SAL7392, Akte: V°386.1-V°387.1 (670 van 688)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°386.1-V°387.1  
Act
Datum: 1499-06-13

Transcriptie

2020-11-25 door Karel Embrechts
Vand(er) questien gecomen bijden raide vand(er) stadt tussche(n)/
janne [de] decke(re) ende arnde van ermeghem en(de) ja(n)ne vand(er)/
boet als bedesett(er)s vand(en) dorpe van linden als ae(n)legg(er)s/
tegen meeste(re)n ja(n)ne van ravescot verw(er)de(r) t(er) ander/
sijden aldair de vors(creven) ae(n)legg(er)s beg(er)den ende v(er)socht(en)/
vand(en) vors(creven) meeste(re)n janne te hebben(e) de bede m(ijns) genad(ichs)/
hee(re)n van alsulken xxiiii rijd(er)s erffelijc als de vors(creven) meest(er)/
jan inden name van sijnder huysvrouwen op seke(r) goede/
des h(er)scaps van linden heffen(de) ende houden(de) was nae/
uutwijsen sijnd(er) brieve(n) dair aff voe(r) wet alh(ier) gepasseert/
ende oick bijd(er) banck ald(air) dair toe sij he(n) refereerden/
ende besundert totten vors(creven) hoff brieve(n) welke goede/
ende ond(er)pande inde vors(creven) brieve(n) begrepen de vors(creven) m(eester)/
jan bij evictien oft leveri(n)gen in handen hadde met/
rechte hoepen(de) also de vors(creven) besett(er)s dat de selve meest(er) jan geheele bede geven soude vand(en) selven goed(en) ende/
pand(en) in sijn handen wesen(de) Te vorde(r) want soe/
zij p(re)tendeerd(en) ende oick p(re)senteerd(en) te bewijsen(e) dat/
bij tijden wijlen der wed(uw)[en] sridd(er)s sijnd(er) swegher/
vand(er) vors(creven) rint(en) bede betailt hadde geweest/
te weten(e) vand(er) vors(creven) rinten ende oick gemerct dat/
de vors(creven) hoff brieve(n) inhield(en) ond(er) dand(er) dat de/
vors(creven) rinte soude staen ten rechte vand(en) dorpe/
nae uutwijsen der selv(er) brieve(n) dair zijs hen toe/
gedroegen Hoe wel die vand(er) calste(re)n als besitt(er)s/
doen t(er)tijt vand(er) vors(creven) panden der vors(creven) wed(uw)[en] sridd(er)s/
geloeft hadd(en) de vors(creven) rinte dair aff los te houde(n)/
Dair tegen de vors(creven) meest(er) jan gesustineert heeft/
de contrarie bij div(er)se reden(en) te weten hoe dat/
de goede en(de) h(er)lijch(eiden) vand(er) calste(re)n altijt gehouden/
hadd(en) geweest voe(r) stock goed(en) van oude(n) stock/
agien gecomen ende alnoch gehouden werde(n) en(de)/
/ d(air)aff deselve gheen bede gegeven en hadden van lange(n) tijden/
dat niema(n)t de co(n)trarie en gedincte ten wae(re) dat zij de/
vors(creven) goede selve hield(en) oft gehoud(en) hadd(en) ende bedreven/
dat zij dan oft hue(r) winne(n) die dair dbedrijff hielde(n) van/
hue(re)n bedrive ende cont(ri)butie hadd(en) gegeven ende niet/
vand(en) goed(en) vors(creven) ende dat deselve vand(er) calste(re)n te/
weten he(n)r(ic) wijlen vand(er) calste(re)n binne(n) d(er) stadt gewoent/
hadde en(de) voe(r) eene(n) ingeseten(en) d(er) selv(er) gehoud(en) was/
geweest ende dat boven sijnd(er) vord(er)s warscap ende/
genoech doen vand(en) ond(er)pande gedaen dair hij sijn rinte(n)/
op heeft Deselve sijn ond(er)pande sijn bevonden belast/
met xii crone(n) erffelijck aen die van cabbeke aend(en)/
kempene(re) capellaen van s(in)[te] pet(er)s voe(r) iii[de] corens erff(elijck)/
en(de) oick met viii rinsg(ulden) erffelijck aen die van/
sinte m(er)tens ende de collegie m(ud)[de] corens ae(n) meest(er)en/
gorde van hakendevel met eene(n) halve(n) mudde rox/
aend(en) heylige(n)geest van sint jacops noch aen m(ijn) hee(re)/
van vlierbeke ende pitantie ald(air) ende aen meer/
ande(re)n met div(er)sen chijsen ende co(m)me(re)n al oud(er) van/
date soe hij seyt dan sijn rinte die voe(r) hem gaen/
moesten ende betailt worden dair mede sijn pande(n)/
soe belast sijn ende v(er)mi(n)dert ende oick mits [dien] sobe(re)n/
tijde dat hij boven die lasten tott(er) hellicht van/
sijne(n) rint(en) niet en souden co(n)ne(n) gecomen p(rese)nte(re)nde/
de vors(creven) pointen ende feyten te thoen(en) en(de) altijt mett(er)/
mi(n)sten d(air) hij mede lijden mochte in rechte Ende/
nae dien de vors(creven) wethoude(re)n den thoen vand(en) vors(creven)/
p(ar)tien in wed(er)sijden gehort hebben gehadt tot eene(n)/
seke(re)n vorleden(en) daige dair toe gep(re)figeert ende/
gevisiteert ende geconsidereert den selve(n) ende des/
in desen behorde geconsidereert te wordden Es/
/ bijden selven raide den selve(n) p(ar)tien uutgesproken ende/
get(er)mineert voe(r) recht dat de vors(creven) meest(er) jan van/
raveschot sculd(ich) sal sijn bede te betalen(e) als poirte(r)/
ende ingeseten(e) t(er) causen van zijnd(er) rinten d(air) q(ue)stie/
aff es van tgene des hij vand(en) goeden nu in/
zijne(n) hand(en) zijnde jarlijcx trecken(de) es bove(n) den/
co(m)mer d(air) uutgaen(de) behalven den selve(n) meeste(re)n/
janne sijn actie in dien op de goede gheene (en)de/
hue(r) goed(en) die hem zijn rente geloeft hebben/
los ende quijte te houden van bede(n) nae inhout/
sijnd(er) brieve(n) ende oick die vand(en) dorpe hue(r)/
actie opde gheene die d(air) oude(n) rinten op hebben/
om hen bede d(air)aff te hebben(e) soe verre dat/
nae recht soud(e) mogen behoe(re)n Actu(m) in co(n)silio/
opidi p(rese)ntibus lyefke(n)rode rosme(re) burg(imagistri) et aliis/
de consilio junii xiii
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2018-07-16 door The Administrator