SAL7392, Akte: V°55.4-V°56.1 (118 van 688)
Akte V°55.4-V°56.1
Act
Datum: 1498-08-17
Transcriptie
2020-05-17 door Jos JonckheerTusschen janne de man die voe(r) den raide vand(er)/
stadt ontboden hadde henr(ick) van compe(n)rode om van hem/
uuytreyckinge te hebben(e) van alsulken xvi croenen
//
eens als hem lestwerff gevallen wa(r)en uuyt saken/ vander mechtich(eyt) geluften ende concordien tussche(n) he(n) gesciet/ voe(r) scepen(en) van loeven(e) ond(er) der stadt zegel van lov(en)/ ad causas die de selve compenrode hem niet betale(n)/ en woude met lopen(de) mu(n)ten mair meynde te gestaen(e)/ die te bet(alen) talsulken prijse als die stonden ten tijde als/ de selve co(n)cordien en(de) mechtich(eyt) gesciedd(en) met meer woird(en)/ versueken(de) den selven henr(ick) bedwongen te wordden/ tot bet(alinge) D(air) tegen de selve henr(ick) antw(or)den(de) meynde/ datt(er) vele meer [goede(n) en(de)] rinten wa(r)en die he(m) niet en/ volghden ende die jan de man ond(er)hielt sustineerde/ oic te gestaen(e) gelijc voe(r) met sulken pe(n)ni(n)gen ende ten/ prijse als die ghingen ende cours hadden ten tijde/ alse de p(ro)cu(r)a(ti)[e] en(de) concordie geschiedd(en) Ende dat meer/ was en volghden hem alle de goede en(de) rinten niet/ die hem navolgen(de) der [selv(er)] concordien ende mechticheyt/ sculdich wa(r)en geweest te volgen(e) bij dien dat hem/ de br(ieven) van dien al niet en wa(r)en gevolght ende/ aldus hoepte hij cortsel ende mi(n)kinge te hebben(e) va(n)d(en)/ selven xvi crone(n) tsairs ende te gestane mett(er) valuatie(n)/ vand(en) ja(r)e dat de (con)cordie gesciedde Seyde voirts/ dat de voirs(creven) jan de man hem toegeseet hadde als hij/ thuys metten hove inde scrijnstrate uuytdaighde dat/ hij met hem d(air) af te(r) gelijken laste staen soude en(de)/ de costen d(air) af half dragen hem des deylen(de) den/ eedt tselve te geven(e) oft te houden(e) meynen(de) alsoe/ dat hij gehoud(en) soude zijn op dat hij hem d(air) op niet/ en dorste v(er)ontsculdigen half de selve costen uuyt/ te reycken met meer worden (et)c(etera) Dair tegen/ de voirs(creven) jan de man r(e)plice(re)nde seyde dat hij van/ gheene(n) meer goeden oft rinte(n) en wiste den (con)cordie(n)/ en(de) mechtich(eyt) aengaen(de) die sloegen opde goede va(n)d(en)/ testame(n)te jans knoops ende zijns wijfs zij en wa(r)en/ bij weten(e) van henr(ick) uuytgewo(n)nen dan hij over/ en hadde meynen(de) dat de mechtich(eyt) op gheen ande(re)/ goede en sloege dan vand(en) testame(n)te der selv(er)/ gehuysschen ende niet op tgene des h(er) geldolf knoop
//
