SAL7387, Akte: R°147.1 (249 van 881)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°147.1  
Act
Datum: 1493-10-16

Transcriptie

2020-03-14 door kristiaan magnus
It(em) eene scheidinghe en(de) deylinge gesciet ende gemaict zijnde tusschen janne van halmale/
pelsmake(r) en(de) dorotheen willemairs zijnd(er) weerdynne(n) ende gheerde van lambroec ende/
lijsbetten willemairs zijnd(er) weerdynne(n) sust(er) der vors(creven) dorotheen dochte(re)n rombouts wijlen/
willemair des jonghen en(de) nae [wijlen] lijsbetten van berlair zijns wijfs op en(de) vand(en) [erf]goeden/
rinte(n) en(de) pachten hen gebleven en(de) verstorven vand(en) voirs(creven) gesust(ere)n vord(er)s van vad(er) en(de)/
moed(er) oudevad(er) en(de) oudemoed(er) oft die hen and(er)e van hue(re)r zijden aencome(n) zijn ende de selve/
goide rinte(n) in pachten in twee deelen gedeylt zijnde [vacat]/
[vacat]/
Sijn den voirs(creven) janne van halmale en(de) dorotheen willemairs zijnder weerdynne(n) bij loote d(aer)/
o(m)me bij hen openbairlic getege(n) [ge]bleve(n) en(de) gevallen in deyling(en) de goede chijse en(de) rinte(n)/
h(ier) na bescrev(en) Ierst een banc mett(er) stallagien en(de) den toebehoirte(n) geleg(en) int vleeshuys te/
loven(en) inden middelste(n) rey ten p(er)deken w(er)t naest der stallaigien mett(er) banc pet(er)s bone ned(er)weert/
gerekent de iiii[de] banc opden co(m)mer van ii(½) st(uvers) erflic d(aer) uutgain(de) Item zesse en(de) een halve cro(ne)/
erflic op thuys metten toebehorte(n) geheeten yngelant henr(ix) moerkens geleg(en) inde steen/
strate te loven(en) tusscen de goede thuys geh(eeten) tscaecbert t(er) eenre en(de) de goede pet(er)s potent/
[beckere ter ande(r) zijden] It(em) drie pet(er)s erflic op een huys metten toebehorte(n) geheete(n) de mussche geleg(en) opte/
raymerct opten hoec vand(er) dorpstraten tussce(n) de selve dorpstrate t(er) eend(er) en(de) de goede wile(n)/
alite(n) wed(uw)[e] he(n)r(ix) wile(n) zedele(re) t(er) ande(re) It(em) vijf rinsche gul(den) en(de) x pl(a)c(ken) erflic opde stat van/
thienen en(de) dingeseten(en) der selver It(em) eene(n) peter erflic op huys en(de) hof metten toebehorte(n)/
joes van oerbeke geleg(en) inde steenstrate bijde bynne(n)porte geheete(n) tkaetspel tusscen/
de goede geheete(n) de dond(er)busse op deen zijde en(de) tstreetke(n) ald(aer) op dand(er) side/
It(em) xxv vivendertich stuv(er)s erflic op zeke(r) goede geleg(en) sinte peters rode die nu/
betalen de kinde(re) vand(en) bossche opden voirs(creven) co(m)mer d(aer) voe(r) uut gaen(de) Ende/
voirt op alsulken zesse r(ins)gul(den) erflic alse m(ijn) vrouwe van beloys aende oudere vand(en)/
voirs(creven) gesuste(re)n en(de) hue(r) borgen heffen(de) zijn dair af de voirs(creven) jan en(de) dorothee sijn wijf/
en(de) hue(r) voirs(creven) gedeelte den voirs(creven) gheerde en(de) lijsbetten willemair en(de) hue(r) gedeelte en(de) oic de/
borge(n) d(aer) voe(r) staen(de) los houden ontheffen en(de) ontlaste(n) sulle(n) mote(n) scadeloos Hanc quoq(ue) Et sat(isfacere)/
d(i)c(t)i gerard(us) et e(ius) uxor cor(am) cav(er)son zande octobr(is) xvi
Nagekeken doorKarel Embrechts
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2017-02-13 door kristiaan magnus