SAL7390, Akte: V°412.2-R°414.1 (667 van 782)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°412.2-R°414.1  
Act
Datum: 1497-05-06

Transcriptie

2019-02-05 door Karel Embrechts
Item jan de groote sone ph(ilip)s barbele zijn huysvr(ouw) en(de) katlijn/
van ghele moeder der voirs(creven) barbele in p(rese)ncia hebben genome(n)/
en(de) bekint genome(n) te hebben(e) van pete(re)n vranck als procur(eur)/
ad(ri)aens van assche de moele(n) geheeten de redinghe moelen/
metten boeg(ar)t beempt en(de) coelhove d(air)bij gelegen ende den/
toebehoirte(n) Te houden te hebben en(de) te gebruycken van s(in)[t]/
andriesmisse lestleden den t(er)mijn van twee jae(re)n en(de) seven/
maend(en) te weten(e) de voirs(creven) yerste seven maende om en(de) voe(r)/
xxi mudd(en) vi halste(r) en(de) tderdendeel van eene(n) mol(evat) core(n)s/
de twee deele rogge en(de) tderdendeel tarwen pag(abilis) cu(m)/
va(n)no mate van loeven(en) en(de) dande()r twee jae(re)n elcx jairs/
om en(de) voe(r) xxix mudd(en) core(n)s pag(abilis) en(de) mate als voe(r) te/
betalen(e) alle vie(re)ndeel jairs davena(n)t d(air)af en(de) bynne(n) loeven(en)/
d(air) den selve(n) ad(ri)ane gelieve(n) sal te leve(re)n quol(ibe)t ass(ecutu)[m] It(em) de/
voirs(creven) pachte(n)ne(re)n sullen sculdich zijn bove(n) den voirs(creven) core(n)pacht/
jairlijcx te betalen(e) telke(n) t(er)mijne als voe(r) op elck mudde core(n)s/
tzij rogge oft tarwe een pont goets yerlants was oft voir elck/
pont thien plecke(n) brabants It(em) sullen noch sculdich zijn/
te betalen(e) bove(n) des voirs(creven) es aen tcloest(er) vanden augustinen/
van loeven(en) alle jae(re) zijnen t(er)mijn lanck cheijnsgul(den) te xi st(uvers)/
/ tstuck Item noch sullen de voirs(creven) pechtene(re)n gehouden zijn de/
voirs(creven) moelen te houden(e) van kammen spillen ende allen ande(re)n/
rueren(de) wercke ende dat alsoe goet laten alst hen gelevert sal/
werdden tsijnder aencompst ende bij alsoe zij dat arger laten/
dat zullen zij oprichten en(de) latent zij bet(er) dat salt men hen/
vergueden altijt ter taxacien vanden molesleg(er)s ende smeden/
ende sulle(n) oic gehouden zijn voir elken duym molesteens die/
hij zij afgemalen sullen hebben ten ynde van hue(re)n t(er)mijne/
te betalen(e) drie rinsg(ulden) te vijf scelling(en) grot(en) brabants/
tstuck Item des sullen de voirs(creven) pechtene(re)n gehouden tot hue(re)n/
gebruycke dmoelenhuys metten peertstalle dair neven en(de)/
den hoysulde(r) boven de poirte met een(en) beempde en(de) cuelhove/
en(de) de vruchten vanden boomen dair op stainde zoe dat zij oic/
de willeghen d(air)af eens bynne(n) de voirs(creven) drie jae(re)n sal moegen/
truncken mits den welken hij zij de selve beempde en(de) cuelhove/
bevrijt te laten de leygrecht te ruyme(n) en(de) te dijcken tot zijne(n)/
laste wel en(de) lofelijck tonderhouden(e) Item oft gebuerde dat/
de voirs(creven) moelen lang(er) stille stonde dan drie daigen teynden/
een om com stoel oft ander groet werck dair aen te maeken(e)/
dat sal den pachtene(re)n afgeslagen wordden van zijne(n) coren(en) nae/
advena(n)t vanden tijde van zijnre(n) pechti(n)g(en) It(em) de voirs(creven) pechte/
ners hebben voirts gelooft den selven ad(ri)ane thien r(ins) gul(den) te/
xx stuv(er)s tstuck ende xiiii st(uvers) te betalen(e) ts(in)t jansmisse/
naistcomen(de) voe(r) de sletinghe vand(en) steene(n) en(de) de iiii st(uvers)/
vanden wijn Ende ter meerder sekerheit van des(er) tonderpande/
gestelt huys ende hof metten toebehoirten gelegen inde dorp/
strate neven de borse tusschen de goede h(er) jans vanden stee(n)weghe/
ter eende(r) en(de) roelofs tybe ter ande(r) ende oick de p(or)ceelen van/
haefl(ijcke) goeden h(ier)nae bescr(even) te wesen(de) bynnen den voirs(creven) huyse/
Te weten(e) ierst inde coeken(en) i scrijnhouten scapree i weeke/
zijde i cleyn hert rondeelken v metalen potten i metalen/
hantvat ii zwertte ketels ii witte ketels vier ee(re)n pa(n)nen/
/ i ee(re)n lavoir i ee(re)n becken viii metalen kandelers i metalen/
vierpe(n)neken i wat(er)becken ii ijse(re)n braetpa(n)nen i ijse(re)n/
lepel i ijse(re)n steertpa(n)ne v tynnen plateelen viii ty(n)nen/
co(m)mekens vier dobbelie(re)n iii ty(n)nen teyloe(re)n ii ty(n)nen soutvaten/
iii ty(n)nen quartpotten i ty(n)nen waelpot twee ty(n)nen scincpotte(n)/
ii scrijnhouten vousijdele Opde came(r) boven de coeken(en)/
i scrijnhouten vousijdele i scrijnhoute setel i herdde vierca(n)te/
tafle i scrijnhoute tresoir met eene(n) slote i scrijnhoute kiste/
met eenen slote i scrijnhouten wint(er)coetse met eender voeyen/
voe(r) vi sitte cussen(en) vijf oircussen(en) ii vr(ouwen) falie twee vr(ouwen)/
tabb(ar)ts den eenen moreyt ende den ande(re)n sangwin gevoedert/
beyde met grauwen ruggen i vr(ouwen) roeyen coers gevoedert/
i bedde met hoetpoelue i roye sargie vi ty(n)nen quart/
potten met hoegen voeten ii ty(n)nen quartpotten ii ty(n)nen/
waelpotten i ty(n)nen pynte iiii ty(n)nen plateelen op de/
came(r) boven den vloer i schrijnhouten wint(er)coetse i bedde/
metten hoetpoelue i witte sargie i scrij(n)houten bedstat/
met eenen hoetpoelue en(de) eender roeder sargien i cleyn/
weeke coetsken met eene(n) beddeken i scrij(n)houten scrijn/
Inde redinghe moelen inde coeken(en) i scrijnhouten scapree/
i scrijnhouten rondeel v metalen potten drie witte ketels/
sonder heyse i ee(re)n pa(n)ne ii ijse(re)n stertpa(n)nen twee metalen/
vierpe(n)nekens i lavoir i ty(n)nen geltstoop v ty(n)nen quart/
potten v ty(n)nen plateelen iiii ty(n)nen co(m)mekens drie dobbelie(re)n/
twee metalen candelers Opde came(r) bove(n) de coeken(en) i/
scrijnhoute coetse i bedde metten hoetpoelue i roye sargie/
i weeken setele i scrij(n)houte kiste vi sitte cussen(en) tappisserie/
mette(n) pellicaen(en) getheekent ii oircussen(en) i zwertten ma(n)stabb(ar)t/
gevoedert met witten wollen(en) laken(en) i vr(rouwen) moreyten tabb(ar)t/
met fyne(re) i roeden vr(ouwen) coers ii moele(n)p(er)de Ende voirts/
gesekert en(de) toegeseet elc van hen de selve p(or)ceelen in deel/
/ noch int geheel niet te depostue(re)n noch te v(er)mi(n)de(re)n in gheend(er)/
wijs cor(am) hermeys baets maii vi
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Add. 1
, onderaan datum kan ook 15000218 zijn
Datum: 1499-02-18
TaalNederlands

