SAL7390, Akte: R°218.2-V°218.1 (363 van 782)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°218.2-V°218.1  
Act
, geen einde?
Datum: 1496-12-12

Transcriptie

2021-07-29 door Karel Embrechts
It(em) jan van buetsele nu t(er) tijt scepen(e) te loeven(e) t(er) eenre/
ende arnt decoste(re) briede(r) t(er) ande(r) zijde(n) in p(rese)ntia hebben/
gekint ende gelijdt dat sij met malcande(re)n v(er)accordeert/
ende ov(er)comen zijn aengaende dien zesse pet(er)s erffelijck/
die de voirs(creven) jan van buetsele jairlijcx heeft en(de) heffende/
is opde ca(m)me geheete(n) den moele(n)steen mette(n) toebehoirte(n)/
nu toebehoirende den voirs(creven) arnde de coste(re) gelegen inde/
wijng(ar)tstrate opde(n) hoeck vand(er) ridderstrate(n) tusschen/
de selve ridderstrate t(er) eenre ende de goede jans inden/
moele(n)steen t(er) ande(r) zijden der poente(n) en(de) vorweerden/
naebescreven die de selve p(ar)tien in wed(er)sijden malca(n)de(re)n/
geloeft hebben pro se et eor(um) succ(essoribus) tonderhoude(n) tacht(er)volg(en)/
ende te voldoene Ierst dat de voirs(creven) jan van buetsele/
voir oegen nemende dat de voirs(creven) ca(m)me zee(r) belast/
was ende hem beduchtende dat hij alsoe gescapen
//
wae(r) geweest die te moten uutdagen voe(r) de selve zijn/
rinte voirs(creven) ende dat dat meer soude gedragen hebben tot/
sijne(n) hynde(r) scaden ende achterdeele dan tot zijnen/
zijnen p(ro)fijte oft vordele de voirs(creven) erfrinte van zesse pet(er)s/
erffelijck gemynct heeft en(de) mits desen mynct tot op vijff/
pet(er)s erffelijck Consente(re)nde en(de) willecoe(re)nde de selve jan/
dat de selve arnt de coste(re) ende sijn erve(n) en(de) nacomeli(n)gen/
possesseurs ende besitters vand(er) zelv(er) ca(m)men van nu/
voirtane gestaen zulle(n) metten selve(n) vijff pet(er)s erffelijck/
vande(n) voirs(creven) zesse pet(er)s erffelijck behalve(n) dat de selve/
vijff pet(er)s erffelijck blive(n) zulle(n) van alsulke(n) ouderdo(m)me/
natue(re)n ende wesen(e) als die tot h(ier)toe geweest hebben/
ende dat den ande(re)n zesten pet(er) erffelijck in hen selve(n)/
versmelte(n) doot quijt en(de) te nyeute zijn sal ende/
de voirs(creven) ca(m)me metten toebehoirten dairaff ongelast/
zijn ende bliven tot eeuwigen dagen Ende ter/
ande(r) zijden heeft de voirs(creven) arnt de coste(re) t(er) meerder
Nagekeken doorkristiaan magnus
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2017-04-19 door Xavier Delacourt