Item joha(n)nes ghiermans heeft gelooft te betalen(e) gielijse de/ mu(n)te(re) den jongen de so(m)me van zeven rinsg(ulden) te xx stuv(er)s/ tstuck ende vi stuv(er)s bynnen eender maent naistcomen(de)/ t(am)q(uam) ass(ecutu)[m] ende dat uuyt saken vand(er) composicie(n) tussche(n)/ hem gemaict vanden drie mudden rogs ende een zister/ weysincx een mudde tarwen xl oude groote v d(enieren) lovens/ die joh(ann)es cuts als rectoir vand(en) outaer van s(in)te aechten/ tsint jacops te loeven(e) heffen(de) es opde moelen opde leyde/ / dair voe(r) de voirs(creven) gielijs als procure(ur) des voirs(creven) joh(ann)es opde selve/ moelen op heden gedaicht hadde Den welken de voirs(creven) jan/ gheirmans als procur(eur) der voirs(creven) wed(uwe) arnts wijlen van stake(n)borch/ om der selver wed(uwe) pacht die zij insgelijcx dairop heeft/ te salve(re)n gescut heeft cor(am) abs(oloens) zande junii xvi