Transcriptie

2019-02-05 door Karel Embrechts
It(em) de voirs(creven) jan de g(r)[o]te sijn huysvr(ouwe) en(de) kat(lij)[ne] va(n) gheele in p(rese)ntia hebbe(n) genome(n) tegen ad(ri)ane/
van assche de voirs(creven) moelen mette(n) toebe(hoirten) voirs(creven) Te houde(n) te hebbe(n) en(de) te gebruycke(n) va(n) s(in)t jans(mis)s[e] lestled(en)/
eene(n) t(er)mijn va(n) drie jae(re)n v(er)volgen(de) dierste jair om xxxvii mudde(n) de twee deele(n) rogge en(de)/
tderdel t(ar)we pag(abilis) uts(upra) en(de) dande(r) twee jae(re)n elx jairs om xxxix gelijcke(n) mudden core(n)s/
en(de) voirt op alle de (con)ditie(n) en(de) vorw(er)den en(de) v(er)ond(er)pa(n)di(n)gen in des(er) voirs(creven) pecht(inge) beg(r)[e]pen/
en(de) geloeft en(de) gesekert opde(n) selve(n) eedt de haeff(lijcke) goede voirs(creven) niet te depostue(re)n/
Behalve(n) alleen(e) dat in dese pechti(n)ge niet beg(r)[e]pen en es d gelufte va(n)d(en) x r(ins)g(ulden) en(de) xiiii st(uvers) va(n)d(en)/
sleti(n)gen vande(n) steene(n) en(de) iiii st(uvers) van wijne cor(am) borch zedele(re) febr(uarii) xviii a(nn)[o] xcix stilo brab(antie)
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2017-04-25 door Xavier Delacourt