SAL7391, Akte: V°71.2-R°72.1 (124 van 705)
Akte V°71.2-R°72.1
Act
Datum: 1497-08-18
Transcriptie
2021-12-15 door Jos JonckheerIt(em) de voirs(creven) jan hanegreefs heeft bekint/
vanden voirs(creven) godshuyse ontfangen te hebben(e)/
de scepen(en) brieve(n) vand(en) voirs(creven) vier ryd(er)s erff(elijck)/
te weten(e) ierst eene(n) scepen(en) brieff van loven(e)/
vand(er) daet xli dece(m)br(is) xxix d(air)mede roeloff/
vand(er) elst de jonghe ende lijsbeth vand(er) rijst/
zijn huysvrouwe belast hebben de voirs(creven) goede/
aen he(re)n henr(icx) vand(er) rijst prieste(r) metten voirs(creven)/
vier ryders erffel(ijck) It(em) eene(n) scepen(en) brieff van/
loeven(e) vand(er) daet xiiii[c] xliii januarii xvii/
dairmede her henr(ick) vand(er) rijst prieste(r) gegoedt/
heeft he(re)n henr(icke) vanden putte prieste(r) tot behoeff/
lijsbette(n) tseest na(tuer)like docht(er) peters wijle(n) tseest/
inde voirs(creven) vier ryd(er)s erffelijck It(em) eene(n) beleitbrief/
van loeven(e) dairmede goirdt he(n)ne(n)s droechscheerde(r)/
geleydt is totten voirs(creven) vier ryders erffelijck als/
toebehoe(re)nde lijsbetten tseest vand(er) daet xiiii[c]/
xlv nove(m)br(is) xvi It(em) een a(n)nex aende(n) selven
//
beleitbrieff hangende dairmede inde selve/ vier ryd(er)s erffelijck gegoedt is her jan van weerde/ p(ri)este(r) tot behoeff des godshuys ende clercke(n) van s(in)te/ mertens te loeven(e) vand(er) daet xiiii[c] xlvi dece(m)br(is) xvi/ It(em) noch eene(n) scepen(en) brieff van loeven(e) vand(er) daet/ xiiii[c] xlii aug(usti) xxviii dairmede roelof vand(er)elst/ de jonghe belast heeft de voirs(creven) goede met vier/ ryd(er)s erffelijck aen he(re)n henr(icke) vand(er) rijst p(ri)este(r)/ It(em) noch eene(n) scepen(en) brieff van loeven(e) vand(er) daet/ xiiii[c] lxii septe(m)br(is) ix dairmede her henr(ick)/ vand(er) rijst p(ri)este(r) gegoedt heeft roelof corsbout/ tot behoeff des godshuys van sinte mertens/ in eene(n) rinsgulden(en) erffelijck uut vier ryd(er)s/ erffelijck staende opt voirs(creven) huys geheete(n) de/ jacht van wilre mette(n) toebehoirten voirs(creven)/ alle welke scepen(en) brieve(n) voirs(creven) de voirs(creven) jan/ hanegreefs geloeft heeft den voirs(creven) godshuyse/ o(n)gecancelleert te restitue(re)n soe wa(n)neer zij hem/ de voirs(creven) afquiti(n)ge int geheele gedaen zullen/ hebben ende niet eer sonder argelist cor(am) eisd(em)
//
beleitbrieff hangende dairmede inde selve/ vier ryd(er)s erffelijck gegoedt is her jan van weerde/ p(ri)este(r) tot behoeff des godshuys ende clercke(n) van s(in)te/ mertens te loeven(e) vand(er) daet xiiii[c] xlvi dece(m)br(is) xvi/ It(em) noch eene(n) scepen(en) brieff van loeven(e) vand(er) daet/ xiiii[c] xlii aug(usti) xxviii dairmede roelof vand(er)elst/ de jonghe belast heeft de voirs(creven) goede met vier/ ryd(er)s erffelijck aen he(re)n henr(icke) vand(er) rijst p(ri)este(r)/ It(em) noch eene(n) scepen(en) brieff van loeven(e) vand(er) daet/ xiiii[c] lxii septe(m)br(is) ix dairmede her henr(ick)/ vand(er) rijst p(ri)este(r) gegoedt heeft roelof corsbout/ tot behoeff des godshuys van sinte mertens/ in eene(n) rinsgulden(en) erffelijck uut vier ryd(er)s/ erffelijck staende opt voirs(creven) huys geheete(n) de/ jacht van wilre mette(n) toebehoirten voirs(creven)/ alle welke scepen(en) brieve(n) voirs(creven) de voirs(creven) jan/ hanegreefs geloeft heeft den voirs(creven) godshuyse/ o(n)gecancelleert te restitue(re)n soe wa(n)neer zij hem/ de voirs(creven) afquiti(n)ge int geheele gedaen zullen/ hebben ende niet eer sonder argelist cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: Walter Winnelinckx
Moderator: Walter Winnelinckx
Laatste update:: 2017-05-16 door Xavier Delacourt