Item want de voirs(creven) erfrinte van drie rinsg(ulden)/ tsjairs voir dese voirs(creven) nyeuwe ypothecatie/ besedt was geweest a(n)no xiiii[c] lxx januarii q(ua)rta/ bij bellarde van meldert en(de) jouffr(ouwe) ka(tlij)[ne(n)] van castele/ voirs(creven) op iii(½) boende(re)n boschs gelegen te moele(n)beke/ inde bessele(n) delle bijde driessche strate tusschen/ de goede wout(er)s bellens op deen sijde loenijs vond(er)ma(n)s/ t(er) ande(re) jans vand(en) hove van libbeke t(er) derder en(de)/ de goede der kinde(re)n he(re)n yweyns van houthem/ ridders t(er) vierder zijden soe die in erfdo(m)me gehoud(en)/ wordden vand(en) hee(re) van diest ende welke rinte/ de voirs(creven) bellairt ende zijn huysvr(ouw) oic geloeft hadde(n)/ jairlijcx wel en(de) loffelijc te betalen(e) janne trouwa(n)ts/ en(de) pet(r)[o]nille(n) zijnd(er) huysvr(ouwe) ende oic geloeft dat de/ voirs(creven) iii(½) boende(re)n boschs d(aer) voe(r) v(er)oblig(er)t zijnde/ jairlijcx weert wae(re)n boven den last d(aer) van voe(re)n/ uutgaen(de) zesse rinsgulden(en) erffel(ijc) en(de) niet myn/ gelijc den scepen(en) br(ieve) gea(n)neexeert aend(en) selv(en)/ br(ieve) voirs(creven) dat volcomel(ijc) uuytwijsde voir welke/ geluft(en) voirs(creven) de voirs(creven) jan trouwa(n)ts hem heeft/ doen beleiden nae des(er) stadt recht tot allen den/ goeden have ende erve des voirs(creven) wijle(n) bellarts/ van meldert en(de) jouff(rouwe) katlije(n) van castele opt(en)/ viii dach julii a(nn)[o] lxxxiii Soe is in des(er) met/ erfvorweerden ondersproken en(de) geco(n)ditioneert/ tussche(n) de voirs(creven) p(ar)tien dat de voirs(creven) jan trouwa(n)ts/ en(de) pet(r)[o]nille zijn huysvr(ouw) tselve beleyt in zijnd(er)/ macht en(de) v(ir)tute sulle(n) behouden t(er) meerd(er) vestich(eit)/ en(de) versekerh(eit) van hue(re)r voirs(creven) erfrinten van drie/ rinsgulden(en) tsairs te dier meyni(n)gen oft zij e(n)nich/ gebreck bevond(en) inde voirs(creven) nyeuwe ypothecatie/ der selver rinte(n) dat zij dat altijt sullen moege(n)/ sueken en(de) v(er)reycken metten voirs(creven) beleide op/ alle de ande(r) goede der voirs(creven) wijle(n) bellarts en(de)/ jouffr(ouwe) katlijne(n) behalven dat zij in dien gevalle/ / d(aer) voe(r) nochtans niet en souden moegen prame(n) mette(n)/ selven beleyde de voirs(creven) goede d(aer) inne zij den voirs(creven)/ daneele uuyt crachte vanden selve(n) beleide op heden/ voe(r) meye(r) ende scepen(en) van loeven(e) gegicht en(de) gegoet/ hebben d(aer) op zij tselve beleyt quijtgescouden hebbe(n)/ en(de) niet voirde(r) cor(am) eisd(em)