Item den voirs(creven) mo(m)boe(re)n inden name ende tot/ behoeff der voirs(creven) wettig(er) kynde(re)n machteld(en) wijle(n)/ gans sijn bleven en(de) gevalle(n) in hue(r) deylinge de/ erfrinte(n) naebescr(even) Ierst drie r(ins) g(ulden) erff(elijc) op/ seke(r) goede gelegen te bethekem It(em) noch thien rijd(er)s/ erffel(ijc) aen ende op thoff t(er) buecken toebehoiren(de) he(re)n/ lodewijcke pynnock ridd(er) meye(r) van loeven(en) It(em)/ noch xxx stuv(er)s erff(elijc) op des voirs(creven) wille(m)s gedeelte/ voirs(creven) met cond(itien) te moegen afquijten als voe(r) It(em)/ desgelijcx noch twee stuv(er)s erff(elijc) op des voirs(creven) joes/ gedeelte oic te moegen afquijten gelijc voe(r) Hanc/ quoq(ue) et sat(is) prout cor(am) eisd(em)