gecocht mocht hebben met sijns selfs pe(n)ninghen/ Dair op henr(ick) antw(or)de dat hij hem aen die rinte(n)/ niet en stiet ende p(rese)nteerde de selve jan met/ zijnd(er) werdynnen den eedt ten heyligen dat zij van/ gheene(n) ande(re)n goeden oft rinten en wisten dairt/ testame(n)t op sloech dan henr(ick) noch hadde oft/ hadde laten uuytdagen dan de ghene die hij/ hadde Item opt point vand(en) valuatie(n) r(e)pliceerde/ hij dat de concordie en(de) mechtich(eyt) spruyten(de) quame(n)/ uuyte(n) goeden ende rinten des voirs(creven) wijlen jans/ knoops en(de) zijns wijfs ende sculdich wa(r)en talsulk(er)/ prijse gerekent ende bet(aelt) te wordden nae inhoudt/ vanden selven testame(n)te niet te myn hij hadde altijt/ te vreden geweest ende noch was met lopen(de) mu(n)ten/ soe hij ontfinck dagelijcx vand(en) selven goed(en) ende/ rinten Op tderde vand(en) cortssele seyde hij dat/ hij hem v(er)loeft hadde voir scepen(en) van loeven(e) ende/ was te vreden om die over te hebben(e) soe hij die/ hadde om te betalen(e) de xvi crone(n) tsjairs soe/ meynde jan dat tgene dat d(air)af was voir scep(enen)/ van loeven(e) gepasseert onbedwongen niet en/ was te vergheefs bliven(de) altijt bij zijn xvi c(ro)nen/ ts(jai)[rs] talsulk(er) t(er)mijne(n) te bet(alen) en(de) op alsulk(er) vueg(en)/ als de selve concordie begrijpt Es duytsprake/ vander stadt p(ar)tien int lange gehoirt eve(n) verre/ de voirs(creven) jan met zijnd(er) werdynnen beyde den/ eedt doen vanden meer goeden ende rinten te/ hebben(e) oft te weten(e) oft oick vanden br(ieven) van/ dien dan zij dat voe(r) verhaelt hebben dat zij/ d(air) mede souden gestaen en(de) ontlast wesen in dien/ Ende vand(en) pointe d(air)af henr(ick) he(m) deylde den/ eedt was uuytgesproken dat de selve jan d(air)op/ nairde(r) sculdich soude zijn te v(er)antw(er)den Act(um)/ in (con)silio opidi p(rese)ntibus blanckart sub(stitu)[to] burg(umagistr)[o]/ rosme(re) burg(imagistr)[o] et plu(r)ib[(us)] aliis de (con)s(ili)[o] augusti xvii
//
eens als hem lestwerff gevallen wa(r)en uuyt saken/ vander mechtich(eyt) geluften ende concordien tussche(n) he(n) gesciet/ voe(r) scepen(en) van loeven(e) ond(er) der stadt zegel van lov(en)/ ad causas die de selve compenrode hem niet betale(n)/ en woude met lopen(de) mu(n)ten mair meynde te gestaen(e)/ die te bet(alen) talsulken prijse als die stonden ten tijde als/ de selve co(n)cordien en(de) mechtich(eyt) gesciedd(en) met meer woird(en)/ versueken(de) den selven henr(ick) bedwongen te wordden/ tot bet(alinge) D(air) tegen de selve henr(ick) antw(or)den(de) meynde/ datt(er) vele meer [goede(n) en(de)] rinten wa(r)en die he(m) niet en/ volghden ende die jan de man ond(er)hielt sustineerde/ oic te gestaen(e) gelijc voe(r) met sulken pe(n)ni(n)gen ende ten/ prijse als die ghingen ende cours hadden ten tijde/ alse de p(ro)cu(r)a(ti)[e] en(de) concordie geschiedd(en) Ende dat meer/ was en volghden hem alle de goede en(de) rinten niet/ die hem navolgen(de) der [selv(er)] concordien ende mechticheyt/ sculdich wa(r)en geweest te volgen(e) bij dien dat hem/ de br(ieven) van dien al niet en wa(r)en gevolght ende/ aldus hoepte hij cortsel ende mi(n)kinge te hebben(e) va(n)d(en)/ selven xvi crone(n) tsairs ende te gestane mett(er) valuatie(n)/ vand(en) ja(r)e dat de (con)cordie gesciedde Seyde voirts/ dat de voirs(creven) jan de man hem toegeseet hadde als hij/ thuys metten hove