SAL7391, Akte: V°64.3-V°65.1 (117 van 705)
Akte V°64.3-V°65.1
Act
Datum: 1497-08-12
Transcriptie
2020-12-24 door Jos JonckheerItem es dese voirs(creven) guedinge gesciet te dier meyni(n)g(en)/
want m(ijn) voirs(creven) hee(re) en(de) seke(re) zijn borgen v(er)obligeert/
staen aenden voirs(creven) pete(re)n van dormale met scepen(en)/
br(ieven) van loeven(e) in vijf rijd(er)s erffelijck nae beg(ri)p
//
vanden br(ieven) dair aff zijnde soe es de voirs(creven)/ guedinge geschiet te dier meyni(n)gen alleene en(de) op/ conditie want de voirs(creven) pet(er) uut sijne(n) voirs(creven)/ br(ieven) van vijff rijd(er)s erffelijck doen sal en(de) ongelast/ laten eene(n) van he(re)n jans borgen die niet lang(er)/ d(air) voe(r) staen en wilt te weten arnoldus van kets/ eve(n)verre mijn hee(re) ten lancste(n) bynnen twee ja(r)en/ naistcomen(de) soe vele niet en doet dat de voirs(creven) pet(er)/ van sijnen voirs(creven) vijff rijd(er)s geheelijc geconte(n)teert/ weerde het zij met afquijte(n) v(er)ond(er)pand(en) oft goed(er)/ and(er) borchtocht van dien sulke dat pet(er) d(air) mede/ te vreden sal wesen dat in dien gevalle de selve/ pet(er) metter selv(er) guedingen den voirs(creven) beempt als/ zijn proper erve sal moegen aenveerden voe(r) de selve/ vijff rijd(er)s erffel(ijck) e(m)mer op alsulken prijs en(de) esti(m)atie/ als dien ten ynde vanden selven twee ja(r)en sal moge(n)/ bevonden wordden weert zijnde ende gelijc ande(re) gelike/ boven ende beneden alsd(an) sullen moegen weert zijn/ Bij alsoe dat in dien gevalle de selve pet(er) de beth(alinge)?/ vanden selven beemde t(er) esti(m)acien als voe(r) boven zijn/ rinte voirs(creven) den selven he(re)n janne voldoen sal met/ goeden erfrinten bynnen des(er) stadt gelegen soe/ dat die d(air) voe(r) genoech zijn sullen Behalven/ nochta(n) den selven pete(re)n ende zijne(n) nacomelingen/ des(e) guedingen en(de) vestich(eit) niet tegenstaen(de) zijnd(er)/ actien en(de) rechte van sijne(n) p(er)sonele(n) scepen(en) br(ieven)/ van loeven(e) vand(en) selve(n) vijff rijd(er)[s] erffel(ijck) opden/ selven he(re)n janne ende ande(re) borgen dan arnold(us)/ van kets voirs(creven) d(air) inne begrepen Ende oft de/ gebode die pet(er) op dese guedinge sal moegen doen/ doen gecalengeert oft gescort wordden eer die hue(re)n/ tijt gehadt hadden alsoe dat de guedinge bij dien/ niet v(er)tuenx? en conste gesijn soe hebben geloeft/ ind(ivisim) m(ijn) hee(re) en(de) m(ijn) vr(ouwe) t(er) stont de voirs(creven) pet(er)s rinte/ te v(er)ond(er)panden loflijc naed(er) stadt recht en(de) uutwijs(en)/ vand(en) br(ieven) die af te quijte(n) oft ten mi(n)sten in des voirs(creven)/ arnold(us) stat sulken goeden borge te stellen dat de
//
selve pet(er) dair bij genoech besorght sal moege(n)/ wesen al sonder argelist cor(am) eisd(em)
//
vanden br(ieven) dair aff zijnde soe es de voirs(creven)/ guedinge geschiet te dier meyni(n)gen alleene en(de) op/ conditie want de voirs(creven) pet(er) uut sijne(n) voirs(creven)/ br(ieven) van vijff rijd(er)s erffelijck doen sal en(de) ongelast/ laten eene(n) van he(re)n jans borgen die niet lang(er)/ d(air) voe(r) staen en wilt te weten arnoldus van kets/ eve(n)verre mijn hee(re) ten lancste(n) bynnen twee ja(r)en/ naistcomen(de) soe vele niet en doet dat de voirs(creven) pet(er)/ van sijnen voirs(creven) vijff rijd(er)s geheelijc geconte(n)teert/ weerde het zij met afquijte(n) v(er)ond(er)pand(en) oft goed(er)/ and(er) borchtocht van dien sulke dat pet(er) d(air) mede/ te vreden sal wesen dat in dien gevalle de selve/ pet(er) metter selv(er) guedingen den voirs(creven) beempt als/ zijn proper erve sal moegen aenveerden voe(r) de selve/ vijff rijd(er)s erffel(ijck) e(m)mer op alsulken prijs en(de) esti(m)atie/ als dien ten ynde vanden selven twee ja(r)en sal moge(n)/ bevonden wordden weert zijnde ende gelijc ande(re) gelike/ boven ende beneden alsd(an) sullen moegen weert zijn/ Bij alsoe dat in dien gevalle de selve pet(er) de beth(alinge)?/ vanden selven beemde t(er) esti(m)acien als voe(r) boven zijn/ rinte voirs(creven) den selven he(re)n janne voldoen sal met/ goeden erfrinten bynnen des(er) stadt gelegen soe/ dat die d(air) voe(r) genoech zijn sullen Behalven/ nochta(n) den selven pete(re)n ende zijne(n) nacomelingen/ des(e) guedingen en(de) vestich(eit) niet tegenstaen(de) zijnd(er)/ actien en(de) rechte van sijne(n) p(er)sonele(n) scepen(en) br(ieven)/ van loeven(e) vand(en) selve(n) vijff rijd(er)[s] erffel(ijck) opden/ selven he(re)n janne ende ande(re) borgen dan arnold(us)/ van kets voirs(creven) d(air) inne begrepen Ende oft de/ gebode die pet(er) op dese guedinge sal moegen doen/ doen gecalengeert oft gescort wordden eer die hue(re)n/ tijt gehadt hadden alsoe dat de guedinge bij dien/ niet v(er)tuenx? en conste gesijn soe hebben geloeft/ ind(ivisim) m(ijn) hee(re) en(de) m(ijn) vr(ouwe) t(er) stont de voirs(creven) pet(er)s rinte/ te v(er)ond(er)panden loflijc naed(er) stadt recht en(de) uutwijs(en)/ vand(en) br(ieven) die af te quijte(n) oft ten mi(n)sten in des voirs(creven)/ arnold(us) stat sulken goeden borge te stellen dat de
//
selve pet(er) dair bij genoech besorght sal moege(n)/ wesen al sonder argelist cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: Walter Winnelinckx
Moderator: Walter Winnelinckx
Laatste update:: 2017-05-16 door Xavier Delacourt