SAL7390, Akte: V°321.2-R°322.1 (533 van 782)
Akte V°321.2-R°322.1
Act
Datum: 1497-02-25
Transcriptie
2019-01-15 door Karel EmbrechtsWant jan van udekem als geleydt nae des(er) stadt/
recht voir zijn wettich gebreck uuyt crachte van scepen(en)/
br(ieven) van loeven(en) tot allen den goeden beyde have ende/
erve he(re)n willems hee(r) van melain ridd(er)s wijlen/
baudewijns henry ende boudewijns henry zijns soens/
soe wair die gelegen zijn hem met br(ieven) van des(er)/
stadt gescreven aenden meye(r) van melain oft zijne(n)/
stadthoud(er) alle de selve goede behoirlijc heeft/
doen leve(re)n ende den selven p(er)soenen dach van rechte/
te comp(ar)e(re)n alh(ier) inde banck voe(r) meye(r) ende scepen(en)/
van loeven(en) doen besceyden oft zij hen d(aer) tegen/
hadden willen oppone(re)n Aldair zij op heden als/
ten daige van rechte d(aer)toe dienen(de) niet geco(m)p(ar)eert/
en es noch p(ro)cur(eur) van huerent wegen den voirs(creven)/
geleydden comp(ar)e(re)nde en(de) trecht voirts v(er)suekende/
soe v(er)re dat de scepen(en) van loeven(en) t(er) manissen smeyers/
/
nae dat hen behoirlijc gebleken heeft bij resc(ri)pte/
pet(er)s pere meyers van melain tvoirs(creven) exploit gesciet/
te zijne gewesen hebben met vo(n)nisse wair de/
wed(er)p(ar)tie vanden voirs(creven) geleydden niet en comp(ar)eert/
voe(r) den opstaen(en) smeyers ende der scepen(en) datmen/
den selven geleydden vanden voirs(creven) goeden houden/
soude inde macht van zijne(n) beleydde scepen(en) br(ieven)/
en(de) leveri(n)gen alsoe v(er)re alst noch voir scepen(en) comen/
is in scampno febr(uarii) xxv
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2017-04-19 door Xavier Delacourt