SAL7391, Akte: R°13.2-V°13.1 (26 van 705)
Akte R°13.2-V°13.1
Act
Datum: 1497-07-06
Transcriptie
2020-08-06 door Jos JonckheerItem jan van ov(er)wynghe sone wijle(n) reyners wonen(de) te/
thielt heeft gelooft will(el)mo cloest(er)mans als procur(eur)/
ka(tli)[nen] scollen de so(m)me van vi rijd(er)s te xxv stuv(er)s/
tstuck en(de) xiiii st(uvers) te betalen(e) te weten(e) xxxix stuv(er)s/
d(air)aff bynne(n) xiiii daigen naistcomen(de) en(de) tsurplus te/
weten(e) de vijff rijd(er)s te halff oechts d(air)nae volgen(de)
//
quol(ibe)t ass(ecutu)[m] met conditie(n) oft de vors(creven) jan den ierste(n) t(er)mijn/ liet ov(er)gaen soe sal de vors(creven) so(m)me all gevalle(n) sijn ende/ dit van acht(er)stelle van eene(n) rijd(er) lijftochten met be/ leyde d(air)op gemaict heeft vorts gelooft deselve jan de(n)/ selve(n) rijd(er) lijftocht(en) te weten(e) vand(er) daet viii[a] nove(m)/ bris a(n)no lxxix te lossen en(de) aftequijten te weten(e)/ vand(en) naisten valdaige ov(er) een jair d(air)nae mette(n)/ rinten van i jae(r) en(de) oft in e(n)nich des vors(creven) steet gebrec/ viele soe es vorw(er)de dat deselve p(ro)cur(eur) des(er) niet te/ ge(n)staen(de) hem mett(en) voirs(creven) beleyde altijt sal moghe(n)/ behulpen oft met des(en) bekynne dwelck hem best belieft/ behalve(n) altijt met eend(er) betali(n)g(en) te gestaen(e) cor(am)/ zedele(re) rosmee(r) julii vi[a]
//
quol(ibe)t ass(ecutu)[m] met conditie(n) oft de vors(creven) jan den ierste(n) t(er)mijn/ liet ov(er)gaen soe sal de vors(creven) so(m)me all gevalle(n) sijn ende/ dit van acht(er)stelle van eene(n) rijd(er) lijftochten met be/ leyde d(air)op gemaict heeft vorts gelooft deselve jan de(n)/ selve(n) rijd(er) lijftocht(en) te weten(e) vand(er) daet viii[a] nove(m)/ bris a(n)no lxxix te lossen en(de) aftequijten te weten(e)/ vand(en) naisten valdaige ov(er) een jair d(air)nae mette(n)/ rinten van i jae(r) en(de) oft in e(n)nich des vors(creven) steet gebrec/ viele soe es vorw(er)de dat deselve p(ro)cur(eur) des(er) niet te/ ge(n)staen(de) hem mett(en) voirs(creven) beleyde altijt sal moghe(n)/ behulpen oft met des(en) bekynne dwelck hem best belieft/ behalve(n) altijt met eend(er) betali(n)g(en) te gestaen(e) cor(am)/ zedele(re) rosmee(r) julii vi[a]
Nagekeken door: Walter Winnelinckx
Moderator: Walter Winnelinckx
Laatste update:: 2017-05-10 door Xavier Delacourt