SAL7387, Akte: V°477.2-V°478.1 (796 van 881)
Akte V°477.2-V°478.1
Act
Datum: 1494-05-31
Transcriptie
2019-10-06 door kristiaan magnusNae die(n) jan v(er)merssone poirte(r) van loeven(en) met brieve(n)/
van des(er) stadt gescreve(n) aenden scouth(eit) van peelant/
heeft doen aff ende uutscrive(n) seke(r) procedue(re)n gesciet/
inde banck van vlierde tusschen de(n) selve(n) scouth(eit) ter/
eende(r) en(de) hem ter ande(r) aengaen(de) seke(re)n cuulen kue(re)n/
en(de) broeke(n) die de selve poirte(r) scouth(eit) den selve(n) poirte(r)/
gheeyscht hadde en(de) mette(n) ii[te(n)] br(ieve) de banck va(n) vlierde/
hadde doen sluyten zoe verre dat de selve scoutheyt/
comp(ar)eerde tot zijne(n) betheken(de) daighe inde banck/
voir meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(en) tegen den selven/
poirte(r) met zijne(n) gelev(er)de voirsprake heeft gep(rese)nteert/
te bewijsen(e) met vie(r) scepen(en) van vlierde alleen/
om tot re(n)voye te comen d(aer) hij zijn pri(n)cipael/
conclusie op gemaict heeft op dat hem ontkint/
wordde Ierst dat des maendaigs nae grot vastelavo(n)t/
/
lestleden de voirg(enoemde) scouth(eit) hadde doen dach doen den vors(creven)/
janne v(er)merss(oen) met rechte en(de) dat de selve scouth(eit) hem/
doen een aensprake gaff in cruijl? kue(re)n en(de) broeke(n) aen/
gaen(de) Ten ande(re)n male dat deselve jan v(er)mers t(er) stont/
opden selve(n) maendach antw(er)de opde selve ae(n)sprake/
ontkynnen(de) den scouth(eit) zijn v(er)met leggen(de) oick selve/
in zeke(re)n thoen die he(m) dochte dienen(de) in deffen(en) van/
zijnd(er) saken en(de) dat aldair van jans v(er)mers porterie/
noch vrijh(eit) gheenss(ins) vermaent oft geallig(er)t en was/
Ten derden male dat de selve scouth(eit) op de(n) selve(n) dach/
zijnen thoen hadde geleit navolgen(de) den rechte der/
banck van vlierde voirs(creven) sulc wesen(de) dat daenlegge(r)/
opd(en) selve(n) dach hij he(m) thoen vermet die moet leyden/
Ten vierden male nae die(n) de scouth(eit) zijne(n) thoen hadde/
volleyt en(de) zijn sak(en) int principael gesloten dat jan/
v(er)mers hadde beg(er)t aend(en) scouth(eit) zij(n) scepen(en) aldair/
gemae(n)t te hebben een vo(n)nis wa(n)ner hij sijne(n) thoen/
soude leyden en(de) tselve maniss(en) alsoe gedaen/
zijnde dat de scepen(en) hadden gewijst vo(n)nislijck/
dat jan v(er)mers zijne(n) thoen t(er) stont soude leyden/
soe verre hij dien bereet hadde ende oft die(n)/
niet bereet en wae(r) soe soude hij die leyden/
ten naisten genechte Ten v[te(n)] male dat ten/
naisten genechte deselve jan v(er)mers zijne(n) ver/
meten thoen acht(er) laten(de) bracht een missive vander/
stadt van loeven(en) verbieden(de) den scouth(eit) dmane(n) en(de)/
den scepen(en) dwijsen mits zijnd(er) porterie die hij doen/
naede(n) lit(is) penden(cien) en(de) contestat(ien) allig(er)de hoopen(de) wair/
hij dit gethoenen conste dat dese sake en(de) p(ar)tien v(er)sonde(n)/
soud(en) wordd(en) t(er) bancke(n) rechte(n) van vlierde voirs(creven) hem//
des gedragen(de) totten rechte Teghen dwelck de voirs(creven)/
poirte(r) ontkynnen(de) des scouth(eits) voirnemen(en) p(rese)nteerde/
div(er)se pointen te thoenen t(er) deffen(cien) van zijnd(er) sake(n)/
en(de) bijd(en) welken hij concludeerde die bij he(m) gethoe(n)t/
oft bijd(en) scouth(eit) bekint niet gere(n)voyeert te word(en)/
mair dat de scouth(eit) gewijst soude wordden v(er)doelt/
van zijne(n) re(n)voye en(de) oick der belasting(en) ende/
eyssche van kue(re)n oft brueken op he(m) ged(aen) hebbe(n)/
de scepen(en) van loeven(en) t(er) maniss(en) des meyers gewijst/
met vo(n)nesse naeden thoen h(ier)inne bijd(er) p(ar)tie(n) gheleit/
d(aer) de scouth(eit) zijns v(er)met genoech volquam ende de/
poirte(r) meest tendeerde te justifice(re)n zijn v(er)antw(er)d(en)/
int pri(n)cipael sond(er) docume(n)t(atien) te doene van pointe(n)/
oft reden(en) die he(m) hadd(en) moghen dienen wair bij/
die sake niet gere(n)voyeert en soud(e) word(en) dat/
zij sak(e) en(de) p(ar)tien re(n)voyeerd(en) t(er) voirs(creven) plaetsen/
van vlierde dair die gelijck voe(r) gheplaidoeert/
was om aldair voirt recht te geven en(de) te neme(n)/
Act(um) in scampno cor(am) om(n)ibus dempto kersmake(re)/
maii ultima
Nagekeken door: Karel Embrechts
Moderator: Karel Embrechts
Laatste update:: 2017-03-02 door kristiaan magnus