SAL7387, Akte: V°289.1 (511 van 881)
Akte V°289.1
Act
Datum: 1494-01-30
Transcriptie
2019-04-09 door kristiaan magnusWant willem van leefdale als procur(eur) he(re)n/
diericx le begge geleydt zijnde nae des(er) stadt recht/
voir zijn wettich gebreck uuyt crachte van scepen(en)/
br(ieven) van loeven(en) tot allen den goeden beyde have en(de)/
erve henricx zoeten zoe wair die gelegen zijn/
ind(er) stadt van loeven(en) oft bynne(n) der vrijheyt der/
selver hem met janne zedele(re) vorste(r) van des(er)/
stadt alle de selve goede behoirlijc heeft doen/
leve(re)n ende den voirs(creven) henr(icke) dach van rechte te/
comp(ar)e(re)n alh(ier) inde banck voir meye(r) ende scepen(en)/
van loeven(en) doen besceyde(n) oft hij hem tegen de/
selve leveri(n)ge hadde wille(n) oppone(re)n Ald(aer) hij/
op heden als ten verstreken(en) daige niet geco(m)p(ar)eert/
en es noch p(ro)cur(eur) van zijne(n) wegen den voirs(creven)/
p(ro)cur(eur) co(m)p(ar)e(re)nde ende trecht voirt versueken(de) soe/
verre dat de scepen(en) van loven(en) t(er) maniss(en) smeyers/
nae dat hen bij cleerniss(en) des voirs(creven) vorsters/
behoirl(ijc) gebleken heeft de voirs(creven) leveri(n)ge ende/
dach besceydinge gesciet te zijne gewesen hebbe(n)/
voir een vo(n)nisse wair de wed(er)p(ar)tie des voirs(creven)/
geleydden niet en comp(ar)eert voe(r) dopstaen vand(en) meye(r)/
ende der scepen(en) datmen den selve(n) geleydden houd(en)/
soude inde macht van zijne(n) beleyde scepen(en) br(ieven)/
ende leveri(n)gen alsoe verre alst noch voir scepen(en)/
comen es in scampno januarii penulti(m)a
Nagekeken door: Karel Embrechts
Moderator: Karel Embrechts
Laatste update:: 2017-02-25 door kristiaan magnus