SAL7391, Akte: R°305.2-R°306.1 (537 van 705)
Akte R°305.2-R°306.1
Act
Datum: 1498-03-16
Transcriptie
2021-08-02 door Jos JonckheerNae dien comen zijn inde banck voe(r) meye(r) ende/
scepen(en) jan van balen als p(ro)cur(eur) he(re)n jans de mol/
ridders t(er) eend(ere) ende henr(ick) boene t(er) and(er) zijd(en) als
//
van thien gouden croene(n) erff(elijc) d(air) voe(r) de selve p(ro)cur(eur)/ in tijden voirleden hem hadde doen leve(re)n sekere/ goede te weten(e) een hoff metten toebehoirten den/ selve(n) henr(icke) als tochtene(re) en(de) sijne(n) mede co(n)sorten/ toebehoe(re)nde gelegen t(er) leecheyt onder de meyerie/ van libbeke ende dair voe(r) he(m) met rechte/ tot zijnd(er) betali(n)gen behoef genoech ae(n)gewesen/ wa(r)en om sijn gebreken d(air)aen te verhalen(e)/ inder maten seke(re) voirvo(n)nissen in dien gewesen/ te weten(e) xciiii xviii octobr(is) en(de) no(vem)[br(is)] decima/ lestleden beide bynnen des(er) came(re)n ger(e)gistreert/ staen(de) dat nairder uuytwesen welke execut(ie)/ de selve henr(ick) beletten woude in dien dat/ hij seke(re) vruchten ald(air) hadde doen raste(re)n ende/ met seke(re)n genechten vervolght d(air)af de voirs(creven)/ jan van balen sustineerde naed(en) voirgewijsd(en)/ voirs(creven) ende reden(en) int lange alsdoen verhaelt/ d(air) hijs hem toe gedroech dat sijn wed(er)p(ar)tie sculd(ich)/ soude zijn in dien af te laten(e) en(de) de voirs(creven) vruchten/ en(de) goeden hem ende zijne(n) meest(er) te laten gebruycken/ totten ynde van zijnd(er) betalingen met coste en(de) co(m)me(r)/ D(air)tegen de voirs(creven) henr(ick) sustineerde de (contra)rie seggen(de)/ onder den ande(re)n dat de voirs(creven) zijn wed(er)p(ar)tie sculd(ich)/ wa(r)e te volgen(e) met hue(re)n rechte en(de) bescheide/ dwelc zij in dien hebbe(n) mochte opde goede jans/ de vos gelegen te b(er)them te weten(e) op dwinhof/ ald(air) wijlen toebehoiren(de) ja(n)ne vand(er) nat als pri(n)/ cipael pant vand(en) rinte(n) d(air) questie af is en(de) de/ voirs(creven) zijn goeden vand(er) leech(eyt) in dien ongemoeyt/ te laten(e) oft dat de voirs(creven) zijn wed(er)p(ar)tie hem voir/ al dbesceyt ende huer actie die zij hadde(n) op/ tvoirs(creven) goet van berthe(m) soud(en) sculd(ich) zijn hem/ ov(er) te geven(e) met rechte om d(air)aen te v(er)halen(e)/ de selve thien goud(en) croene(n) erff(elijc) die zij op hem/ oft zijn goet vand(er) leech(eyt) sustineerd(en) te moeghe(n)/ verhalen D(air)op de wed(er)p(ar)tie r(e)plice(re)nde sustineerde/ de co(n)trarie besund(er)t vand(en) voirs(creven) yerst(en) reden(en) bijd(en)
//
wed(er)p(ar)tien geallig(eer)t mits den voirsvo(n)niss(en) voe(r)/ geruert en(de) de reden(en) in dien geallig(eer)t en(de) sustineerd(e)/ als vand(en) reden(en) bij sijnd(er) wed(er)p(ar)tien geallig(eer)t als/ vanden overgeven(e) van sijns meest(er)s actie(n) en(de) recht (et)c(etera)/ dat zijn meest(er) dat niet en behoirde te doen(e) ten/ wa(r)e dat hij jan van balen inden name als voe(r)/ hadde alsulken vestich(eyt) vand(en) voirs(creven) henr(icke) en(de) zijnen/ medeconsorte(n) dat hem genoech souden moegen wesen/ nae recht vand(en) voirs(creven) x gouden croenen erffel(ijc)/ metter betaling(en) vanden verloepe cost ende co(m)mere/ en(de) d(air)entinden woude zijn meest(er) h(er) jan de mol/ g(er)ne doen des wel gedaen soude zijn en(de) niet meer/ hopen(de) dat dat recht wa(r)e naed(en) voirvo(n)nisse/ en(de) gewijsd(en) in des(en) als voe(r) gesciet die ald(air) geexhibeert/ werd(en) (et)c(etera) met meer reden(en) ten effecte voirs(creven) geallig(eer)t/ Es gewesen t(er) maniss(en) smeyers bijd(en) scepen(en) dat zij/ bliven bijd(en) voirgewijsden en(de) vo(n)nissen alh(ier) inder/ selv(er) materie(n) gegeven ende dat p(ar)tien hen in/ wed(er)sijden nae de selve en(de) de p(rese)ntacie(n) d(air)inne/ geruert ende oick die h(er) jan de mol oft zijn/ p(ro)cur(eur) nu p(rese)nteert sulle(n) hebbe(n) te vuegen(e) Actu(m)/ in scampno m(ar)cii xvi
