n) sal der kercken van/ beerssele tot behoef vand(en) lichte vand(en) heylige(n) sacra/ mente ald(aer) cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: Karel Embrechts
Moderator: Karel Embrechts
Laatste update:: 2015-08-31 door Agata Dierick