inde scrijnstrate uuytdaighde dat/ hij met hem d(air) af te(r) gelijken laste staen soude en(de)/ de costen d(air) af half dragen hem des deylen(de) den/ eedt tselve te geven(e) oft te houden(e) meynen(de) alsoe/ dat hij gehoud(en) soude zijn op dat hij hem d(air) op niet/ en dorste v(er)ontsculdigen half de selve costen uuyt/ te reycken met meer worden (et)c(etera) Dair tegen/ de voirs(creven) jan de man r(e)plice(re)nde seyde dat hij van/ gheene(n) meer goeden oft rinte(n) en wiste den (con)cordie(n)/ en(de) mechtich(eyt) aengaen(de) die sloegen opde goede va(n)d(en)/ testame(n)te jans knoops ende zijns wijfs zij en wa(r)en/ bij weten(e) van henr(ick) uuytgewo(n)nen dan hij over/ en hadde meynen(de) dat de mechtich(eyt) op gheen ande(re)/ goede en sloege dan vand(en) testame(n)te der selv(er)/ gehuysschen ende niet op tgene des h(er) geldolf knoop
//
gecocht mocht hebben met sijns selfs pe(n)ninghen/ Dair op henr(ick) antw(or)de dat hij hem aen die rinte(n)/ niet en stiet ende p(rese)nteerde de selve jan met/ zijnd(er) werdynnen den eedt ten heyligen dat zij van/ gheene(n) ande(re)n goeden oft rinten en wisten dairt/ testame(n)t op sloech dan henr(ick) noch hadde oft/ hadde laten uuytdagen dan de ghene die hij/ hadde Item opt point vand(en) valuatie(n) r(e)pliceerde/ hij dat de concordie en(de) mechtich(eyt) spruyten(de) quame(n)/ uuyte(n) goeden ende rinten des voirs(creven) wijlen jans/ knoops en(de) zijns wijfs ende sculdich wa(r)en talsulk(er)/ prijse gerekent ende bet(aelt) te wordden nae inhoudt/ vanden selven testame(n)te niet te myn hij hadde altijt/ te vreden geweest ende noch was met lopen(de) mu(n)ten/ soe hij ontfinck dagelijcx vand(en) selven goed(en) ende/ rinten Op tderde vand(en) cortssele seyde hij dat/ hij hem v(er)loeft hadde voir scepen(en) van loeven(e) ende/ was te vreden om die over te hebben(e) soe hij die/ hadde om te betalen(e) de xvi crone(n) tsjairs soe/ meynde jan dat tgene dat d(air)af was voir scep(enen)/ van loeven(e) gepasseert onbedwongen niet en/ was te vergheefs bliven(de) altijt bij zijn xvi c(ro)nen/ ts(jai)[rs] talsulk(er) t(er)mijne(n) te bet(alen) en(de) op alsulk(er) vueg(en)/ als de selve concordie begrijpt Es duytsprake/ vander stadt p(ar)tien int lange gehoirt eve(n) verre/ de voirs(creven) jan met zijnd(er) werdynnen beyde den/ eedt doen vanden meer goeden ende rinten te/ hebben(e) oft te weten(e) oft oick vanden br(ieven) van/ dien dan zij dat voe(r) verhaelt hebben dat zij/ d(air) mede souden gestaen en(de) ontlast wesen in dien/ Ende vand(en) pointe d(air)af henr(ick) he(m) deylde den/ eedt was uuytgesproken dat de selve jan d(air)op/ nairde(r) sculdich soude zijn te v(er)antw(er)den Act(um)/ in (con)silio opidi p(rese)ntibus blanckart sub(stitu)[to] burg(umagistr)[o]/ rosme(re) burg(imagistr)[o] et plu(r)ib[(us)] aliis de (con)s(ili)[o] augusti xvii
Nagekeken door: Walter Winnelinckx
Moderator: Walter Winnelinckx
Laatste update:: 2018-07-16 door The Administrator