//
van thien gouden croene(n) erff(elijc) d(air) voe(r) de selve p(ro)cur(eur)/ in tijden voirleden hem hadde doen leve(re)n sekere/ goede te weten(e) een hoff metten toebehoirten den/ selve(n) henr(icke) als tochtene(re) en(de) sijne(n) mede co(n)sorten/ toebehoe(re)nde gelegen t(er) leecheyt onder de meyerie/ van libbeke ende dair voe(r) he(m) met rechte/ tot zijnd(er) betali(n)gen behoef genoech ae(n)gewesen/ wa(r)en om sijn gebreken d(air)aen te verhalen(e)/ inder maten seke(re) voirvo(n)nissen in dien gewesen/ te weten(e) xciiii xviii octobr(is) en(de) no(vem)[br(is)] decima/ lestleden beide bynnen des(er) came(re)n ger(e)gistreert/ staen(de) dat nairder uuytwesen welke execut(ie)/ de selve henr(ick) beletten woude in dien dat/ hij seke(re) vruchten ald(air) hadde doen raste(re)n ende/ met seke(re)n genechten vervolght d(air)af de voirs(creven)/ jan van balen sustineerde naed(en) voirgewijsd(en)/ voirs(creven) ende reden(en) int lange alsdoen verhaelt/ d(air) hijs hem toe gedroech dat sijn wed(er)p(ar)tie sculd(ich)/ soude zijn in dien af te laten(e) en(de) de voirs(creven) vruchten/ en(de) goeden hem ende zijne(n) meest(er) te laten gebruycken/ totten ynde van zijnd(er) betalingen met coste en(de) co(m)me(r)/ D(air)tegen de voirs(creven) henr(ick) sustineerde de (contra)rie seggen(de)/ onder den ande(re)n dat de voirs(creven) zijn wed(er)p(ar)tie sculd(ich)/ wa(r)e te volgen(e) met hue(re)n rechte en(de) bescheide/ dwelc zij in dien hebbe(n) mochte opde goede jans/ de vos gelegen te b(er)them te weten(e) op dwinhof/ ald(air) wijlen toebehoiren(de) ja(n)ne vand(er) nat als pri(n)/ cipael pant vand(en) rinte(n) d(air) questie af is en(de) de/ voirs(creven) zijn goeden vand(er) leech(eyt) in dien ongemoeyt/ te laten(e) oft dat de voirs(creven) zijn wed(er)p(ar)tie hem voir/ al dbesceyt ende huer actie die zij hadde(n) op/ tvoirs(creven) goet van berthe(m) soud(en) sculd(ich) zijn hem/ ov(er) te geven(e) met rechte om d(air)aen te v(er)halen(e)/ de selve thien goud(en) croene(n) erff(elijc) die zij op hem/ oft zijn goet vand(er) leech(eyt) sustineerd(en) te moeghe(n)/ verhalen D(air)op de wed(er)p(ar)tie r(e)plice(re)nde sustineerde/ de co(n)trarie besund(er)t vand(en) voirs(creven) yerst(en) reden(en) bijd(en)
//
wed(er)p(ar)tien geallig(eer)t mits den voirsvo(n)niss(en) voe(r)/ geruert en(de) de reden(en) in dien geallig(eer)t en(de) sustineerd(e)/ als vand(en) reden(en) bij sijnd(er) wed(er)p(ar)tien geallig(eer)t als/ vanden overgeven(e) van sijns meest(er)s actie(n) en(de) recht (et)c(etera)/ dat zijn meest(er) dat niet en behoirde te doen(e) ten/ wa(r)e dat hij jan van balen inden name als voe(r)/ hadde alsulken vestich(eyt) vand(en) voirs(creven) henr(icke) en(de) zijnen/ medeconsorte(n) dat hem genoech souden moegen wesen/ nae recht vand(en) voirs(creven) x gouden croenen erffel(ijc)/ metter betaling(en) vanden verloepe cost ende co(m)mere/ en(de) d(air)entinden woude zijn meest(er) h(er) jan de mol/ g(er)ne doen des wel gedaen soude zijn en(de) niet meer/ hopen(de) dat dat recht wa(r)e naed(en) voirvo(n)nisse/ en(de) gewijsd(en) in des(en) als voe(r) gesciet die ald(air) geexhibeert/ werd(en) (et)c(etera) met meer reden(en) ten effecte voirs(creven) geallig(eer)t/ Es gewesen t(er) maniss(en) smeyers bijd(en) scepen(en) dat zij/ bliven bijd(en) voirgewijsden en(de) vo(n)nissen alh(ier) inder/ selv(er) materie(n) gegeven ende dat p(ar)tien hen in/ wed(er)sijden nae de selve en(de) de p(rese)ntacie(n) d(air)inne/ geruert ende oick die h(er) jan de mol oft zijn/ p(ro)cur(eur) nu p(rese)nteert sulle(n) hebbe(n) te vuegen(e) Actu(m)/ in scampno m(ar)cii xvi
Nagekeken door: Walter Winnelinckx
Moderator: Walter Winnelinckx
Laatste update:: 2017-05-17 door Xavier Delacourt