SAL7391, Akte: V°384.3-R°385.1 (690 van 705)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°384.3-R°385.1  
Act
Datum: 1498-06-18

Transcriptie

2021-11-23 door Jos Jonckheer
Item de voirs(creven) (christ)iaen heeft geloeft den voirs(creven) he(re)n/
g(eer)de dat hij ende zijn huysvr(ouwe) voirs(creven) t(er) maniss(en) desselfs/
he(re)n gheerts behoirlijc v(er)oblige(re)n en(de) tond(er)pande setten/
den selven voir alsulke(n) vier hollan(sche) gulden(en) erffel(ijc) als/
m(ijn) hee(re) de [vacat] jairlijcx heffen(de) is op hue(r) geleghe
//
metten toebehoirten gelegen te rillair t(er) plaetssen geheeten/
opde motte de goede naebescreven inde selve p(ro)chie van/
rillair gelegen Te weten(e) yerst ii(½) dach(mael) beempts oft d(air)omtr(int)/
soe die gelegen zijn int ro(m)melede broeck tussche(n) de goede/
des godsh(uys) van s(in)[te] g(er)trud(en) te loeven(e) op deen zijde/
[vacat] Item noch tderdedeel van omtr(int) eenen/
boend(er) beempts geheeten de voirt gelegen te copstade tussche(n)/
janne valke op deen zijde en(de) henr(icke) pauwels op/
dand(er) zijde ende de selve goede war(anderen) opden grontchijs/
d(air) uutgaen(de) t(am)q(uam) prout cor(am) eisd(em)
Nagekeken doorWalter Winnelinckx
ModeratorWalter Winnelinckx
Laatste update:: 2017-05-23 door Xavier Delacourt