SAL7390, Akte: R°91.3-V°91.1 (164 van 782)
Akte R°91.3-V°91.1
Act
Datum: 1496-10-03
Transcriptie
2020-12-26 door Karel EmbrechtsItem jouffr(ouwe) m(ar)griete voelkens wed(uw)[e] raes/
wijle(n) van baussele heeft gekint gehaven/
te hebben en(de) ontfangen met wille weten/
en(de) (con)sente goirts vand(en) berge inde lelie ende/
zijns wijfs van barth(elmeeus) vanden eede uuyt/
handen jans zijns soens de pe(n)ni(n)ge vand(er)/
afquijti(n)gen vand(er) hellicht van alsulk(en) drie/
crone(n) te xxiiii stuv(er)s tstuc erff(elijc) alse goirt va(n)d(en)/
b(er)ge inde lelie ende jouffr(ouwe) m(ar)griete van s(in)[te]/
pet(er)s zijn w(er)dynne sculdich en(de) belanck zijn voir/
de selve een helicht en(de) de voirs(creven) wed(uwe) van/
baussele voir dand(er) helicht met scepen(en)/
br(ieven) van loeven(e) sculdich ende belanc zijn/
der wed(uw)[e] van hondshem vand(er) daet no(vem)[br(is)]/
xviii a(n)no lxv van welker helicht der drie/
croenen oft vier pet(er)s erffelijc die staen ten/
laste des voirs(creven) goirts vand(en) berge ende
//
zijns wijfs de voirs(creven) b(ar)tel(meeus) den last te hemwerts/ nam voir scep(enen) van loeven(e) en(de) met scepen(en) br(ieven) van/ loeven(e) julii penulti(m)a a(n)no xcv ende dat zij voir/ elk(er) der selv(er) twee pet(er)s erff(elijc) gehaven heeft xviii/ gelijke pet(er)s elken pet(er) te xviii ph(ilip)s stuv(er)s elcken/ st(uver) te v quart stuv(er)s ende d(aer)enboven noch twee/ gemeyn pet(er)s vanden v(er)loepen(en) rinten vand(en) vollen/ jae(re) Scelden(de) mits des(en) volcomelijc quijte den voirs(creven)/ goirde en(de) zijnd(er) w(er)dynne(n) den voirs(creven) b(ar)tel(meeuse) zijn/ oir en(de) erfg(enamen) vand(er) voirs(creven) obligatien hen gedaen/ vand(er) lossingen en(de) afquiti(n)gen aende wed(uw)[e] van/ hondshem der selv(er) ii pet(er)s erff(elijc) mette(n) acht(er)stelle/ P(ro)mitt(ens) null(atenus) alloqui sed war(andizare) mits oic der/ a(n)nichilacien bijden selve(n) gehuyssche(n) op heden gedaen/ vand(er) selv(er) obligatien der lossingen en(de) afquiti(n)gen/ voirs(creven) cor(am) h(er)meys borch octobr(is) t(er)cia
//
zijns wijfs de voirs(creven) b(ar)tel(meeus) den last te hemwerts/ nam voir scep(enen) van loeven(e) en(de) met scepen(en) br(ieven) van/ loeven(e) julii penulti(m)a a(n)no xcv ende dat zij voir/ elk(er) der selv(er) twee pet(er)s erff(elijc) gehaven heeft xviii/ gelijke pet(er)s elken pet(er) te xviii ph(ilip)s stuv(er)s elcken/ st(uver) te v quart stuv(er)s ende d(aer)enboven noch twee/ gemeyn pet(er)s vanden v(er)loepen(en) rinten vand(en) vollen/ jae(re) Scelden(de) mits des(en) volcomelijc quijte den voirs(creven)/ goirde en(de) zijnd(er) w(er)dynne(n) den voirs(creven) b(ar)tel(meeuse) zijn/ oir en(de) erfg(enamen) vand(er) voirs(creven) obligatien hen gedaen/ vand(er) lossingen en(de) afquiti(n)gen aende wed(uw)[e] van/ hondshem der selv(er) ii pet(er)s erff(elijc) mette(n) acht(er)stelle/ P(ro)mitt(ens) null(atenus) alloqui sed war(andizare) mits oic der/ a(n)nichilacien bijden selve(n) gehuyssche(n) op heden gedaen/ vand(er) selv(er) obligatien der lossingen en(de) afquiti(n)gen/ voirs(creven) cor(am) h(er)meys borch octobr(is) t(er)cia
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2017-04-18 door Xavier Delacourt