SAL7387, Akte: R°177.2 (306 van 881)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°177.2  
Act
Datum: 1493-11-12

Transcriptie

2020-07-21 door kristiaan magnus
Nae dien anthonijs van nabbeneyg(en) als s(in)[te] pet(er)sma(n)/
van loeven(en) zijn goede te baerle gelegen met brieve(n)/
van des(er) stadt gescreven aend(en) scouth(eit) van baerle oft/
zijne(n) stadthoude(r) heeft doen ontsetten ende afdoen alsulk(er)/
rastame(n)te als lijsbeth smeets d(aer)op hadde doen doen ende/
der selv(er) lijsbeth dach doen betheeken(en) alh(ier) inde banck voe(r)/
meye(r) en(de) s(in)[te] pet(er)sma(n)nen van loeven(en) oft hij he(m) oft den/
selve(n) zijne(n) goed(en) yet hadde willen eysschen ende/
de selve anth(onijs) noch procur(eur) van zijne(n) wegen op heden/
als ten daige oft verstreken(en) ende gecontinueerd(en) daige/
van rechte niet gecomp(ar)eert en es ende willem van/
lele als procur(eur) d(er) selv(er) lijsbetthe(n) hem p(rese)nte(re)nde v(er)socht/
heeft tre(n)voye Wair de selve s(in)[te] pet(er)sman noch/
procur(eur) van zijne(n) wegen niet en comp(ar)eerde soe hebbe(n)/
de s(in)[te] pet(er)sma(n)nen van loeven(en) t(er) maniss(en) smeyers gewese(n)/
gelieft den procur(eur) der selv(er) lijsbeth zijn p(rese)ntacie te/
doen(e) theeken(en) dat hij dat doen mach en(de) heeft hij voird(er)/
gebreck dat hij dat volghde aend(en) borg(er)meest(er) in/
scampno nove(m)br(is) xii
Nagekeken doorKarel Embrechts
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2017-02-13 door kristiaan magnus